Economie

1. Structurele groei (productiefunctie)

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen Examenvragen

In deze video gaan we het hebben over de structurele groei in een economie. We zullen dat doen door eerst te bespreken wat we precies bedoelen met economische groei, dan bespreken we de productiefunctie, vervolens de constante schaalopbrengsten, en we sluiten af met een stuk over stijgende en afnemende meeropbrengsten.

Factorproductiviteit

Geeft aan hoe productief arbeid en kapitaal ingezet kunnen worden om toegevoegde waarde te creëren

Potentiële productie

De maximale productie die met een normale inzet van de beschikbare productiefactoren behaald zou kunnen worden

Structurele groei

Economische groei die veroorzaakt wordt door de aanbodkant van de economie (productiecapaciteit)

Productiecapaciteit

De maximale productie in een bepaalde periode

Bestedingen

De aankopen in een land van consumenten, investeerders, overheid en buitenland

Conjuncturele groei

Economische groei die veroorzaakt wordt door de vraagkant van de economie (bestedingen)

Reëel BBP

Het BBP gecorrigieerd voor inflatie

Constante schaalopbrengsten

De productie stijgt evenredig met de hoeveelheid ingezette productiefactoren

Productiefunctie

Geeft het verband tussen de hoogte van de productie en de ingezetten productiefactoren

Momenteel zijn er nog geen examenvragen voor deze video.
E1: Macro economische kringloop

E2: Structurele groei

E3: Inkomen, welvaart en welzijn

E4: Ongelijkheid en herverdeling

E5: Arbeidsmarkt en werkloosheid