Economie

1. Overheid ruilt over de tijd

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen Examenvragen

Deze video gaat over de overheid die ruilt over de tijd. We zullen kijken naar overheidsontvangsten en -uitgaven, de staatsschuld en het begrotingssaldo, en pensioenen.

Intergenerationele ruil

De ruil tussen generaties (bijv. elke nieuwe generatie betaalt voor de oude generatie)

Sociale premies

Premies die doorgaans (net als belastingen) verplicht zijn voor iedereen, waarbij je in ruil daarvoor verzekerd bent voor bepaalde zaken (bijv. premie volksverzekeringen, werknemersverzekeringen en zorgverzekeringen)

Overheidsconsumptie

De aankoop van goederen en diensten die direct door de overheid gebruikt worden en de salarissen van ambtenaren (werknemers van de overheid)

Overheidssubsidies

Uitgaven waarmee de overheid bijvoorbeeld ondernemers of bepaalde sectoren kan stimuleren of ondersteunen

Overdrachtsuitgaven

Bedragen die de overheid uitkeert aan mensen of instellingen waarvoor het niks terug verwacht

Overheidsinvesteringen

Uitgaven van de overheid die leiden tot de aanschaf van vaste kapitaalgoederen (bijv. infrastructuur)

Begrotingssaldo

Verschil tussen de opbrengsten en uitgaven van de overheid in een bepaald jaar

Voorraadgrootheid

Een grootheid die een momentopname aangeeft

Overheidsschuld

De schuld die de overheid heeft opgebouwd met alle tekorten uit het verleden

Stroomgrootheid

Een grootheid die de verandering over een bepaalde periode aangeeft

Kapitaaldekkingsstelsel

Hierbij spaart elke werknemer zijn eigen pensioen op tijdens de periode dat hij of zij werkt, wat dan uitgekeerd wordt als de pensioenleeftijd, bijvoorbeeld 65, bereikt wordt

Omslagstelsel

Hierbij dragen alle mensen die op dat moment aan het werk zijn geld af voor de pensioenen van de mensen die niet meer werken, en dus met pensioen zijn

Dividend

Het deel van de winst dat een onderneming betaalt aan de aandeelhouders

In 2015 dreigde in de meeste landen van de eurozone deflatie. De Europese Centrale Bank (ECB) achtte de kans groot dat deze deflatie zou leiden tot stagnatie van de economische groei en daarmee tot verdere deflatie. In een poging om de inflatie weer te laten oplopen besloot de ECB in 2015 om de geldhoeveelheid in de eurozone te vergroten via de zogenaamde kwantitatieve versoepeling. Hiertoe kocht de ECB maandelijks voor 60 miljard euro bestaande staatsobligaties op, vooral van banken in de eurozone. Deze banken kregen hierdoor de mogelijkheid om meer krediet te verstrekken aan gezinnen en bedrijven. Bij dit stimuleringsprogramma is uitgegaan van een vaste omloopsnelheid van het geld.


Het pensioenfonds van Roberts werkt met het kapitaaldekkingsstelsel. Als de ECB het opkoopprogramma lang blijft volhouden, verwacht Roberts dat het voor zijn fonds moeilijker zal worden om aan toekomstige pensioenverplichtingen te blijven voldoen.


Verklaar de verwachting van Roberts.

B1: Intertemporele ruil

B2: Registratie intertemporele ruil