Biologie

17. Seksualiteit en voortplanting bij mensen

Gegeven door:
Quirine Hakkaart
Beschrijving Begrippen

Deze video over seksualiteit en voortplanting bij mensen is de eerste van domein C: Voortplanting en evolutie. We leggen je hier alles uit over de verschillende fases in de groei en ontwikkeling van mensen. Andere onderwerpen die besproken worden zijn de voortplantingsorganen, de menstruatie, verschillende voorbehoedsmiddelen en meer. Je kunt deze uitleg gebruiken om te leren voor het biologie examen, of voor andere toetsen of SE's!

Baarmoeder

Een orgaan in de buik van vrouwen waarin (na bevruchting) een kind kan groeien

Eicel

Een vrouwelijke geslachtscel

Embryo

De eerste ontwikkelingsfase van organisme na bevruchting

Foetus

De benaming voor een ongeboren kind, vanaf de 9e week na de bevruchting tot aan de geboorte

Placenta

Een orgaan dat is ontstaan uit de buitenkant van het embryo blaasje en het baarmoederslijmvlies en zorgt voor uitwisseling van stoffen tussen het bloed van de moeder en dat van het kind

Vruchtvliezen

Vliezen die het vruchtwater vasthouden om op die manier het embryo in de baarmoeder te beschermen

Weeën

Regelmatige samentrekkingen van de baarmoeder

Zaadcel

Een mannelijke geslachtscel

Voortplanting

Is het proces waarbij organismen zorgen voor nageslacht

Voorbehoedsmiddelen

Middel dat mensen voor of tijdens seks gebruiken om een seksueel overdraagbare ziekte en ook zwangerschap te voorkomen

C1. Van generatie op generatie

C2. Erfelijkheid en evolutie

Voortplanting en seksualiteit is in de biologie een belangrijk onderwerp. Het zorgt ervoor dat een soort dieren kan voortbestaan, omdat er steeds nieuwe individuen van een soort bij komen. Ook helpt het om het verlies door sterfte te compenseren.


Fases in lichamelijke en geestelijke groei

In je leven groei en ontwikkel je de hele tijd. Op verschillende leeftijden ontwikkel en groei je op verschillende manieren. Dit is ingedeeld in zes verschillende fases. De eerste fase duurt vanaf de geboorte tot ongeveer anderhalf jaar, en wordt de babyfase genoemd. Hierop volgt van anderhalf tot vier jaar oud, de peuterfase, en van vier tot zes jaar oud de kleuterfase. Van je zesde tot je twaalfde ga je naar de basisschool, en vanaf ongeveer je twaalfde tot je zestiende bevind je je in de volgende fase, namelijk de puberfase. Vanaf ongeveer je zestiende tot je twintigste bevind je je in de adolescentiefase. Deze fase wordt ook wel de jongvolwassenenfase genoemd. Vanaf je achttiende ben je officieel volwassen, en de volwassenenfase is dan ook de laatste fase in de ontwikkeling die je moet kennen.


Mannelijke voortplantingsorganen

Veel van de voortplantingsorganen van de man behoren tot de primaire geslachtsorganen. Dat betekent dat ze al bij de geboorte aanwezig zijn. Aan de buitenkant zijn de penis en de balzak hiervan het meest zichtbaar. De penis bevat drie zwellichamen die zich vullen met bloed als een man opgewonden raakt. Hierdoor ontstaat een erectie. Het topje van de penis heet de eikel. Deze wordt beschermd door een stukje huid dat daaroverheen zit. Dit stukje huid heet de voorhuid. De balzak hangt net achter de penis, en wordt ook wel scrotum genoemd. In de balzak zitten de teelballen. Deze heten ook wel zaadballen, en zij produceren de zaadcellen, ook wel de geslachtscellen van de man genoemd.


Deze kleine cellen hebben een lange staart, waarmee ze zichzelf als een soort van propeller kunnen voortbewegen. Aan iedere teelbal zit een bijbal vast. Deze slaat de zaadcellen van de man op totdat ze naar buiten gaan. Dit naar buiten gaan, gaat via de zaadleiders. Dit zijn de kanaaltjes van de bijballen naar de prostaat. De prostaat is een klier die net onder de blaas ligt, en die de zaadleiders aan de urinebuis koppelt. Langs de zaadleiders liggen de zaadblaasjes. Samen met de prostaat produceren zij het vocht waar de zaadcellen in zwemmen. De zaadcellen en het vocht uit de prostaat en de zaadblaasjes samen, heet sperma. Het sperma verlaat het lichaam van de man via de urinebuis, die door de penis loopt. Secundaire geslachtsorganen van de man zijn vooral haargroei en vergroting van de primaire geslachtsorganen.


Vrouwelijke voortplantingsorganen

Een groot deel van de geslachtsorganen van de vrouw zitten in de buikholte, en kun je dus niet zien. De organen waar de eicellen (de geslachtscellen van de vrouw) geproduceerd worden, zijn de eierstokken. Eicellen zijn grote cellen (in vergelijking tot zaadcellen) die kunnen worden bevrucht door zaadcellen. In de eileiders worden ook hormonen geproduceerd. Via de eileiders gaan deze eicellen naar de baarmoeder. De baarmoeder is het orgaan waar een eventuele bevruchte eicel zich innestelt en uitgroeit tot een baby.

 

De baarmoeder eindigt in de baarmoedermond en daarna de vagina. Een ander woord voor de vagina is schede. De vagina eindigt in de grote en kleine schaamlippen die de vagina beschermen. Deze zijn zichtbaar aan de buitenkant van de vagina, en dit zichtbare deel heet ook wel de vulva. Aan de voorkant van de schaamlippen ligt de clitoris, die ook wel de kittelaar wordt genoemd. Dit gevoelige orgaantje kan er voor zorgen dat de vrouw een orgasme krijgt. Het meest zichtbare secundaire geslachtsorgaan bij de vrouw zijn de borsten, maar ook haargroei onder de oksels, op de benen en in de schaamstreek en een iets veranderde vorm van het bekken horen tot de secundaire geslachtsorganen bij de vrouw. 


De menstruatiecyclus en bevruchting

Het doel van de menstruatiecyclus van de vrouw is ervoor zorgen dat de geslachtsorganen die we net besproken hebben, op het juiste moment klaar zijn voor een mogelijke zwangerschap. Een gemiddelde menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen, maar dit kunnen er ook meer of minder zijn. De menstruatiecyclus begint op dag één van de menstruatiecyclus met het ontwikkelen van een eicel in één van de eierstokken. Dit duurt ongeveer veertien dagen. Na die veertien dagen komt de ontwikkelde eicel vrij uit de eierstok. Dit proces heet ovulatie.


De eicel blijft dan ongeveer 24 uur leven, waarbij een zaadcel in de eileider kan samensmelten met de vrijgekomen eicel. Dit proces noem je bevruchting. Als er bevruchting heeft plaatsgevonden, reist de bevruchte eicel door de eileider naar de baarmoeder. Die reis duurt ongeveer een week, waarbij de bevruchte eicel meerdere celdelingen ondergaat, waarbij hij niet groter wordt, maar wel steeds uit meer cellen gaat bestaan.


Tegelijkertijd met het ontwikkelen van de eicel in de eierstok, bouwt ook het baarmoederslijmvlies op in de baarmoeder. Als de bevruchte eicel door de eileider gereisd is en bij de baarmoeder is aangekomen, ligt daar een goed doorbloed baarmoederslijmvlies. Daar kan de bevruchte eicel als het ware in kruipen. Dit proces heet de innesteling. Het zorgt ervoor dat de cel alle voedingsstoffen die het nodig heeft voor het ontwikkelen en groeien, kan krijgen. Hier vanuit gaat de bevruchte eicel in ongeveer 8,5 maand uitgroeien tot een baby, allereerst als embryo. Dit is het eerste stadium van de groei van de baby in de buik. Na drie maanden groeien verandert de naam in een foetus


Natuurlijk vindt er vaker niet dan wel bevruchting van een eicel plaats. Als er geen bevruchting van de eicel plaatsvindt, gaat de eicel dood en wordt deze door de eileider afgevoerd naar de baarmoeder. Daar zal ook het baarmoederslijmvlies afgebroken worden. Dit baarmoederslijmvlies en de dode eicel verlaten het lichaam via het proces van de menstruatie. 


Zwangerschap

We spreken van een zwangerschap als de zaadcel van de man de eicel van de vrouw heeft bevrucht. Soms blijft de bevruchte eicel leven, en soms niet. Als de bevruchte eicel blijft leven en is ingenesteld in het baarmoederslijmvlies, begint een lange ontwikkeltijd van ongeveer 8,5 maand. Vanaf ongeveer twee weken na de bevruchting begint er vruchtwater te ontstaan in de baarmoeder. Dit vruchtwater beschermt tijdens de gehele zwangerschap het embryo en de foetus tegen stoten en dergelijke. Dit vruchtwater blijft in de baarmoeder zitten door twee soort ‘ballonnetjes’ die eromheen zitten en die aan elkaar vast zitten. Samen heten deze het vruchtvlies


Na een aantal weken zit het embryo door middel van de navelstreng verbonden aan de placenta. De navelstreng is eigenlijk niet meer dan een aantal bloedvaten waar bloed door van het embryo naar de placenta stroomt, en omgekeerd. De placenta is het orgaan waarin voedingsstoffen en afvalstoffen tussen moeder en embryo worden uitgewisseld. Een ander woord voor placenta is moederkoek


Als het embryo is uitgegroeid tot een foetus en vervolgens tot een baby, begint de baby zich voor te bereiden op de reis naar buiten: de bevalling. Allereerst begint de baby met indalen. Dit betekent dat de baby met het hoofdje dieper in het bekken van de moeder komt te liggen. De bevalling begint met weeën. Dit zijn ritmische samentrekkingen van de baarmoeder.


In eerste instantie zorgen deze weeën ervoor dat de baarmoedermond gaat ontsluiten. Dit betekent dat de baarmoedermond wijder open gaat staan, zodat de baby daar later doorheen kan. Als de baarmoedermond wijd genoeg open is gaan staan, gaan de weeën over in persweeën. Deze weeën zorgen ervoor dat de baby als het ware naar buiten geduwd worden. Nadat de baby geboren is, moeten ook de placenta en de navelstreng nog geboren worden. Dit noem je de nageboorte.


Meerlingzwangerschappen

Bij de meeste zwangerschappen wordt er één baby geboren, maar er zijn ook zwangerschappen waarbij meer baby’s worden geboren. Dit noem je meerlingzwangerschappen, en voorbeelden daarvan zijn tweelingen, drielingen en vierlingen. Tweelingen kunnen ontstaan als er tijdens één ovulatie twee eicellen vrij komen uit de eierstokken van de vrouw, en deze eicellen beiden bevrucht worden. Dit type tweeling is dus niet genetisch hetzelfde. Een andere mogelijkheid is dat er in eerste instantie één bevruchte eicel was, maar deze is gesplitst in twee aparte klompjes cellen, die beiden uitgroeien tot een baby. Bij dit type tweeling zijn de baby’s genetisch identiek.


Prenatale diagnostiek

Voordat een baby geboren wordt, kun je al veel te weten komen over de baby. In Nederland kunnen baby’s getest worden op bepaalde ziektes. Dit noem je prenatale diagnostiek. De meest gebruikte methode is het maken van een echo, waarbij met geluidsgolven een beeld wordt gevormd van de baby. Ook is er een vlokkentest, waarbij cellen uit de placenta worden gehaald en onderzocht, en een vruchtwaterpunctie, waarbij vruchtwater wordt afgenomen en de cellen daaruit onderzocht, behoren tot de mogelijkheden. Met alle methodes kunnen baby’s onderzocht worden op ernstige afwijkingen.


Voorbehoedsmiddelen

Voorbehoedsmiddelen kunnen er, mits juist gebruikt, voor zorgen dat een vrouw niet zwanger wordt. Een ander woord voor voorbehoedsmiddelen is anticonceptie. Verschillende vormen van anticonceptie werken op verschillende manieren. 


·      Een condoom is een zakje van rubber wat om de penis van de man wordt gebracht en het sperma opvangt. Ook beschermt het tegen het oplopen van seksueel overdraagbare aandoeningen, ook wel soa’s genoemd. 


·      Een spiraaltje kan van koper zijn of juist hormonen afgeven, en ziet eruit als een soort T. Een spiraaltje wordt bij een vrouw in de baarmoeder ingebracht om zwangerschappen te voorkomen. Het beschermt niet tegen soa’s. 


·      Sterilisatie kan bij de man of bij de vrouw gedaan worden, en houdt in dat de zaadleiders of de eileiders afgesloten worden, zodat zaadcellen of eicellen hier niet meer doorheen kunnen, en er dus geen bevruchting plaats kan vinden. Sterilisatie kan niet goed ongedaan gemaakt worden en beschermt dus tegen bevruchting, maar niet tegen soa’s. 


·      Een pessarium is een soort rubberen kapje wat voor de seks wordt ingebracht bij de vrouw, wat de doorgang door de baarmoedermond blokkeert. Zaadcellen van de man kunnen dan dus niet in de eileider komen, waardoor het pessarium beschermt tegen zwangerschappen, maar niet tegen soa’s. 


·      Als laatste is er ook nog de pil. Deze wordt door de vrouw geslikt, en zorgt ervoor dat ovulatie geremd wordt, en het baarmoederslijmvlies niet zo dik wordt opgebouwd. Dat komt door de hormonen die in de pil zitten, en hierdoor kan er geen bevruchting plaatsvinden. De pil beschermt niet tegen soa’s.