In deze video met uitleg voor economie bespreken we wat prijselasticiteit nou precies inhoudt en hoe we dit kunnen toepassen aan de hand van voorbeelden!
8. Prijselasticiteit

De hoeveelheid die een consument bereid is om voor een product te betalen
De hoeveelheid geld die een persoon, bedrijf, overheid of andere instantie te besteden heeft
De lijn die het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid van een product van de gezamenlijke kopers weergeeft. Het is de som van de individuele vraagfuncties
Het verband tussen de prijs van een product en de vraag naar een product door één consument
De mate waarin de vraag van een persoon naar producten stijgt bij een stijging van het besteedbaar inkomen van die persoon
Goederen of diensten die niet noodzakelijk zijn voor ons levensonderhoud (denk bijvoorbeeld aan sieraden)
Dit zijn producten waarnaar de vraag niet tot nauwelijks verandert bij een verandering van het inkomen. Denk hierbij aan water, dit is noodzakelijk voor ons om te leven!
Het bedrag dat wordt betaald of gevraagd bij de verhandeling van goederen en/of diensten
De mate waarin de vraag verandert bij een verandering in de prijs
De vraag reageert minder dan evenredig op een daling/stijging van de prijs. Hoe noodzakelijker het product, hoe inelastischer de vraag
Hoeveelheid producten die de kopers willen kopen
Met deze formule kan de vraag berekend worden, Qv = ap + b
Alle parkeergarages in het centrum van een middelgrote stad zijn eigendom van de particuliere onderneming Allpark. Een groot deel van de automobilisten maakt geen gebruik van de parkeergarages, maar parkeert elders in de stad. De bewoners ervaren dit als overlast. De gemeente overweegt daarom een maximumtarief van € 2 per uur in te voeren voor alle parkeergarages.
De manager van Allpark kan de invoering van het maximumparkeertarief accepteren, onder voorwaarde dat hij ter compensatie op de zaterdagen een hoger tarief kan vragen: “De vergelijking uit het onderzoek geeft de gemiddelde vraag naar parkeerplaatsen over alle dagen van de week. Ik schat dat op de zaterdagen, met veel winkelpubliek, de prijselasticiteit van de vraag naar parkeerplaatsen anders is dan door de week.”
Verklaar dat door dit verschil in prijselasticiteit de manager met het hanteren van twee tarieven een hogere weekomzet verwacht te realiseren.
Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
• De manager verwacht dat de prijselasticiteit van de vraag naar parkeergarages op (drukke) zaterdagen kleiner is dan door de week
• Met een tariefverlaging door de week zal het parkeerbezoek relatief sterk toenemen in verhouding tot de daling van het uurtarief, terwijl met een tariefsverhoging op zaterdagen het parkeerbezoek weinig afneemt (waardoor bij dit verschil in prijsstelling naar verwachting de totale omzet van de parkeergarages over de week zal toenemen)