Arbeidsverdeling
Arbeidsverdeling heeft betrekking op het verdelen van de arbeid in de maatschappij in verschillende soorten taken, opdat niet iedereen hetzelfde gaat doen en er dus efficiënter gewerkt wordt. Je komt overal wel arbeidsverdeling tegen. Neem bijvoorbeeld de supermarkt: daar heb je vakkenvullers, kassamedewerkers, klantenservice, teamleiders, etc. Iedereen heeft een andere taak, is afhankelijk van elkaar, en draagt daarmee bij aan een efficiëntere supermarkt in het algemeen.
Dit kan je interpreteren op grote schaal, dus vanuit de maatschappij gezien, want iedereen in de maatschappij is afhankelijk van elkaar opdat de maatschappij in zijn geheel efficiënter werkt. Werknemers en werkgevers zijn afhankelijk van elkaar bij het invullen van arbeidsplaatsen. Zonder een werkgever kan een werknemer moeilijk aan werk komen.
Arbowet
Maar er is ook weer een afhankelijkheid tussen de overheid en de werkgever (of bedrijven). De overheid stelt bepaalde regels voor bedrijven waaraan zij zich moeten houden. Deze regels hebben betrekking op de arbeidsomstandigheden van de werknemers en zijn opgenomen in de Arbowet. Hierin staan verschillende regels en voorwaarden omtrent de veiligheid en gezondheid (voor de werknemers) bij bedrijven. Ook zijn werknemers (of individuen) afhankelijk van de overheid als het bijvoorbeeld gaat om belastingen, subsidies en toeslagen, maar ook verkiezingen in de politiek. Zonder mensen die op je kunnen stemmen, kom je niet in het parlement.
Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit gaat over wat een werknemer kan produceren over een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld hoeveel fietsen een fietsenmaker kan repareren in een uur. Hoe meer hij er kan doen, hoe beter zijn arbeidsproductiviteit is en dus ook andersom. Over het algemeen is de vuistregel dat hoe hoger de arbeidsproductiviteit is, hoe lager de kostprijs per product is, en hoe lager de arbeidsproductiviteit is, hoe hoger de kostprijs per product is.
Dit heeft te maken met de loonkosten per eenheid product. Wanneer er weinig geproduceerd wordt door een lage arbeidsproductiviteit, dan worden de loon(kosten) over weinig producten verdeeld, waardoor de prijs van het product hoog blijft. Wanneer er daarentegen veel geproduceerd wordt door een hoge arbeidsproductiviteit, dan worden de loon(kosten) over veel producten verdeeld, waardoor de prijs van het product laag kan blijven. Je kan bijvoorbeeld denken aan die grote fabrieken in China of India. Daar wordt heel erg veel geproduceerd en is de arbeidsproductiviteit erg hoog. Mede hierdoor worden kunnen de prijzen laag gehouden worden.
De volgende factoren die de arbeidsproductiviteit beïnvloeden moet je weten:
1. Arbeidsomstandigheden. Een belangrijke factor die de arbeidsproductiviteit beïnvloedt zijn de omstandigheden van de werkplek voor de werknemer. Is het wel veilig genoeg? Verkeert het materiaal in goede staat? Zijn er genoeg vluchtroutes voor als er brand ontstaat?
2. Scholing. Hierbij is het zo dat hoe beter je opgeleid bent, hoe beter en efficiënter je te werk kan gaan. Hierdoor stijgt de arbeidsproductiviteit.
3. Arbeidsverdeling. Hiermee haken we in op het vorige punt dat het goed is om de arbeid te verdelen om efficiënter te werk gaan. Niet iedereen moet hetzelfde doen.
4. Mechanisering. Een trend die afgelopen jaren zichtbaar is, is dat de arbeidsproductiviteit hoger wordt naarmate lichamelijk arbeid vervangen wordt door machines. Dit is te zien in veel industrieën.
5. Arbeidsmotieven. Dit heeft vooral te maken met de motivatie om te werken. Wanneer een goede motivatie hebt om te werken, zal de arbeidsproductiviteit ook stijgen. Een motivatie kan bijvoorbeeld zijn: geld, status of een sociaal netwerk opbouwen.
6. Arbeidsvoorwaarden. Dit heeft tot in zekeren zin ook te maken met arbeidsmotieven. Want wanneer de arbeidsvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld het salaris, goed zijn dan heb je ook een betere motivatie om goed te werken en zal de arbeidsproductiviteit ook stijgen.
7. Nieuwe technieken. Technologie is een belangrijke factor in het verbeteren van de arbeidsproductiviteit. Nieuwe technieken kunnen ervoor zorgen dat arbeiders efficiënter te werk gaan.
8. Automatisering. Dit haakt in op mechanisering en heeft betrekking op dat computers in plaats van mensen de machines zullen gaan besturen. Dit voorkomt menselijke fouten en zorgt voor een nog efficiëntere aanpak.
Voordelen van arbeidsverdeling
We hebben er erover gehad dat arbeidsverdeling voor meer arbeidsproductiviteit zorgt, omdat niet iedereen hetzelfde doet, de taken dus verdeeld zijn en iedereen focust op hetgeen waarin hij of zij het beste in is. Dit heet specialisatie. Ieder specialiseert zich op een andere taak, waardoor in het totaal de arbeidsproductiviteit omhoog gaat. Bijvoorbeeld: in een fabriek heeft elke werknemer naar het eindproduct toe een eigen taak, waardoor de kosten ook laag gehouden kunnen worden. Omdat de kosten laag zijn, is de verkoopprijs uiteindelijk ook laag, waardoor consumenten meer producten kunnen kopen. Doordat het product ook goedkoper geproduceerd kan worden stijgt de export, omdat het aantrekkelijker wordt voor het buitenland om te kopen. Door een stijging van de export, stijgt de vraag dus naar producten, wat zich weer vertaalt in het creëren van meer banen. Over het algemeen zorgt een goede arbeidsverdeling dus tot welvaartstoename van een land, omdat 1: de prijzen en kosten laag gehouden worden en 2: er uiteindelijk meer banen gecreëerd worden.
Nadeel van arbeidsverdeling
Echter heeft arbeidsverdeling ook een keerzijde. Een hele belangrijke daarvan is de vervreemding tussen werknemer of arbeider en het eindproduct. Zoals we al eerder hebben besproken is het vaak zo om de arbeidsproductiviteit te verhogen dat iedere arbeider naar het eindproduct toe een eigen taak krijgt: specialisatie. Het nadeel hiervan is dat de arbeider onderaan het productieproces het eindproduct nooit ziet, omdat hij er ook maar klein beetje aan bijdraagt. Omdat het eindproduct vaak in veel fases in elkaar wordt gezet, draagt iedereen een klein beetje bij. Het is onduidelijk wie of waar het nou precies in elkaar is gezet en dit heet vervreemding. Neem bijvoorbeeld een koffieboer in Afrika. Die plukt de bonen. Iemand anders maakt ze schoon. Iemand ander sorteert ze. Dan weer iemand die ze inpakt. Vervolgens iemand die ze vervoert naar de fabriek. Daar brandt iemand ze. En ga zo maar door, totdat jij als consument de verpakking in jouw supermarkt ziet. Het is onduidelijk wie precies hieraan heeft meegedaan.