Economie

9. Uitgaven

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen

In deze samenvatting voor economie (vmbo) hebben we het over uitgaven die een gemiddeld persoon kan doen. We bespreken de verschillende soorten uitgaven en leggen deze uitvoerig uit. Verder bespreken we belangrijke begrippen, zoals vervoerskosten, budgetvoorlichting, vervangingswaarde en nog meer. Tot slot leggen we uit hoe een budgetplan gemaakt kan worden en hoe dit in zijn werking gaat.

Dagelijkse huishoudelijke uitgaven

De uitgaven die we als persoon of gezin doen om het dagelijks leven mogelijk te maken.

Vaste lasten

Kosten die vaak maandelijks terug komen en waar we doorgaans juridisch aan vast zitten.

Incidentele uitgaven

De uitgaven die gezien kunnen worden als 'incidenten'.

Budget-plan

Een gecoördineerd totaalplan van activiteiten en van daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten voor de periode van één jaar.

Budgetteren

Budgetteren is een manier om je inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen op de korte en de langere termijn. Je brengt jouw situatie en je wensen in kaart en krijgt inzicht hoe je evenwicht kan bereiken of hoe je een financieel doel kan behalen.

NIBUD (Nationaal Instituur voor Budgetvoorlichting)

Dit is een onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over financiën van huishoudens.

A1: Markt en Consumptie

A2: Consumenten en producenten

A3: Geld

We gaan het hebben over de uitgaven die wij als persoon of gezin doen. We kijken naar de verschillende soorten uitgaven die we kunnen doen en bespreken daarna hoe we die uitgaven vervolgens kunnen verwerken in een budgetplan.


Welke soorten uitgaven zijn er?

In het leven zijn er een hoop verschillende soorten uitgaven die we doen. Die kun je indelen in drie verschillende categorieën.


1. Dagelijkse huishoudelijke uitgaven

Dit zijn de uitgaven die we als persoon of gezin doen om het dagelijkse leven mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan de dagelijkse boodschappen die er gedaan moeten worden, zodat er genoeg eten, drinken, wc-papier of vuilniszakken in huis zijn.


2. Vaste lasten

Dit zijn kosten die vaak maandelijks terugkomen en waar we doorgaans juridisch aan vast zitten. Denk hierbij aan de huur of hypotheek die maandelijks betaald moet worden, of verzekeringen en telefoonabonnementen. Deze vaste lasten zijn vaak een groot deel van onze maandelijkse uitgaven, maar ook erg voorspelbaar, omdat ze telkens hetzelfde zijn.


3. Incidentele uitgaven

Dit zijn de uitgaven die, het woord zegt het al, gezien kunnen worden als “incidenten”. Deze uitgaven zijn soms onverwacht en soms niet. Onverwachte incidentele uitgaven zijn bijvoorbeeld als je koelkast kapot gaat en je plots een nieuwe moet kopen. Verwachte incidentele uitgaven zijn bijvoorbeeld vakanties, die plan je namelijk wel, maar komen niet heel regelmatig of altijd op hetzelfde moment voor. Het kan soms dus ook lastig zijn om hier rekening mee te houden, aangezien de uitgaven niet regelmatig zijn. Het zijn dan ook voornamelijk de incidentele uitgaven die voor moeilijkheden zorgen bij mensen hun financiële situatie, aangezien ze soms moeilijk te voorspellen zijn.


Hoe maak je een inschatting van incidentele kosten?

Het is wel mogelijk om een inschatting maken van incidentele kosten. Stel bijvoorbeeld dat we een nieuwe koelkast kopen. We willen niet dat als deze op een gegeven moment niet meer goed werkt, dat we dan ineens weer een enorme onverwachte uitgave moeten doen. We willen voorkomen dat we daar op dat moment geen geld voor hebben, want dan zitten we met een kapotte koelkast. Om dit te voorkomen kunnen we geld reserveren voor bepaalde uitgaven. Dit doen we aan de hand van de aanschafprijs, de gebruiksduur, de eventuele restwaarde en de daaruit volgende vervangingswaarde.


We kopen bijvoorbeeld een nieuwe koelkast voor €1.000 (dit is de aanschafprijs). We denken dat we die koelkast 5 jaar kunnen gebruiken voordat we een nieuwe nodig hebben (dit is de gebruiksduur). Na die 5 jaar schatten we in dat er een tweedehands winkel is die de versleten koelkast wil overnemen voor €100 (de restwaarde). De vervangingswaarde kunnen we dan heel makkelijk berekenen door de aanschafwaarde min de restwaarde te doen, dus €1000 min €100, wat uitkomt op €900. We willen voorkomen dat we over 5 jaar ineens onverwachts €900 nodig hebben voor een nieuwe koelkast. Dus, we willen weten hoeveel we elke maand aan de kant moeten zetten om over 5 jaar een nieuwe te kopen zonder problemen. We doen dan €900 gedeeld door 60 (er zitten 60 maanden in 5 jaar), en dan komen we uit op €15. Dit betekent dat we €15 per maand aan de kant zetten om over 5 jaar een koelkast te vervangen zonder verrassingen!


Vervoerskosten berekenen

Daarnaast hebben we vervoerskosten. Deze kosten zijn gedeeltelijk incidenteel en gedeeltelijk terugkerend. De aanschaf van een fiets, auto of brommer kunnen we zien als incidentele uitgaven, aangezien we dit niet regelmatig doen. Ook de kosten die we maken door reparaties zijn incidenteel, aangezien deze doorgaans niet gepland zijn. Maar, kosten verbonden aan de benzine voor een auto of brommer zijn wel terugkerend. Hier kunnen we ook een inschatting van maken.


Als we weten hoeveel kilometer we ongeveer moeten reizen per maand, kunnen we het aantal liters benzine berekenen dat we nodig hebben. Van bijna alle auto’s is het bijvoorbeeld bekend hoeveel kilometer ze gemiddeld kunnen rijden met één liter benzine. Als een auto 1 op 10 rijdt, dan betekent dit dat ze 10 kilometer kunnen rijden met 1 liter benzine. Als de benzine dan bijvoorbeeld €1,50 kost, dan kost een ritje van 10 kilometer dus €1,50.


De totale kosten verschillen per vervoermiddel. Als we altijd met de fiets gaan, hoeven we alleen maar rekening te houden met de aanschafkosten en de reparatiekosten. Als we met de brommer gaan, dan moeten we naast aanschaf- en reparatie kosten ook rekening houden met benzinekosten en een verzekering, maar ook met de kosten van accessoires, zoals bijvoorbeeld een helm en de kosten voor het halen van een rijbewijs. Bij een auto zullen deze aanvullende kosten nog een stuk hoger zijn en moet er ook wegenbelasting worden betaald. Als we met het openbaar vervoer gaan, moeten we rekening houden met de kosten voor een OV-chipkaart.


Hoe maak je een budgetplan?

Om een goed overzicht te krijgen van onze financiële situatie is het goed om onze uitgaven af te stemmen met onze inkomsten. Een budgetplan kan daarbij helpen. In een eerdere video over inkomsten hebben we gezien hoe we onze maandelijkse inkomsten kunnen berekenen door middel van inkomsten uit arbeid, bezit en overdrachten. Als we deze maandelijkse inkomsten duidelijk hebben, dan kunnen we deze naast onze maandelijkse uitgaven leggen. Daarvoor is het allereerst belangrijk om alle uitgaven om te rekenen naar een bedrag per maand.


Als we bijvoorbeeld elk kwartaal wegenbelasting moeten betalen, moeten we dit delen door 4 (er zitten 4 maanden in een kwartaal) om de maandelijkse kosten te berekenen. En als we een verzekering jaarlijks betalen, delen we dat door 12. We weten dat een jaar bestaat uit 4 kwartalen, 12 maanden, 52 weken of 365 dagen. Hiermee kunnen we alles omrekenen naar bedragen per maand.


Als we deze bedragen vervolgens naast elkaar zetten, kunnen we zien of onze kosten hoger of lager zijn dan onze inkomsten. Het kan dan zijn dat we erachter komen dat er meer geld binnenkomt dan dat we uitgeven. In dat geval gaat het dus goed, en zouden we het overige geld kunnen sparen. Maar, het kan ook zo zijn we meer geld uitgeven dan dat er binnen komt, en dan hebben we een probleem. In dat geval zullen we waarschijnlijk bepaalde uitgaven moeten verminderen, of zelfs helemaal moeten schrappen. We zouden bijvoorbeeld kunnen besluiten om ons eten goedkoop in te kopen bij de supermarkt in plaats van dure broodjeszaken, of we kunnen besluiten om toch gewoon met de fiets te gaan in plaats van de brommer. Het afstellen van onze uitgaven op onze inkomsten noemen we budgetteren.


Bij dit budgetteren stellen we vaak prioriteiten. Dit houdt in dat we bij onszelf na moeten gaan wat we belangrijk vinden om te behouden, en wat we minder belangrijk vinden en dus kunnen verminderen of zelfs helemaal schrappen. Sommigen zullen hun brommer het belangrijkst vinden om te behouden, en anderen lekker eten. De prioriteit verschilt per persoon en het budget kan daarop worden afgesteld. Als het écht niet anders kan, dan kunnen we ook nog besluiten om extra geld te lenen. Al moeten we dan wel heel goed nadenken over hoe we dat in de toekomst gaan terugbetalen. Dit alles kunnen we dus overzichtelijk voor onszelf opschrijven in een budgetplan, waar we de inkomsten dus naast onze maandelijkse uitgaven leggen.


Als we advies of budgetvoorlichting nodig hebben, dan kunnen we terecht bij het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, of afgekort, het NIBUD. Zij doen onderzoek naar hoe individuen en gezinnen het beste kunnen budgetteren en geven hier ook advies over. Budgetteren wordt door het NIBUD sterk aangeraden, aangezien het een goed hulpmiddel is om de inkomsten en uitgaven van een individu of een huishouden op elkaar af te stemmen en zo overzichtelijk mogelijk te houden.