In deze video voor NaSk 1 vmbo leggen we geluidssnelheid uit aan de hand van verschillende media. We leggen met verschillende voorbeelden uit hoe je geluidssnelheid kan berekenen. Gebruik deze informatie om je goed voor te bereiden op het examen of andere toetsen!
1. Geluidssnelheid

Een voorwerp dat trillingen veroorzaakt. Bijvoorbeeld een luidspreker
Een stof waardoor trillingen zich kunnen verplaatsen van een geluidsbron naar het gehoorEen stof waardoor trillingen zich kunnen verplaatsen van een geluidsbron naar het gehoor. Wordt ook wel 'tussenstof' genoemd
Een stof waardoor trillingen zich kunnen verplaatsen van een geluidsbron naar het gehoorEen stof waardoor trillingen zich kunnen verplaatsen van een geluidsbron naar het gehoor. Wordt ook wel 'medium' genoemd
De persoon of het voorwerp dat het geluid hoort en dus ontvangt.
Deeltjes waar het stof uit bestaat. Dit is niet te zien met het blote oog.
Een klankkast is een onderdeel van een muziekinstrument waarmee het geluid dat een muziekinstrument maakt wordt versterkt.
Dat een voorwerp mee gaat trillen met het geluid.
Geluid is een bepaalde ordening van moleculen. Zonder molecules kan geluid zich niet verplaatsen
Snelheid waarmee geluid (een geluidstrilling) zich verplaatst. Geluid kan zich alleen door een medium (tussenstof) verplaatsen
Geluid plant zich voort in de vorm van geluidsgolven. Dit zijn bewegingen van de lucht in de vorm van een golf. Deze beweging herhaalt zich heel vaak achter elkaar.
Een hulpdienst rijdt overdag met sirene aan. Door het drukke verkeer staat de hulpdienst even stil.
Ria staat op een afstand van 250 m van de hulpdienst. Op haar smartphone leest Ria een geluidsniveau van 62 dB af.
Voor het geluidsniveau geldt: Bij een verdubbeling van de afstand neemt het geluidsniveau met 6 dB af.
Bereken op welke afstand het geluidsniveau van de sirene 44 dB is.
(s =) 2000 m / (s =) 2,0 km