Belasting
Door de fiscus bepaalde heffingen ter financiering van publieke voorzieningen en overheidsinstellingen
Degressieve belasting
Het belastingtarief wordt lager als het inkomen stijgt (hoe hoger het inkomen, hoe minder belasting er wordt betaald)
Denivellering
Het groter worden van de relatieve inkomensverschillen tussen rijk en arm (rijken worden rijker en armen worden armer)
Investeren
In brede zin wordt hiermee geld uitgeven met het doel om op lange termijn iets te bereiken bedoeld. In het bedrijfsleven hebben we het bij investeren vaak over het aanschaffen van kapitaalgoederen
Macro-economie
Het onderdeel van de economische wetenschap dat zich richt op het (economische) gedrag van mensen en organisaties op nationaal en internationaal niveau (op grote schaal)
Nationaal inkomen / Nationaal product
De waarde van het totale inkomen dat verdiend is met Nederlandse productiefactoren (loon, huur, interest, pacht en winst) in één jaar
Nivellering
Het kleiner worden van de relatieve inkomensverschillen tussen rijk en arm (de inkomens komen dichter bij het gemiddelde)
Progressieve belasting
Het belastingtarief wordt hoger als het inkomen stijgt (hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting er wordt betaald)