In deze video voor NaSk 1 geven we een samenvatting van de voorgaande video's over geluidssnelheid, toonhoogte, geluidssterkte en frequentie aan de hand van veel rekenoefeningen.
4. Samenvatting geluid
Een voorwerp dat trillingen veroorzaakt. Bijvoorbeeld een luidspreker
Een stof waardoor trillingen zich kunnen verplaatsen van een geluidsbron naar het gehoor. Wordt ook wel 'tussenstof' genoemd
Ander woord voor medium.
De persoon of het voorwerp dat het geluid hoort en dus ontvangt.
Deeltjes waar het stof uit bestaat. Dit is niet te zien met het blote oog.
Een klankkast is een onderdeel van een muziekinstrument waarmee het geluid dat een muziekinstrument maakt wordt versterkt.
Dat een voorwerp mee gaat trillen met het geluid.
Geluid is een bepaalde ordering van moleculen. Zonder molecules kan geluid zich niet verplaatsen
Snelheid waarmee geluid (een geluidstrilling) zich verplaatst. Geluid kan zich alleen door een medium (tussenstof) verplaatsen
Geluid plant zich voort in de vorm van geluidsgolven. Dit zijn bewegingen van de lucht in de vorm van een golf. Deze beweging herhaalt zich heel vaak achter elkaar.
Één volledige trilling
Apparaat dat geluid omzet in zichtbare golven.
De tijd (vaak uitgedrukt in seconde) dat één trilling duurt.
De frequentie geeft aan hoe vaak een golf voorkomt binnen een bepaalde tijd. De tijd wordt vaak in seconden uitgedrukt.
De eenheid van frequentie is hertz (Hz). Dit betekent eigenlijk trillingen per seconde (s^-1).
Geluidssterkte geeft aan hoe hard een geluid is. Dit wordt aangegeven in decibel dB.
De maximale uitwijking van de middellijn. Bijvoorbeeld de hoogte van een golf op zee
Een hoge toon heeft meer golven per seconde dan een lage toon.
Een lage toon heeft minder golven per seconde en hierdoor ook een lagere frequentie.
Een apparaat dat de geluidssterkte kan meten.
De eenheid waarmee geluidssterkte gemeten wordt.
De minimale geluidssterkte die nodig is om iets te kunnen waarnemen en dus horen.