Geschiedenis

12. Het begin van de wereldeconomie en de wetenschappelijke revolutie (Kenmerk 25 & 26)

Gegeven door:
Rick Ouwehand
Beschrijving Begrippen

We bespreken op deze pagina over geschiedenis het tweede onderwerp van het zesde tijdvak: het begin van de wereldeconomie en de wetenschappelijke revolutie. We gaan eerst even terug naar het begin van de wereldwijde handelscontacten, de opkomst van het handelskapitalisme en een wereldeconomie. Ook hebben we het over de periode die gekenmerkt wordt door vele wiskundige- en natuurkundige doorbraken en sterrenkunde.

1. Jagers en verzamelaars

2. Grieken en Romeinen

3. Christendom en Islam

4. Steden en Staten

5. Ontdekkers en Hervormers

6. Regenten en Vorsten

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
7. Pruiken en Revoluties

8. Burgers en Stoommachines

9. Tijd van wereldoorlogen

A.10 Tijd van televisie en computers

Het ontstaan van de wereldeconomie

De wereldeconomie is ontstaan tussen 1600 en 1700 en kwam op door de vele ontdekkingsreizen die gemaakt werden, voornamelijk over zee. Er kwamen handelsroutes tussen alle continenten en er werden veel contacten gelegd. Er werd in deze tijd veel geld verdiend in Europa.


Handelsmonopolie

Hoewel het economisch eerst heel goed ging, liep de winst in de Republiek der Nederlanden later terug vanwege de enorme concurrentie. Er ontstonden namelijk meerdere compagnieën, die hun prijzen steeds verlaagden om zo de concurrentie voor te blijven. Dit leidde tot dalende winsten, waardoor de Staten-Generaal in 1602 besloot om in te grijpen. Ze gaven de Verenigde Oost-Indische Compagnie (de VOC) een handelsmonopolie. Dit wil zeggen dat zij als enige partij uit de Nederlanden mocht handelen met Azië. Ook kreeg de VOC toestemming voor het sluiten van verdragen met de inheemse bevolking en mocht het oorlog voeren als dat nodig was. De VOC had een grote concurrent: de Engelse EIC.


Negentien jaar later werd de WIC opgericht. Dit staat voor de West-Indische Compagnie. De WIC was voornamelijk bezig met kaapvaart en de handel met Afrika en Amerika, terwijl de VOC zich bezighield met specerijenhandel uit Indië. De WIC kreeg net als de VOC een staatsmonopolie.


Driehoekshandel

De WIC is voornamelijk bekend vanwege zijn driehoekshandel met Europa, Afrika en Amerika. Ze vertrokken uit Europa met producten die in Afrika verhandeld werden voor tot slaaf gemaakte mensen, goud en ivoor. De slaven werden vervoerd naar Suriname, waar weer plantage-producten gekocht werden. Dit ging weer terug naar de republiek. Voor kooplieden was dit een goede periode, waarin het handelskapitalisme opkwam. In de Republiek was er welvaart, waardoor de focus kwam te liggen op het verbouwen van handelsgewassen en landbouw.


De Wetenschappelijke revolutie

De wetenschap bestond in de zeventiende eeuw uit redeneren, waarnemen en experimenteren. Er kwamen veel doorbraken in de sterrenkunde, natuurkunde en wiskunde. De wetenschap werd gestimuleerd door het uitbrengen van tijdschriften en de oprichting van academies.


Copernicus

Een van de wetenschappelijke doorbraken kunnen we toeschrijven aan Copernicus. Hij was de eerste wetenschapper die ontdekte dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt van het heelal was. Hij publiceerde zijn theorie in 1543, maar het werd toen nog niet geloofd of erkend. Later werkten Johannes Kepler en Galileo Galilei verder aan zijn theorie. Dankzij het gebruik van telescopen kon de theorie van Copernicus in de 17e eeuw bewezen worden, waarna het werd geaccepteerd als de waarheid. De Rooms-katholieke kerk wilde het echter niet accepteren en hield van aan het idee dat de aarde het middelpunt was.


Verlicht denken

Met het bewijs en de acceptatie van de theorie van Copernicus begon de wetenschappelijke revolutie. Het absolute hoogtepunt van deze tijd was de ontdekking van zwaartekracht, door Isaac Newton in 1687. Hierdoor keek men met een andere blik naar de mens en de wereld. Je kunt de wetenschappelijke revolutie daardoor zien als het begin van het verlichte denken. Er werd nu gedacht dat de mens alles met zijn verstand kon doorgronden.


Er kwam een nieuwe stroming in de wetenschap: het empirisme. Dit hield in dat een stelling pas voor waar kon worden aangenomen als je het zelf had getoetst. Het empirisme hield dus in dat iets waar was als je het zelf zintuiglijk waar kon nemen.