In deze samenvatting voor maatschappijwetenschappen leggen we uit hoe een maatschappij zich vormt door het proces van socialisatie en het vormen van een identiteit. Dit doen we door een aantal belangrijke sleutelbegrippen te doorgronden zoals cultuur, stereo-typeringen en verschillende vormen van identiteit.
3. Socialisatie, cultuur en identiteit

verwijst naar het proces van verwerving van een bepaalde identiteit.
geeft antwoord op de vraag: ‘’wie ben ik?’’. Kenmerken hiervan zijn bijvoorbeeld je uiterlijke of psychische eigenschappen.
zijn meningen over een groep mensen die niet gebaseerd zijn op feiten, maar op bijvoorbeeld ‘van horen zeggen’ of een eenmalige ervaring. Vooroordelen kunnen ook neutraal zijn al is dat meestal niet het geval.
zijn vaststaande beelden, generalisaties en veronderstellingen over een bepaalde groep mensen. Ze zijn vaak vereenvoudigd en vertekend. Stereotypen hoeven niet per se negatief te zijn.
is een verandering in cultuur komt tot stand wanneer de rol en het belang van socialisatoren veranderen.
is het proces waarbij mensen zich de waarden, normen, opvattingen en gedragingen van een bepaalde samenleving of groep eigen maken. Voor mensen is dit een soort ‘tweede natuur’
ook wel ontkerkelijking genoemd betekent dat de kerk (religie) steeds minder invloed krijgt op de samenleving.
nurture gaat over je eigen natuur of aard, nature gaat over je opvoeding of omgevingsfactoren. Het nurture-nature debat gaat in essentie over hoe eigenschappen van een individu tot stand komen. Zijn deze aangeleerd of genetisch bepaald?
geeft antwoord op de vraag: wie denken andere dan ik ben, welke indruk maak ik? Het gaat om de betekenis van hun kenmerken binnen de groep en maatschappij, de betekenis van hun gedragingen en hoe daarop gereageerd wordt.
omvat de kennis, omgangsvormen, smaak of opvattingen die je een zekere status kunnen geven in de samenleving.
omvat de financiële middelen zoals bezit, inkomen/vermogen.
hier gaat het om de positie van bijvoorbeeld een gezin in de maatschappij op het gebied van: economisch, sociaal en cultureel kapitaal.
factoren die ervoor zorgen dat een individu zich de cultuur van een groep of samenleving eigen maakt.
zijn regels die mensen ongedwongen naleven omdat ze het eens zijn met deze regels, denk bijvoorbeeld aan netjes achterin de rij aansluiten bij de kassa in de supermarkt.
zijn formele en informele regels hoe je met elkaar omgaat en dient om te gaan doorgegeven aan de eigen groep.
is het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.
is het beeld dat je hebt van jezelf en dat je uitdraagt naar anderen.
omvat de connecties en netwerken door werk in de maatschappij die je verder kunnen helpen.
Dit gaat om vrij algemene kenmerken van een groep: welke typische kenmerken vindt men blijvend bij een bepaalde groep behoren bijvoorbeeld ‘’de jeugd’’ of ‘’bejaarden’’
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is de consument een belangrijke partij. Door minder vlees en zuivel te consumeren kan de
consument een groot effect hebben op de landbouw. Om Nederlanders aan te sporen iets minder vlees te eten organiseert influencer Isabel
Boerdam sinds 2018 de campagne De Week Zonder Vlees.
Leg uit met een kernconcept bij het hoofdconcept vorming dat influencer Boerdam kan bijdragen aan een milieuvriendelijker consumptiepatroon
van haar publiek. Gebruik in je uitleg de naam en de omschrijving van het kernconcept bij het hoofdconcept vorming. Je mag het kernconcept cultuur niet gebruiken.
Voorbeeld van een juist antwoord:
Influencer Boerdam kan bijdragen aan een milieuvriendelijker consumptiepatroon van haar publiek door met haar campagne de norm eten zonder vlees over te dragen. Boerdam draagt bij aan een milieuvriendelijker consumptiepatroon als haar publiek zich deze norm eigen maakt. Op die manier kan Boerdam bijdragen aan de socialisatie van haar publiek.