Geschiedenis

3. Verdere nationale en internationale ontwikkelingen van China

Gegeven door:
Rick Ouwehand
Beschrijving Begrippen

In deze laatste geschiedenis video met uitleg over China bespreken we de verdere nationale en internationale ontwikkelingen van China, vanaf de jaren 60. Ten eerste bespreken we hoe de Volksrepubliek China internationaal erkend werd. Vervolgens bespreken we de ontwikkelingen in China na de dood van Mao Zedong, waarbij de Vier Moderniseringen en de open-deur-politiek ter sprake komen. Ten slotte bekijken we hoe China verder uitgroeide tot een economische en politieke wereldmacht. Je kunt deze uitleg goed gebruiken als voorbereiding op het eindexamen geschiedenis en/of andere toetsen.

Communisme

Een politieke ideologie die streeft naar een maatschappij waarin productiemiddelen en goederen gemeenschappelijk bezit zijn

Dissidenten

Individuen die zich, soms met gelijkdenkenden, verzetten tegen de overheersende opvattingen of het beleid op politiek, religieus of sociaal gebied

Koude Oorlog

De periode na de Tweede Wereldoorlog (1945-1990), waarin een niet gewapend conflict bestond tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie (en hun bondgenoten)

Liberalisme

Een politieke stroming die de vrijheid van burgers centraal stelt. De rol van de staat moet klein zijn zodat de vrijheid van individuen voorop staat

NAVO

Afkorting van Noord Atlantische Verdrags Organisatie. Een militair bondgenootschap van de Verenigde Staten, Canada en vele Westerse landen (waaronder Nederland)

Open-deur-politiek

Een vorm van politiek die in het kader staat van imperialisme. Door open-deur-politiek werden landen verplicht om, o.a. op het gebied van handel, iedere natie gelijk te behandelen

Vietnamoorlog

Een oorlog tussen Noord- en Zuid-Vietnam, waarbij het Noorden voornamelijk gericht was op China en de Sovjet-Unie en het Zuiden op de Verenigde Staten

VN veiligheidsraad

De Veiligheidsraad behoort tot de Verenigde Naties en heeft als primaire verantwoordelijkheid het handhaven van de internationale veiligheid

WTO

Afkorting van Wereldhandelsorganisatie. Het is een internationale organisatie die toeziet op afspraken over handel

Zedong

Mao Zedong was de eerste leider van de Volksrepubliek China en was betrokken bij de oprichting van de Chinese Communistische Partij (CCP)

D1: Positie van China als regionale grootmacht (1842-1911)

D2: Ontstaan van Volksrepubliek China (1912-1942)

D3: Ontwikkeling Volksrepubliek tot grootmacht (1949-2001)

Samenvatting voor geschiedenis: Verdere nationale en internationale ontwikkelingen van China


Hoe veranderde de internationale positie van China?

De Koude Oorlog, die zich afspeelde tussen 1945 en 1991, speelde een belangrijke rol in de wereld en daarbij ook bij de internationale positie van China. Deze oorlog was een periode van gewapende vrede tussen aan de ene kant de communistische staten onder aanvoering van de Sovjet-Unie, en aan de andere kant de kapitalistische Verenigde Staten, met hun Westerse bondgenoten in de NAVO. De NAVO is een militair bondgenootschap met veel Europese staten. 


Tijdens de eerste decennia van de Koude Oorlog raakte China’s positie steeds verder geïsoleerd. Hier waren twee redenen voor:

  1. Ten eerste was er de breuk met de Sovjet-Unie, die ook in de vorige video’s besproken is. Deze breuk ontstond door een meningsverschil tussen de Sovjet-Unie en China, na de dood van Stalin, over de interpretatie van het wereldcommunisme. In de Sovjet Unie begon men onder leiding van Chroesjtsjov, de opvolger van Stalin, namelijk het idee te verlaten van een wereldrevolutie van arbeiders en boeren, die de ideale communistische staat zou brengen. Het communisme was bijna een soort geloof. Maar Chroetsjov propageerde nu een zogeheten vreedzame co-existentie met het Westen. Dit was in strijd met de principiële Mao, die vasthield aan de communistische leer: de wereldrevolutie. Dat betekende het isolement van China.

 

  1. Ten tweede werd de Volksrepubliek China dan ook niet erkend door andere landen als ‘de natie de het Chinese volk vertegenwoordigde’. Hoe zat dat ook alweer? Nou, toen de CCP onder leiding van de dictatoriale Mao Zedong de strijd om de macht in China had gewonnen van de nationalistische Kwomintang (onder leiding van Chiang Kai-shek), riep Mao de Volksrepubliek China uit. Chiang Kai-shek vluchtte met zijn partij naar het eiland Taiwan. Binnen de Verenigde Naties beschouwde een meerderheid Taiwan dus maar als de rechtmatige afvaardiging van China, en niet de Communistische Volksrepubliek China van Mao.


De Non-Aligned Movement

China raakte zo dus steeds verder geïsoleerd van de rest van de wereld, maar probeerde haar macht te vergroten door invloed te verkrijgen in landen die deel uitmaakten van de Non-Aligned Movement, ofwel de Niet-Gebonden Beweging. Deze ontstond in 1960. Een groep landen die niet wilden behoren bij het kapitalistische Westen of het communistische Oostblok, probeerden samen te werken op het gebied van bijvoorbeeld de buitenlandse politiek. India hoorde daar bijvoorbeeld bij, net als Egypte, Indonesië, veel landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. China probeerde vooral invloed te krijgen in landen zoals Indonesië en India. 


Na de dood van van Mao, in 1976, volgde er een reactie. Zijn opvolger als partijleider van de CCP, Deng Xiaoping, was een hartstochtelijk communist, maar hij brak met Mao’s culturele revolutie. Hij voerde een aantal moderniseringen door, zoals we straks zullen behandelen, waardoor de economie liberaler werd. Al bleef de communistische partij de scepter zwaaien. 


Toenadering tussen de Verenigde Staten en China

Het gevolg was dat China internationaal minder geïsoleerd kwam te staan. In 1962 zochten de Verenigde Staten en China zelfs al toenadering tot elkaar. Dat kwam ook door de volgende drie redenen:


1. Ten eerste zochten de Verenigde Staten in het geheim hulp bij het oplossen van de situatie in Vietnam, waar ze sinds 1955 een uitzichtloze oorlog waren begonnen te voeren. Dat deden ze om de communistische opmars van Noord-Vietnam naar het Zuiden te stoppen. Deze oorlog wordt de Vietnamoorlog genoemd, al noemen de Vietnamezen het zelf overigens de Amerika-oorlog. Deze oorlog begon steeds meer uit de hand te lopen en leek zich uit te breiden naar de andere Zuid-Oost-Aziatische landen. Het was duidelijk dat de VS deze guerrilla-oorlog in het Vietnamese oerwoud niet ging winnen.


2. De Verenigde Staten waren door de Vietnamoorlog in een heftig conflict terecht gekomen met de Sovjet Unie, en ook met vele linkse bewegingen in eigen land en de rest van de wereld. De Sovjet Unie steunde het communistische Noord-Vietnam, hoewel ze zelf niet daadwerkelijk deelnam aan de strijd. Het bijzondere van de situatie was nu dat China daar afstand van had genomen, hoewel het veel dichter bij Vietnam lag. China en de Sovjet-Unie lagen in die tijd ook overhoop met elkaar. Om die tegen elkaar uit te spelen zochten de VS dus toenadering tot China. 


3. Nog een reden voor toenadering tussen China en de VS was dat er voor zowel de Verenigde Staten als voor China economische voordelen te behalen vielen aan hun vriendschappelijke betrekkingen. Handel dus. De industrie in China groeide, de VS kregen goedkope producten. Dat was voor Rusland helemáál een doorn in het oog. In 1972 bracht de Amerikaanse president Richard Nixon zelfs een bezoek aan China.


De Vietnamoorlog duurde uiteindelijk van 1955 - 1975. De VS trokken zich terug uit deze geldverslindende oorlog en het communistische Noord Vietnam werd baas van heel Vietnam.


De VN veiligheidsraad

De wederzijdse steun tussen de VS en China had voor de Volksrepubliek China een belangrijk gevolg: Het land kreeg een eigen vertegenwoordiging in de Verenigde Naties en werd zelfs lid van de Veiligheidsraad. Eindelijk hoorden ze er helemaal bij! De VN Veiligheidsraad is het orgaan van de VN dat vrede en veiligheid moet garanderen in de wereld. De raad bestaat uit vijftien leden, 10 adviserende landen (die elke twee jaar opnieuw gekozen worden uit de VN-leden door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties) en vijf permanente leden. 


Eerst zat daar dus Taiwan, als vertegenwoordiger van China, maar dit lid werd nu vervangen door de Volksrepubliek China. Daarnaast waren Engeland, Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika er lid van. Volksrepubliek China behoort nu nog steeds tot een van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad. Landen die Taiwan nog wel erkennen als onafhankelijke staat, worden door China geboycot, want de Volksrepubliek maakt nog steeds aanspraak op Taiwan, zoals het dat deed op Hongkong. 


China na Mao Zedong

We gaan nu even terug naar de binnenlandse ontwikkelingen van de Volksrepubliek sinds het overlijden van Mao Zedong. De opvolger en nieuwe leider van de CCP was dus Deng Xiaoping, die brak met de culturele revolutie van Mao, maar niet met het communisme. 


Deng Xiaoping bracht een nieuwe politieke koers, die de Vier Moderniseringen genoemd worden: 

1. De eerste modernisering was die op de landbouw. Dit hield in dat boeren meer mogelijkheid kregen om eigen keuzes te maken en niet meer alleen voor de landbouw collectieven hoefde te werken, zoals Mao had ingevoerd. Daarbij mochten de kleine boeren eigen grond bebouwen en landbouwoverschotten verkopen, alsof het particuliere bedrijfjes waren. Dit was geheel in strijd met de ideeën van Mao uit de tijd van de mislukte Grote Sprong Voorwaarts, waar alle boeren collectivistisch te werk moesten gaan doen en overschotten verkocht moesten worden ten behoeve van de staat. Dat werd gedaan om de industrialisatie te financieren. Ook werd landbouwarbeid meer geautomatiseerd, wat betekent dat de boeren niet meer al het zware fysieke werk zelf hoefden te doen.


2. De tweede modernisering was die van wetenschap en technologie. Deze hield in dat er meer investeringen in het onderwijs kwamen. Ook werd de Chinese bevolking aangemoedigd om in het Westen te gaan studeren. Zo gingen Chinese universiteiten samenwerken met buitenlandse universiteiten.


3. De derde modernisering was die van de industrie. In plaats van een economie die compleet in de hand gehouden werd door de staat, kwam er nu ruimte voor marktwerking. Zo werd er dus niet meer geprobeerd om alles in de economie compleet te controleren, maar werd er meer vrijheid gegeven aan commerciële bedrijven om zich te ontwikkelen.


4. De vierde modernisering was die van defensie. Dit hield in dat het leger een moderne training kreeg en dat het wapenarsenaal werd versterkt. Ook werd het leger minder ingezet voor politieke doeleinden. 


Open-deur-politiek

Deze moderniseringen brachten dus onder andere een meer geliberaliseerde economie, wat mede de basis legde voor een minder geïsoleerde internationale positie. China was daarbij steeds meer gericht op open-deur-politiek. Dit houdt in dat het voor buitenlandse ondernemingen makkelijker werd gemaakt om zich in China te vestigen.


De gevolgen van de Vier Moderniseringen en van de open-deur-politiek zorgden voor een snelle economische groei, met een forse toename van het Chinese staatsinkomen. Hierdoor verbeterde niet alleen de levensstandaard voor veel Chinezen (al werden ze soms nog behoorlijk onderdrukt), maar ook kreeg China meer aanzien in de wereld en kon het een wereldmacht worden. 


China als economische en politieke wereldmacht

Na de dood van Mao veranderde er dus veel in China, en veel in positieve zin. Maar een liberalere economie betekende geen liberalisering van de politiek. Op dat gebied bleven er twee dingen onveranderd, waar veel kritiek op komt vanuit de Chinese bevolking:


  1. Ten eerste bleven democratisering en vrijheid van meningsuiting onbespreekbaar voor de CCP onder leiding van Deng Xiaoping, - zoals ook nu nog onder Xi Jin-ping. Voorstanders van politieke hervormingen wordt het zwijgen opgelegd, door lange celstraffen of door vermoord te worden. 
  2. Ten tweede is er binnen de partijtop van de CCP nog altijd veel vriendjespolitiek en corruptie. 


Een oorzaak van de groeiende kritiek was en is dat de Chinese bevolking steeds beter werd opgeleid en steeds meer in contact kwam met de westerse politieke ideeën, zoals een democratie. De bevolking ging zo dus steeds kritischer kijken naar de situatie in hun eigen land. 


Demonstraties

Deze kritiek groeide in het verleden uit tot demonstraties. Zo ontstonden er in 1989 studentendemonstraties op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking. Dat de CCP niks moest weten van een liberalisatie van de politiek, bleek uit hoe de CCP ingreep bij deze demonstraties. Er werd met harde hand op gereageerd door het leger, met behulp van tanks en andere militaire middelen. De machtspositie van de CCP bleef onaangetast. 


In 1997 overleed de leider van de CCP, Deng Xiaoping. Hij werd opgevolgd door Jiang Zemin. Hij bleef dezelfde koers varen als Deng wat betreft de voortzetting van het progressieve economische beleid en het niet zo progressieve politieke beleid. De reden die Jiang Zemin gaf voor het niet liberaliseren van de politiek, was dat hij vond dat er nu eenmaal een sterke centrale overheid nodig was voor een stabiele economie. 


Het Westen en China zochten ondertussen steeds meer toenadering tot elkaar. Dit resulteerde in drie belangrijke gebeurtenissen, met voor sommigen onaangename gevolgen in de eerste twee:

  1. Ten eerste werd Hongkong, een voormalige kolonie van Groot-Brittannië, overgedragen aan China, in 1997. China beloofde weliswaar mensenrechten en democratische rechten te respecteren, maar de studentenprotesten en later massale demonstraties tegen de onderdrukking daar worden nu totaal verboden. Vele leiders zijn gevangen gezet.
  2. Ten tweede werd ook Macao, een voormalige kolonie van Portugal, aan China teruggegeven, in 1999. Het eilandje is een centrum van gokpaleizen. Tot 2049 mag het zelfstandig blijven, behalve op het gebied van buitenlandse zaken en defensie - dat valt onder China. 
  3. Tenslotte trad China in 2001 toe tot de Wereldhandelsorganisatie, de WTO (World Trade Org). Hiermee werd de positie van China als economische grootmacht definitief bevestigd.


Het niet-democratische politieke bewind van China

China heeft een duidelijk niet-democratisch politiek bewind dat economisch min of meer kapitalistisch functioneert, onder toezicht van de communistische partij; dat wel. Dat wil zeggen dat het economisch een zekere vrijheid biedt aan de bevolking en bedrijven, maar dat er wel altijd een soort dictatuur heerst, waarbij er maar één partij, en eigenlijk maar één persoon aan de macht is. China is dus geen democratie, waarbij het volk de regering kan kiezen. Ze blijven dan ook dissidenten en opstandige bevolkingsgroepen vervolgen, zoals nu gebeurt met de Oeigoeren in Noord-China. Dat wil zeggen dat individuen die zich verzetten tegen de CCP en de bijbehorende overheersende opvattingen, vervolgd worden. 


Desondanks is China, ondertussen onder leiding van Xi Jinping, dus wel uitgegroeid tot een politieke en economische wereldmacht.