Leer met behulp van deze samenvatting voor geschiedenis vwo alles over kenmerk 27 en 28: de verlichting. Je leert hier onder andere over het ontstaan van de verlichting, belangrijke personen tijdens deze periode, de tegenstand op de verlichting en het verlicht absolutisme. Je kunt deze uitleg goed gebruiken als voorbereiding op toetsen, schoolexamens en natuurlijk het eindexamen geschiedenis.
13. De verlichting

Een stroming die ontstond in de 18e eeuw, waar vrij en kritisch denken centraal stond en dit als uitgangspunt genomen werd.
De bevoegdheid van een staat om zelf zijn eigen rechtsorde en bestuursvorm in te stellen.
Een vorm van absolutisme waarbij een vorst hervormingen in de geest van de Verlichting doorzet. De focus ligt op het nut voor het volk, maar het volk had zelf nog geen invloed.
Een plotselinge omwenteling in politieke machtsverhoudingen die ingrijpende veranderingen in een samenleving veroorzaken.
De scheiding van politieke machten in drie onderdelen: de wetgevende macht, uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
De handel in mensen om daarmee financieel voordeel te behalen.
De term voor het streven naar het afschaffen van de slavernij.
Een wet waarin beschreven staat hoe het land bestuurd wordt en welke rechten het volk heeft. Dit is de belangrijkste Nederlandse wet.
Een principieel en fundamenteel recht dat voor iedereen geldt en niet mag worden afgenomen.
Een statenbond van zeven gewesten, wat de hoogste bestuurlijke instelling werd.
Een opvatting binnen de kennistheorie die stelt dat zintuiglijke waarneming de enige bron van alle kennis is.
Gebruik bron 6.
Petion de Villeneuve baseert zich op verlichte denkbeelden.
Licht met een argument van Pétion de Villeneuve tegen de doodstraf toe op welk uitgangspunt van het verlichte denken hij zich baseert.
Bron 6:
Op 31 mei 1791 neemt de afgevaardigde Jérôme Petion de Villeneuve tijdens een debat over de doodstraf in de Franse Nationale Vergadering het woord:
"De wet straft niet omwille van het wrede genoegen van het straffen. Dat zou iets onmenselijke zijn. De wet wreekt zichzelf niet, want zij is zonder hartstocht en staat boven de hartstocht. (...) Een wet die dood, is zonder moraal en neemt afstand van het doel dat de wetgever zichzelf dient te stellen. Zo'n wet laat aan de schuldige geen enkele mogelijkheid tot verbetering, want zij vermoordt hem; zo'n wet treedt op met de woede van de moordenaar."
Voorbeeld van een juist antwoord is:
- Pétion de Villeneuve is tegen de doodstraf omdat die gebaseerd is op emoties (als woede en wraak) / omdat die de dader de mogelijkheid ontneemt zich te verbeteren;
- wat Pétion de Villeneuve afwijst omdat hij uitgaat van het verlichte denkbeeld dat de rede leidend moet zijn in de samenleving / van de vooruitgangsgedachte / van rationeel optimisme