12. Gaswisseling

De opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen (van anorganische stoffen of van andere organische stoffen). Het doel is de vorming van organische stoffen waaruit het organisme bestaat.

De verspreiding van moleculen van hoge concentratie naar lage concentratie

De afbraak van organische moleculen tot kleinere moleculen wat het doel heeft om energie vrijmaken.

Geleiden impulsen van zintuigcellen naar het centrale zenuwstelsel

De kleurstof in rode bloedcellen, die zuurstof en koolstofdioxide bindt en daardoor voor het transport van deze stoffen zorgt.

Het uiteenvallen van de rode bloedcellen (door een te lage osmotische waarde van het bloed of door het samenklonteren met antistoffen).

Witte bloedcel (er zijn verschillende type witte bloedcellen).

Bepaald type witte bloedcellen. Lymfocyten hebben een grote kern. (Er zijn diverse soorten lymfocyten).

De omzetting van producten van de koolstofassimilatie in andere organische stoffen (bijv. fotosynthese).