In deze video bespreken we de vraagkant van de economie. De collectieve vraag, dus de vraag van alle consumenten, wordt bepaald door verschillende factoren. De prijs is daarbij het belangrijkst, want als iets duurder is dan heb je minder vraag naar dat product. Maar ook andere factoren zoals inkomen, aantal vragers, behoeften en de prijs van andere producten hebben invloed op de vraag naar een product.
1. Vraag

De lijn die het (doorgaans negatieve) verband tussen prijs en de vraag naar een product weergeeft
De collectieve vraag
De vraag van alle vragers samen (optelsom van alle individuele vraag)
De centrale overheid in een land probeert de volksgezondheid te verbeteren door een heffing op tabak en alcohol. Per 1-1-2021 wordt ook een heffing ingevoerd op friet: 20% van de verkoopprijs.
De gemeente Sanuscha bestudeert de gevolgen van de invoering van de heffing op friet voor twee cafetaria’s: die van Jan en die van Willem. Beide cafetaria’s zijn eenmanszaken en beide eigenaar-ondernemers betalen inkomstenbelasting.
De gemeente wil dat beide cafetaria’s veel meer gezonde producten in hun assortiment gaan opnemen. Daarom wil ze een bewustwordingscampagne starten op de basisscholen en de middelbare school in de gemeente om de leerlingen te laten kennismaken met gezonde alternatieven.
De onderzoekers stellen dat een succesvolle bewustwordingscampagne de betalingsbereidheid voor friet zodanig kan veranderen dat, bij een ongewijzigd assortiment, beide cafetaria’s op termijn geen winst meer kunnen maken op de verkoop van friet.
Leg de stelling van de onderzoekers uit.
Voorbeeld van een juiste uitleg is:
- De (jeugdige) klanten krijgen dan een lagere betalingsbereidheid, waardoor de vraaglijn naar friet naar links verschuift. De cafetaria’s zullen hun verkoopprijzen moeten verlagen
- Op termijn kan daardoor de kostprijs van friet groter worden dan de verkoopprijs, waardoor er verlies wordt geleden op de verkoop van friet