Geschiedenis

3. Soorten verkiezingen en de taken van de Eerste en Tweede Kamer

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen

Op deze pagina vind je uitleg over alles wat met de Eerste en Tweede Kamer te maken heeft. Voor welke instellingen worden er bijvoorbeeld verkiezingen georganiseerd, wat is het recht van amendement, hoe werken referendums en wat is de scheiding van de machten? Dat en meer leer je door onze uitlegvideo voor geschiedenis te bekijken! Je kunt ook de samenvatting onderaan te lezen.

Grondrechten

Een principieel en fundamenteel recht dat voor iedereen geldt en niet mag worden afgenomen

Trias politica

De scheiding van politieke machten in drie onderdelen: de wetgevende macht, uitvoerende macht en de rechterlijke macht

Vrijheid van drukpers

Wordt ook persvrijheid genoemd. Het is een grondrecht om gevoelens en gedachten openbaar of kenbaar te maken; er kan geen censuur worden ingevoerd

Vrijheid van godsdienst

Het recht om zelf te kiezen voor een bepaalde godsdienst en deze te volgen of af te zweren zonder dat de overheid daar invloed op uitoefent

Vrijheid van meningsuiting

Een grondwettelijk recht om in alle vrijheid een eigen mening naar buiten te brengen, zonder dat deze vooraf door de overheid kan worden gereguleerd. De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut; zo zijn belediging en smaad onder bepaalde omstandigheden strafbaar

Vrijheid van onderwijs

Een wet waarin staat dat de vrijheid van onderwijs een recht is op grond waarvan iedereen een school mag oprichten. Dit houdt onder andere ook in dat ouders voor hun kinderen mogen kiezen tussen openbare scholen, onderwijs dat gebaseerd is op een religieuze visie en thuisonderwijs

Vrijheid van vereniging

Een grondrecht op basis waarvan iedereen bijeen mag komen en zich mag organiseren, ook door het oprichten van een vereniging

Directe verkiezingen

Dit betekent dat die leden worden gekozen die de meeste stemmen hebben behaald

Provinciale Staten

De Provinciale Staten of Staten-provinciaal waren in de Lage Landen een vergadering van afgevaardigden van de standen uit een gewest (provincie)

Referendum

Een grondwetsreferendum is een volksraadpleging waarin stemgerechtigden zich kunnen uitspreken over een bepaalde voorstel-grondwet of constitutie

Controlerende taak

Het beoordelen van besluiten van het kabinet

Het Recht van Budget

Het budgetrecht is een recht van de Eerste en Tweede Kamer om staatsuitgaven en staatsinkomsten te beoordelen. Zij keuren de rijksbegroting en de belastingheffing goed of verwerpen de plannen. Zo wordt samen met de regering bepaald wat er uitgegeven wordt en waaraan zij het uitgeven

Het Recht van Interpellatie

Het recht van interpellatie geeft Tweede en Eerste Kamerleden de mogelijkheid om met een bewindspersoon te debatteren over een onderwerp dat niet reeds op de vergaderagenda van de Kamer staat

Het Recht van Enquête

Het recht van enquête is het recht van een parlement of een ander vertegenwoordigend orgaan (zoals in Nederland de Staten-Generaal en de gemeenteraden) om in een bepaalde zaak een onderzoek in te stellen

Het Recht van Amendement

De Tweede Kamer heeft sinds de Grondwetsherziening van 1848 het recht van amendement, dat wil zeggen de mogelijkheid wijzigingen (verbeteringen) aan te brengen in een voorliggend wetsvoorstel

Het Recht van Initiatief

Het recht van initiatief is, met het recht om wetsvoorstellen goed of af te keuren, het oudste parlementaire recht

A1. Van Monarchie naar Democratie

A2. Nieuwe politieke bewegingen

Welke soorten verkiezingen zijn er in Nederland?

In Nederland zijn er drie soorten directe verkiezingen. Directe verkiezingen zijn verkiezingen waarbij de vertegenwoordigers rechtstreeks door de bevolking gekozen worden.

1. Verkiezingen voor de Tweede Kamer. Iedere Nederlander met kiesrecht mag bij de Tweede Kamer verkiezingen stemmen op de persoon of partij waardoor hij/zij vertegenwoordigd wil worden. Deze verkiezingen zijn eens in de vier jaar, tenzij een kabinet valt en er eerder een nieuw kabinet gekozen moet worden. Tweede Kamerleden controleren de regering en maken bijvoorbeeld ook nieuwe wetten.

2. Verkiezingen voor de gemeenteraad. Deze verkiezingen zijn er eens per vier jaar. Elke gemeente (een afgebakend gebied) heeft een gemeenteraad. Daar nemen de gekozen leden beslissingen over het besturen van de gemeente. Er worden onder andere gemeentewetten gemaakt, die alleen gelden voor die bepaalde gemeente. Een burgemeester (het hoofd van de gemeente) wordt benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken, na raadpleging - dus advies - van de partijen van de gemeenteraad.

3. Verkiezingen voor de provinciale staten. Elke provincie heeft een provinciale staat; het is dus de raad van een provincie. Het hoofd hiervan wordt de commissaris van de koning genoemd. Hij of zij wordt benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken, na raadpleging van de provinciale staten. In de provinciale staat wordt het bestuur geregeld voor bijvoorbeeld (water)wegen, bebouwing en andere provinciale zaken. Ook deze verkiezingen zijn eens in de vier jaar.


Hoe wordt de Eerste Kamer gekozen?

De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden en vormt samen met de Tweede Kamer het parlement. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door alle recent gekozen leden van de provinciale staten. Binnen drie maanden na hun eigen verkiezing maken zij hun keuzes voor de Eerste Kamerleden. Ze kunnen kiezen uit de kandidatenlijst. Omdat de kiezers dus niet zelf direct op de eerste kamerleden kunnen stemmen, zijn dit ‘getrapte of indirecte verkiezingen’.


Het is hierdoor mogelijk dat de Eerste Kamer een andere partijverhouding heeft dan de Tweede kamer. Dat komt doordat de verkiezing van de provinciale staten twee jaar later plaatsvindt dan van de Tweede Kamerverkiezingen. Ook kunnen er aan de provinciale statenverkiezingen andere partijen aan meedoen, bijvoorbeeld plaatselijke partijen. Het kan moeilijk worden voor de zittende regering, die door een meerderheid gesteund wordt in de Tweede Kamer, als die in de Eerste Kamer geen meerderheid krijgt. De nieuwe wetten moeten namelijk altijd door de Eerste én de Tweede Kamer goedgekeurd worden. Als de regering een meerderheid vindt in de Tweede Kamer, maar niet in de Eerste Kamer, kan zij gedwongen worden om af te treden.


Wat zijn de taken van de Kamers?

Het parlement – de 1e en 2e Kamer- heeft onder andere de volgende twee taken:

1. Een controlerende taak. Het parlement oordeelt het over de vragen: doet het kabinet z'n werk goed, houdt het zich aan de afspraken in de regeringsverklaring of het regeerakkoord? Wordt er goed bestuurd?

2. Wetten goed of afkeuren. Worden er goede wetten gemaakt en mogen deze doorgevoerd worden?

Daarover wordt in de twee kamers steeds gedebatteerd en gestemd, ofwel gediscussieerd, ofwel geruzied. De ministers moeten daar hun beleid verantwoorden: hun politieke gedrag, waaronder de uitgaven die hun ministeries doen. Die uitgaven worden namelijk gedaan van belastinggeld dat de kiezers hebben betaald. Voor die controlerende taak hebben de beide kamers - het parlement - deze belangrijke rechten:


1. Het recht van budget. De minister moet goedkeuring krijgen van het parlement voor de uitgaven van het ministerie; zij moeten de begroting goedkeuren. Krijgt hij die goedkeuring niet, dan moet hij aftreden.


2. Het recht van interpellatie. Het parlement heeft het recht op informatie, die de minister verplicht moet komen geven in de Kamer. Bijvoorbeeld over wat hij met bepaalde uitgaven gedaan heeft, en waarom de bonnetjes daarvoor zoek zijn... Wat nog niet zo lang geleden een kwestie was.


3. Het recht van enquête. Dit is het recht van onderzoek. Het parlement stelt dan bijvoorbeeld een ‘enquête commissie’ in. Deze commissie mag iedereen laten getuigen, om informatie vragen en onder ede verhoren. Bijvoorbeeld als een bouwproject veel miljoenen, 'over de begroting is gegaan', zoals dat heet: als het véél meer heeft gekost dan begroot werd.


Naast de drie rechten heeft de Tweede Kamer nog twee rechten (die de 1e kamer niet heeft):


4. Het recht van amendement. De Kamermeerderheid mag een wetsvoorstel afkeuren, maar ook wijzigen of aanvullen. Dat noemen ze ‘er een amendement op indienen’.

5. Het recht van initiatief. Dat wil zeggen dat de leden van de Tweede Kamer zelf eigen wetsvoorstellen mogen indienen bij de kamer.


De Eerste Kamer heeft deze laatste twee rechten niet. Ze kunnen dus geen veranderingen aanbrengen of zelf wetten indienen. Deze kamer is er voornamelijk om de Tweede Kamer nog eens te controleren.


Wat is een referendum?

Een referendum is een volksraadpleging. In uitzonderlijke gevallen legt de regering een politiek probleem niet aan het parlement voor, maar organiseert het een referendum. Elke stemgerechtigde kan dan over dat probleem meestemmen. Het idee is dat de burger dan beter betrokken wordt bij het publieke debat over dat probleem. Dat klinkt misschien ideaal, maar een referendum houden kost veel tijd en geld. Overigens geeft een referendum geeft alleen een advies, er zit geen beslissing aan vast. Ook particulieren kunnen (met minstens 300.000 handtekeningen) om een referendum vragen.