Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die veroorzaakt wordt doordat bij laagconjunctuur geen gebruik wordt gemaakt van de maximale productiemogelijkheden (er zijn minder nieuwe banen beschikbaar, contracten worden niet verlengt en mensen worden ontslagen)
Conjunctuur
De op- en neergaande beweging van het groeipercentage van de economie over een periode van doorgaans vijf tot tien jaar. We kunnen een aantal fases herkennen als we het hebben over conjunctuur, namelijk teruggang, laagconjunctuur, herstel en hoogconjunctuur
Hoogconjunctuur
Opgaande fase in de economie (bovengemiddelde economische groei); lage werkloosheid, toenemend consumentenvertrouwen en meer bestedingen
Inflatie
De waardevermindering van geld, bijvoorbeeld door stijgende prijzen (je kunt minder kopen met dezelfde hoeveelheid geld) of door het bijdrukken van geld (hoe meer geld er in omloop is, hoe minder het waard wordt; schaarste creëert waarde!
Laagconjunctuur
Neergaande fase in de economie (onder gemiddelde economische groei); hoge werkloosheid, afnemend consumentenvertrouwen en minder bestedingen
Welvaart
De mate waarin individuen kunnen worden voorzien in hun behoefte met de middelen die zij tot hun beschikking hebben
Conjunctuurkompas
Dit geeft in één oogopslag een beeld van de economische situatie
Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de gemiddelde productie van één werknemer in een bepaalde periode
Prijspeil
Het prijspeil of prijsniveau (symbool p) is de prijs van een hypothetische eenheid van het nationaal product, de totale productie van een economie in een gegeven periode.