In deze samenvatting voor maatschappijwetenschappen leren we je over politieke socialisatie, ideologieën en politieke stromingen in het kader van de vorming van individuen tot leden van een groep of samenleving. We zullen hier kijken naar hoe verschillende politieke partijen verdeeld zijn, welke stromingen we allemaal kennen en verschillende paradigma's.
5. Politieke socialisatie, ideologieën en politieke stromingen in Nederland

is de manier waarop iemand wordt gevormd tot sociaal wezen, dus tot een lid van een groep. Het is het proces waarbij hij de normen en waarden van de groep, van de groepscultuur, in zich opneemt, internaliseert.
denkt dat het de functie is van de cultuur om de stabiliteit en het voortbestaan van de samenleving te bevorderen. Het paradigma ziet de samenleving als een sociaal systeem gericht op consensus, overeenstemming. Wetenschapsaanhangers van deze gedachte onderzoeken bijvoorbeeld hoe politieke socialisatie met dat consensus-doel politieke cultuur overdraagt.
Een postmaterialistische partij vindt economische groei juist minder belangrijk en legt de nadruk op het milieu en op bestrijden van sociaal onrecht.
is een politieke stroming die streeft naar het vormen van een samenwerking van naties in een unie.
is een politieke ideologie die stelt dat de staat als politieke eenheid moet voortvloeien uit de natie als historisch gegroeide sociaal-culturele eenheid.
Het wil dat de overheid, de staat, zwakkeren en minderheden beschermt en streeft naar gelijke kansen voor iedereen door verdeling van de macht en goederen, dus van economische macht. De overheid moet sociale verschillen verminderen.
Deze politieke ideologie streeft van oudsher naar vrijheid van het individu, zonder bemoeienis van de overheid in de samenleving.
gaat er vanuit dat je maatschappelijke verschijnselen het beste kunt verklaren uit belangenconflicten. Politieke socialisatie in opvoeding en opleiding zal de ongelijkheid in de samenleving bevorderen. Met gevolgen voor de verdeling van maatschappelijke posities naar etniciteit, gender en sociale klasse.
Dat is een politieke stroming die wil dat godsdienstige waarden de politiek beïnvloeden.
staat voor vooruitstrevend, vrijheid bevorderend, veranderingsgezind
Rechts heeft de opvatting dat economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, zonder ingrijpen van de overheid, de beste manier is om mensen gelijke kansen te geven.
Linkse opvattingen willen gelijkheid voor iedereen bevorderen. Het is een streven naar gelijkheid van inkomen en onderwijs (kennis) en macht. Het is de staat (overheid) die de zwakkeren in de samenleving daarbij moet helpen.
is een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden, meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen.
ook wel een dictatuur genoemd, binnen zo’n regime wordt gepropageerd dat de opperste leider het beste met je voorheeft en de waarheid in pacht. Hem en zijn handlangers gehoorzamen is dus het beste voor je. Bijvoorbeeld in het Turkije van Erdogan
het gaat hierbij om het begrip macht, dus hoe mensen de regels of normen leren die in een groep bestaan om met macht om te gaan, politieke macht wel te verstaan, dat wil zeggen: regels over het besturen van de groep of samenleving.
staat voor behoudend, tegen verandering of vernieuwing.
Dit zegt dat de groepsleden geloven in een onder invloed van de groepscultuur geconstrueerde werkelijkheid, die niet altijd klopt met echte werkelijkheid. Juist politieke socialisatie zal zo een bijna ‘’heilig geloof’’ creëren in de idealen van de betreffende ideologie.
In anderhalve eeuw is Hongkong van een klein dorp met een lokale handelspost uitgegroeid tot een wereldstad met zeven miljoen inwoners en een mondiaal handelscentrum. De grote aantallen arbeidsmigranten in Hongkong komen vooral van het vasteland van China, maar ook uit
Zuidoost-Aziatische landen. Volgens de officiële berekeningen van Hongkong uit 2016 wonen ruim 200.000 van deze arbeidsmigranten in appartementen die zijn opgedeeld in kleine eenheden. De woonruimtes zijn veelal voor één persoon en niet veel groter dan een doodskist, een ‘coffin’.
Stel dat jij vanuit het sociaalconstructivisme-paradigma wilt onderzoeken of bewoners van ‘coffin homes’ een sociale categorie of een groep zijn.
Voor dit onderzoek formuleer je verschillende vragen, waaronder: “Hebben bewoners van ‘coffin homes’ afspraken met elkaar over etenstijden? Zo ja, welke afspraken?”
Leg uit dat de gegeven onderzoeksvraag past binnen het sociaalconstructivisme-paradigma. Gebruik in je uitleg een kenmerk van het sociaalconstructivisme-paradigma.
Voorbeeld van een juist antwoord:
• Deze onderzoeksvraag past binnen het sociaalconstructivisme-paradigma, omdat volgens dit paradigma de sociale werkelijkheid in interactie geconstrueerd wordt, zoals het onderling maken van afspraken door de bewoners van ‘coffin homes’ over wat etenstijden zijn