Een kringloop is een proces waarbij verschillende stadia en situaties elkaar opvolgen, waarbij het eindstadium hetzelfde is als het begin stadium. In deze video met uitleg voor biologie leer je alles over kringlopen.
2. Kringlopen

Organische stoffen met carboxyl- en aminogroepen. Ongeveer 20 aminozuren spelen een rol als grondstof voor synthese van eiwitten.
Stoffen die zowel in de levenloze natuur als in organismen voorkomen.
Gassen die door hun aardopwarmingsvermogen in de atmosfeer bijdragen aan het verhogen en in stand houden van de evenwichtstemperatuur van de aarde (= broeikaseffect).
Sterke toename van de hoeveelheid mineralen (o.a. fosfaat en nitraat) in oppervlaktewater, waardoor voedselrijk water ontstaat.
Het proces waarbij water en koolstofdioxide door het zonlicht worden omgezet in zuurstof en glucose.
Cyclische reeks van processen die koolstofatomen in en buiten organismen doorlopen.
Dit bestaat vooral uit stikstofhoudende mineralen en fosfaat.
De anorganische stof NO3-
Zetten nitrietionen (NO2-) om in nitraationen (NO3-)
Het binden van stikstof.
Zet gasvormig stikstof om in ammoniak.
Uit nitraationen en glucose worden stikstofhoudende organische verbindingen opgebouwd zoals eiwitten.
In een gebied met grote aantallen muizen komen meer stikstofverbindingen in het oppervlaktewater terecht. In sommige gebieden met muizenschade was de concentratie stikstof in de sloten met 70% toegenomen. Er worden drie uitspraken gedaan om dit te verklaren:
1. Veldmuizen bevorderen door hun gegraaf de ammonificatie en nitrificatie;
2. Veldmuizen verspreiden poep en urine met daarin stikstof-verbindingen;
3. Veldmuizen tasten het gras aan waardoor het minder nitraat opneemt.
Welke van deze uitspraken geeft of geven een juiste verklaring? Noteer de nummers 1, 2 en 3 onder elkaar op je antwoordblad en schrijf erachter of de betreffende verklaring wel of niet juist kan zijn.
1. Wel
2. Wel
3. Wel