Deze video gaat over de transport van stoffen die een cel in- en uitgaan; celtransport. Het is belangrijk om hierover te leren, omdat het deel uitmaakt van de examenstof. Ook in de SE’s in de bovenbouw van de middelbare school kunnen er al vragen over dit onderwerp gesteld worden. Daarom is het zeker aan te raden om deze en andere video’s in dit domein te bekijken als je nog niet in je examenjaar zit.
4. Diffusie & osmose (passief transport)

De kleinste bouwsteen waar alle levende organismen uit zijn opgebouwd
Regelt alle levensprocessen in de cel
De wand van de cel
De hoeveelheid van iets op één plaats bij elkaar
Verspreiding van moleculen van hoge concentratie naar lage concentratie
Bestanddelen van het celmembraan, bestaat uit een hydrofiele kop en hydrofobe staart
Deel van fosfolipide en wordt het liefst door water omgeven
Deel van fosfolipide en wordt het liefst door vetachtige moleculen omgeven
De osmotische waarde van het externe milieu is hoger dan het interne milieu
De osmotische waarde van het externe milieu is lager dan het interne milieu
Het verplaatsen van water door een semipermeabele wand
De druk die tussen twee oplossingen van verschillende concentraties bestaat
Osmotische druk van een bepaalde oplossing ten opzichte van zuiver water. Een hoge concentratie stoffen betekent een hoge osmotische waarde.
De osmotische waarde buiten de cel wordt groter, waardoor er door osmose water de cel uitstroomt, totdat de osmotische waarden binnen en buiten de cel gelijk zijn.
Membraan dat alleen water doorlaat en geen opgeloste stoffen (Half-doorlaatbaar) omdat de poriën van de wand klein zijn
De druk die de cel uitoefent op de celwand. De osmotische waarde buiten de cel wordt kleiner, door osmose stroomt er water de cel binnen; de osmotische waarde daalt iets in de cel.
De energietoestand van water in vergelijking met zuiver water, dit bepaalt de richting en beweging van het water.