Biologie

7. Voeding

Gegeven door:
Quirine Hakkaart
Beschrijving Begrippen

Je komt iedere dag in aanraking met voeding, maar hoeveel weet je er nu echt vanaf? Welke voedingsstoffen zijn er bijvoorbeeld, en hoe kun je jouw voeding gezond laten zijn? Dat en meer hoor je van onze docent. Het is belangrijk om dit te leren, omdat het onderdeel is van het eindexamen biologie. Ook in de schoolexamens worden er al vragen over gesteld. Om je te helpen bij het leren hebben we de belangrijkste begrippen uitgelegd. Je vindt deze begrippenlijst onder de video.

Eiwitten

Zijn opgebouwd uit ketens van aminozuren, dit wordt gebruikt als bouwstof

Glucose

Belangrijk monosachararide met 6 C-atomen dat wordt gevormd bij de fotosynthese en afgebroken bij de dissimilatie

Monosacharide

Suikers met één ringstructuur in het molecuul, veelal met vijf of zes C-atomen, zoals glucose, fructose en ribose

Polysacharide

Verbindingen waarvan elk molecuul bestaat uit veel monosacharide-eenheden. Bijv. zetmeel

Vet

Organische stof waarvan elk molecuul ontstaat door het binden van een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen

Koolhydraten

Dit valt onder de brandstoffen, ze bestaan uit suiker moleculen

Vitaminen

Je lichaam kan deze niet altijd zelf aanmaken, het zijn enzymen die je kan binnen krijgen via voedsel

Mineralen

Zijn beetje hetzelfde als vitaminen maar ze worden niet aangemaakt door een levend organisme, dus het zijn anorganische stoffen

Schijf van vijf

Geeft de belangrijkste voedstoffen weer

B1. Het lichaam in stand houden

B2. Reageren op prikkels

B3. Bescherming en antistoffen

B4. Gedrag bij mens en dier

Welke voedingsstoffen zijn er?

Om te kunnen blijven functioneren heeft je lichaam twee typen stoffen nodig. Dit zijn de brandstoffen, die je lichaam energie geven, en bouwstoffen. Bouwstoffen zorgen ervoor dat je lichaam zichzelf kan onderhouden, maar ook kan opbouwen. Bijvoorbeeld als je in de groei bent of als er iets stuk gaat in je lichaam. De belangrijkste voedingsstoffen uit je voedsel zijn koolhydraten, eiwitten en vetten. In je voedsel zitten ook nog belangrijke mineralen, vitamines, voedingsvezels en water. We zullen deze nu stuk voor stuk gaan bespreken.


Koolhydraten

Koolhydraten vallen onder de brandstoffen. Ze bestaan uit suikermoleculen, ook wel sachariden genoemd, die aan elkaar gekoppeld zijn. Je hebt vast wel eens gehoord van de termen glucose en zetmeel. Dit zijn beiden vormen van koolhydraten. Iedere dag heb je koolhydraten uit je voeding nodig, om genoeg energie in je lichaam te hebben. Je kunt deze koolhydraten bijvoorbeeld halen uit graanproducten, zoals brood, rijst en pasta, maar ook aardappelen en peulvruchten bevatten koolhydraten.


Vetten

Vetten zijn ook brandstof voor het lichaam. Je kunt ze verkrijgen uit voeding. Ook worden koolhydraten als vetten opgeslagen in je lichaam; dat gebeurt als je daar te veel van binnen krijgt. 


Eiwitten

Eiwitten zijn opgebouwd uit ketens van aminozuren. Eiwitten worden in je lichaam gebruikt als bouwstoffen, maar je kunt ze - als er echt bijna geen koolhydraten en vetten meer in je lichaam zijn - ook gebruiken als brandstof. In de maag worden eiwitten afgebroken tot losse aminozuren, waarna ze in de rest van je lichaam kunnen worden gebruikt als bouwsteen.


Vitamines

Vitamines zijn erg belangrijk in het algemeen goed functioneren van ons lichaam, maar zijn ook betrokken bij groei en herstel. De meeste vitamines kan je lichaam niet zelf maken en moet je dus via je voeding binnen krijgen. Ze worden vaak gemaakt door andere levende organismen. Vitamines kunnen in je lichaam relatief vaak worden hergebruikt, dus je hebt er maar weinig van nodig. Voorbeelden van deze vitamines zijn vitamine A, vitamine B6, vitamine B12, vitamine D en vitamine K.


Mineralen

Mineralen lijken een beetje op vitamines wat betreft het gebruik in het lichaam, behalve dat ze niet gevormd zijn door een levend organisme. Belangrijke mineralen zijn calcium, natrium, ijzer, magnesium, fosfor en zink. Het zijn stoffen die in de natuur voorkomen, in bijvoorbeeld gesteentes, en door planten en dieren kunnen worden opgenomen.


Water

Water is ook een belangrijk onderdeel uit onze voeding. Per dag moeten we er ongeveer 1,5 tot 2 liter van drinken. Water zorgt ervoor dat voedingsstoffen naar cellen toe kunnen stromen, en dat afvalstoffen van cellen kunnen worden afgevoerd. Super belangrijk dus!


Voedingsvezels

Voedingsvezels zijn de laatste categorie voedingsstoffen. Eigenlijk is deze categorie een beetje gek, want voedingsvezels kunnen niet worden verteerd door je dunne darm en leveren dus ook geen voedingsstoffen aan je lichaam. Ze zijn alleen wel heel belangrijk! Ze zorgen ervoor dat je het gevoel hebt dat je vol zit na een maaltijd, versterken ze de darmperistaltiek en ze zijn belangrijk voor een gezonde spijsvertering. Ze zitten veel in volkorenbrood, groenten, fruit en graanproducten. 


Schijf van vijf

Nu we weten welke voedingsstoffen er allemaal zijn, kunnen we ook bedenken wat je kunt doen om genoeg gezonde voeding binnen te krijgen. Om te zorgen dat je van alle voedingsstoffen genoeg binnen krijgt, heeft het Voedingscentrum de schijf van vijf opgesteld. Hierin staat wat je ongeveer per dag zou moeten eten om genoeg van alle voedingsstoffen binnen te krijgen. De schijf van vijf heet zo, omdat er 5 vakken zijn waar je genoeg uit moet eten of drinken. Dit zijn: 


1. Groente en fruit - voor vitamines en mineralen; 

2. Brood, graanproducten en aardappelen - voor de koolhydraten, de vezels, de eiwitten de B-vitamines en ijzer;

3. Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei - voor de eiwitten, en de vitamines;

4. Smeer- en bereidingsvetten - voor de vitamines en onverzadigde vetten; 

5. Dranken - vanwege de vochtbehoefte.


Door gevarieerd te eten, dus niet de hele tijd hetzelfde, heb je de grootste kans dat je van alle voedingsstoffen voldoende binnen krijgt. Hierbij is het advies om veel groente, fruit en brood te eten, en minder verzadigde vetten. Hiernaast is het ook belangrijk om voldoende te bewegen, om een zo gezond mogelijk lichaam te krijgen. 


Grondstofwisseling

Hierbij is het belangrijk dat de hoeveelheid energie die je op een dag eet, in balans is met de hoeveelheid energie die je op een dag verbrandt. In de basis heeft iedereen een grondstofwisseling, wat de hoeveelheid energie is die je verbrandt als je lichaam in volledige rust is. Bij iedere beweging die je maakt of activiteit die je uitvoert, verbrand je extra energie. 


Als je zoveel beweegt en zo weinig eet dat je lichaam een tekort krijgt aan voedingsstoffen, dan noem je dat ondervoeding. De andere kant kan natuurlijk ook: dat je te veel voedingsstoffen binnenkrijgt voor wat je verbrandt. Dan heet dat overvoeding. Natuurlijk wisselen dagen van lichte ondervoeding en lichte overvoeding zich met elkaar af, maar eet je structureel meer dan dat je verbrandt, dan zal dit uiteindelijk leiden tot overgewicht. Dit is erg schadelijk voor je lichaam.