Maatschappijwetenschappen

1. Introductie van maatschappijwetenschappen

Gegeven door:
Rogier Proper
Beschrijving Begrippen

In deze inleiding op maatschappijwetenschappen gaan we het hebben over wat maatschappijwetenschappen zijn en waarvoor ze dienen. Tevens wordt hier al een groot deel van de begrippen die je later zult tegenkomen samengevat en kort uitgelegd. Denk bijvoorbeeld aan normen en waarden, acculturatie en sociale veranderingen.

A.1 Introductie van maatschappijwetenschap

ThumbnailPlay
A.2 Vaardigheden en begrippen (concepten)

Op deze pagina leer jij over wat maatschappijwetenschappen zijn en waar ze voor dienen.


Maatschappijwetenschappen

Maatschappijwetenschappen, ook wel sociale wetenschappen genoemd, bestuderen maatschappijen, samenlevingen, en in het bijzonder het gedrag van groepen mensen binnen die samenlevingen. Zo kijken ze naar de manier waarop ze hun maatschappij of groep organiseren. Want een maatschappij is een vorm van samenleven, het heeft een structuur.


De volgende vraag is: ‘Wat is een maatschappij?’ Een maatschappij is vorm van samenleven. Het is een samenleving die bestaat uit hele hoop individuen, en die behoort tot vele verschillende groepen, mini-maatschappijtjes, zeg maar. Het zijn mini-samenlevinkjes, allemaal met hun eigen regels en gedragsvormen. Het gezin, families, bedrijven, scholen, verenigingen, clubs, politieke partijen, kerken; allemaal hebben ze hun eigen opvattingen of regels over hoe je moet samenleven, maar ook over hoe je met al die groepen samen moet samenleven in de maatschappij.


Socialisatoren

Deze minimaatschappijen noemen we socialisatoren. Zij socialiseren de individuen tot sociale wezens - tot leden van de maatschappij -, die gericht zijn op hun groep en de groepsleden. Dat doen die socialisatoren met behulp van het leren of afdwingen van normen en waarden bij de leden van de groep. Normen zijn gedragsregels en voorschriften over gedrag, dus hoe de groepsleden zich horen te gedragen, en waarden zijn de opvattingen, geloven en ideeën over hoe dat wenselijk gedrag er uit moet zien.


De socialisatoren nog even op een rij:

1. Gezin, familie.

De kleinste eenheid als groep, kun je zeggen, bestaat uit twee personen. Zij vormen, een gezin ook wel huishouden genaamd, vooral als daar kinderen bijkomen. Binnen deze groep begint het socialiseren, dat is het gereed maken voor de gemeenschap. Kinderen leren van hun ouders en familieregels: hoe zich te gedragen, wat wel en niet mag, wat goed is en slecht, wat mooi is en lelijk, met wie je wel of niet moet omgaan, enz. Ook de volwassenen in het gezin, die zélf weer uit verschillende groepen stammen, leren van en aan elkaar. Men leert wat 'goed' is, wat 'hoort', of niet.


2. Scholen.

Maar iedereen begeeft zich ook in andere groepen met hun normen en waarden en opvattingen, gebruiken en regels. Ook die hebben weer invloed op het al of niet gewenste gedrag. Scholen in de eerste plaats, waarbij in sommige gemeenschappen religie met z'n soms strenge gedragsregels en voorschriften een belangrijke rol speelt.


3. Vriendengroepen.

Ook zijn er vriendengroepen en clubs, waar al of niet informele opvattingen over gedrag worden opgedaan.


4. Werk.

Vervolgens begeeft men zich naar het werk, waar ook de nodige omgangsvormen een rol spelen en geleerd worden. Veel van de (gedrags)regels die men daar leert worden als vanzelfsprekend ervaren. Je gedraagt je naar de norm en wie dat niet doet, wordt gestraft of wordt erop aangekeken of wordt uitgesloten (wat beide ook een vorm van straf is).


Sociale verandering

Sociale veranderingen, d.w.z. de veranderingen van de gedragsregels, in een maatschappij gaan vaak gepaard met conflicten. En ook daarvoor zijn er manieren bedacht om die op te lossen. In de jaren zestig, zeventig van vorige eeuw werd er bijvoorbeeld onder invloed van de nieuwe jeugdcultuur toen, veel strenge regels op scholen en universiteiten en in de samenleving betwist. Men bedacht vervolgens, na vele conflicten, het verschijnsel van de inspraak om de conflicten te beteugelen, iedereen mocht in principe meepraten over nieuwe regels. In de Nederlandse maatschappij werd men toen in het algemeen een stuk toleranter dan in vele andere maatschappijen in de wereld. Afwijken van de norm is hier vaak toegestaan; in sommige subgroepen geeft dat zelfs status of populariteit.


Waar dienen maatschappijwetenschappen voor?

Sociologie kijkt naar hoe mensen zich als groep en binnen groepen gedragen in een maatschappij; hoe ze zich organiseren. Politicologie kijkt naar machtsverhoudingen binnen en tussen samenlevingen en hoe men omgaat met politieke vraagstukken. Voor het examen en je toets op de middelbare school houden we het bij sociologie en politicologie, twee hoofdstromingen binnen dit vak.