In deze samenvatting voor geschiedenis vind je alle informatie die je nodig hebt om te leren over kenmerk 21 en 22: de Nederlandse staat. We bespreken de protestantse reformatie, welke personen hier een belangrijke rol in speelden, het ontstaan van de Nederlandse staat en centralisatiepolitiek. Gebruik deze uitleg om je voor te bereiden op het geschiedenis examen, toetsen of SE’s.
10. De Nederlandse Staat (Kenmerk 21 en 22)

De periode van ongeveer 1450 tot 1600, die gekenmerkt werd door een vernieuwde levensstijl en een heropleving van de kunst. Dit werd geïnspireerd door de klassieke oudheid.
Een omschrijving van wat het betekent om mens te zijn. Mensbeelden worden gebruikt om historische periodes te typeren.
De voorstelling die mensen hebben van de wereld; hoe zij denken dat het eruit ziet of eruit zou moeten zien.
Het geloof in een god of meerdere goden. Wordt ook wel godsdienst genoemd.
Het weer tot leven komen na de dood. Deze overtuiging is gangbaar in verschillende godsdiensten, waaronder boeddhisme en het christendom.
Een stroming binnen het protestantisme die teruggaat op denkbeelden van Johannes Calvijn.
Eén van de grote stromingen binnen het christendom, die zich verzette tegen de rooms-katholieke kerk.
Een politieke stroming waarin wetgeving en bestuur zoveel mogelijk in één plaats zijn verenigd, zodat lagere of plaatselijke organen weinig zelfstandigheid hebben.
Mensen die het niet eens zijn met de algemene geloofsleer.
Een Nederlandse geleerde die pleitte voor godsdienstige tolerantie tijdens de Hervorming. Hij was een belangrijke humanist die zijn kennis in dienst stelde van zijn streven naar zuivering van de kerk.
Een verzoekschrift dat edelen aan de landvoogd aanboden, met als intentie om de inquisitie af te schaffen.
Een preek die in de open lucht gehouden werd. Deze preken waren verboden.
De vernieling van beelden, altaren en andere objecten van religieuze kunst in Rooms-katholieke kerken in 1566.
Een op 26 juli 1581 ondertekend plakkaat, waarmee een aantal provinciën Filips II afzetten als hun heerser.
De oude benaming ofwel voorlopers van provincies in Nederland.
Een belangrijke stroming binnen het protestantisme. Deze stroming is voortgevloeid uit het werk en de leer van Maarten Luther.
Gebruik bron 4.
Een bewering: De opstellers van het Plakkaat van Verlatinge zullen het eens zijn geweest met de strekking van deze tekst.
Leg uit of deze bewering juist is.
Bron 4:
In 1579 vonden er in Keulen vredesonderhandelingen plaats tussen vertegenwoordigers van de opstandige gewesten en Filips ll. Tijdens de onderhandelingen werd er een tekst gepubliceerd met als titel: Korte uiteenzetting over de vredesonderhandelingen die nu plaatsvinden te Keulen. Een fragment daaruit:
Sinds mensenheugenis hebben de Staten het gehele volk van de Nederlanden vertegenwoordigd met het doel om zijn rechten te verdedigen en het in vrede en rust te behouden, en ook om het tegen iedereen, zelfs tegen de eigen vorsten, te behoeden voor wreedheid, geweld en onderdrukking. (...) In de Nederlanden hebben de Staten altijd zoveel gezag en aanzien gehad dat de hertogen en vorsten geen veranderingen konden doorvoeren zonder uitdrukkelijke instemming van de Staten in zaken die betrekking hebben op de soevereiniteit, zoals: het heffen van belastingen op zout of andere belastingen, het slaan van nieuwe munten of het nemen van beslissingen over oorlog en vrede. (...) Het is overduidelijk dat de Staten het recht hebben de wapens op te nemen tegen vorsten die de grenzen van hun bevoegdheden te buiten gaan en openlijk tirannie bedrijven. (...) Het is onzinnig te beweren dat de koning (...) in de kwestie van de religie zijn wil op kan leggen. (...) Zijn de Staten niet opgericht om al hun macht en de hulp van hun buren in te zetten, zelfs een andere vorst als heer te nemen, in plaats van zo'n barbaarse beslissing te accepteren?
Kern van een juist antwoord is:
De bewering is juist want in deze tekst wordt gesteld dat de Staten het recht hebben een andere vorst te nemen als de eigen vorst zijn bevoegdheden te buiten gaat/ een tiran is, wat overeenkomt met het Plakkaat van Verlatinge waarin Filips II afgezworen wordt als heer vanwege zijn (vermeende) tirannie.