Aardrijkskunde

9. Landschapszones en de veranderingen

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen Examenvragen

Onze planeet kent veel verschillende soorten landschappen, ook wel landschapszones genoemd. Voor je eindexamen aardrijkskunde moet je deze kunnen benoemen, beschrijven en uitleggen wat de oorzaken zijn van de verschillen tussen deze gebieden, de zogeheten geofactoren. Bekijk deze uitlegvideo om er van alles over te leren!

Aride en semi-aride zone

De landschapszone in het gebied van het woestijn- en steppe klimaat (BW en BS) met woestijnplanten en grassteppe planten.

Bodem

Het bovenste deel van de grondsoort of het gesteente waar de planten hun voedingsstoffen uit halen.

Boreale zone

De landschapszone in een gebied van het D-klimaat met naaldbos als natuurlijke plantengroei en permafrost.

Gematigde zone

De landschapszone in het gebied van het Cf- en Df-klimaat met zomergroen loofbos als natuurlijke plantengroei.

Geofactoren

De factoren die de samenwerking van het landschap bepalen zoals, gesteente en reliëf, klimaat en lucht, bodem, water, plantenwereld en de mens.

Klimaatverandering

Wijziging van de kenmerken van het klimaat in een gebied door natuurlijke of menselijke oorzaken.

Landschapszones

Aarde bestaat uit natuurlijke gebieden die een eenheid vormen door de opbouw en werking van klimaat, plantengroei, water en bodem.

Mediterraan klimaat

Klimaat (Cs) met hoge temperaturen en droogte in de zomerperiode (door de aanwezigheid van hoge druk) en gematigde temperaturen en neerslag in de winterperiode.

Polaire zone

Landschapszone met een E-klimaat met toendraplanten als vegetatie en permafrost.

Savanne

Vegetatietype in subtropische klimaten gekenmerkt door grassen en verspreid staande bomen.

Subtropische landschapszone

Landschapszone in de warme gematigde zone (subtropen) met een Middellandse-Zeeklimaat (Cs) en er is altijd groene mediterrane vegetatie. De neerslag valt er vooral in de winter en in de zomer is er vaak sprake van een vochttekort.

Tropische zone

Landschapszone in de tropen met een A-klimat (Af en Aw) en als natuurlijke vegetatie tropisch regenwoud, moessonbos of savanne.

Bron 1:

Op de grens van South Dakota en Wyoming staat Devils Tower, een geïsoleerde rots die uitsteekt boven de graslanden van de Great Plains. De rots is 386 meter hoog. De top bevindt zich op 1.558 meter boven zeeniveau. Devils Tower bestaat uit een ander gesteente dan het zandsteen dat in de omgeving aan de oppervlakte ligt. Het proces waarbij Devils Tower is ontstaan, is in een aantal stappen te beschrijven. De eerste stap daarbij was het opstijgen van magma richting het aardoppervlak. 150 kilometer ten zuidwesten van Devils Tower liggen de Black Hills, een klein gebergte waarvan de hoogste top 2.207 meter hoog is. 


Gebruik bron 1.

Devils Tower en de nabij gelegen Black Hills liggen midden in de Great Plains. De Great Plains worden gekenmerkt door steppevegetatie Bij Devils Tower en de Black Hills komt een andere vegetatie voor.

Leg uit dat de vegetatie bij Devils Tower en de Black Hills anders is dan die in de omliggende Great Plains. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

B1. Samenhangen en verschillen op regionaal niveau