Samenvatting voor Nederlands - Het onderwerp van een tekst
In deze samenvatting leer je alles over het onderwerp van de tekst.
Je leert…
- …wat het onderwerp is
- …hoe je het onderwerp kunt vinden.
Wat is het onderwerp?
Allereerst is het handig om te weten wat het onderwerp is. Elke tekst gaat ergens over, dat is het onderwerp. Het onderwerp bestaat uit in één of een paar woorden. Als je een tekst gaat schrijven of lezen dan begin je altijd met het bedenken van het onderwerp.
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
Je kunt het onderwerp vinden door oriënterend te lezen. Deze leesstrategie helpt je bij het vinden van het onderwerp. Oriënterend lezen betekent eigenlijk de tekst vanaf een afstand bekijken. Je kijkt naar:
- De titel: die verraadt vaak al het onderwerp. Een titel heeft namelijk als functie om de aandacht van de lezer te trekken, en hij vertelt waar de tekst over gaat.
- De inleiding: de inleiding is meestal de eerste alinea die het onderwerp introduceert, door bijvoorbeeld een hoofdvraag te stellen, een verhaaltje (anekdote) te vertellen of de aanleiding van de tekst te beschrijven.
- De illustraties: ofwel de afbeeldingen van de tekst. Zoals een foto, plaatje of tekening. De afbeeldingen gaan vanzelfsprekend over de tekst en dus over het onderwerp van de tekst.
- De tussenkopjes: ook wel deeltitels genoemd. Dit zijn de titels van de alinea’s, en ze vertellen je waar de alinea’s over gaan. Ze verklappen de deelonderwerpen.
- De anders gedrukte woorden (dus bijvoorbeeld de dikgedrukte woorden): dit zijn meestal de kernwoorden uit de tekst. Ze vallen op doordat ze schuin, dikgedrukt of groter afgebeeld zijn. Het is goed dat ze opvallen, want de kernwoorden zijn de belangrijkste woorden uit de tekst.
- En de bron. De bron vertelt waar de tekst vandaan komt, wie de tekst geschreven heeft en hoelang het geleden is dat deze tekst geschreven. Terwijl je dit allemaal bekijkt, vraag je jezelf af: waar gaat de tekst over? Zonder de hele tekst te hoeven lezen, weet jij toch het onderwerp van de tekst. De bron helpt jou om te bepalen wat voor tekstsoort het is en of de tekst betrouwbaar en bruikbaar is voor jou.
Oefenen
Laten we deze theorie eens oefenen met een examentekst. Deze kun je in de video hierboven zien. Eerst kijk je naar de titel: ‘Doggybag, gedoe of steuntje in de rug’. Vervolgens bekijk je de afbeeldingen. Op deze afbeelding zie je een doggybag. Dit is een tasje die je meekrijgt in een restaurant met het eten dat je over hebt. Vervolgens lees je de inleiding. De inleiding staat inderdaad in het begin van de tekst. Het is meestal de eerste alinea. Soms bestaat de inleiding uit meerdere alinea’s.
Lees mee: ‘Je bent geen arme sloeber als je om een doggybag vraagt, maar een strijder tegen voedselverspilling. En een restauranthouder die daar moeilijk over doet en zijn culinaire creatie liever in de prullenbak ziet verdwijnen is niet goed snik.’
In deze tekst staan geen tussenkopjes of anders gedrukte woorden. Wel staat er een bron. Vaak staat de bron, net als hier, onderaan de tekst. Uit deze bron kan je opmaken dat de tekst vol feiten staat, want het is een krantenartikel uit NRC Next. Hij is geschreven door Janno Lanjouw in 2016. Tijdens het bekijken van al deze onderdelen stel je jezelf een vraag om achter het onderwerp van de tekst te komen. Waar gaat de tekst over?
Het is tijd voor een examenvraag. We hebben zojuist samen de tekst bekeken. Wat is het onderwerp van deze tekst? Het juiste antwoord is ‘doggybags’.
Tot zover de samenvatting over het vinden van het onderwerp van een tekst. Vergeet niet om ook de andere uitlegvideo's te kijken, zodat je straks goed voorbereid het eindexamen in gaat!