Maatschappijwetenschappen

5. Politieke socialisatie, ideologieën en politieke stromingen in Nederland

Gegeven door:
Rogier Proper
Beschrijving Begrippen

In deze samenvatting voor maatschappijwetenschappen leren we je over politieke socialisatie, ideologieën en politieke stromingen in het kader van de vorming van individuen tot leden van een groep of samenleving. We zullen hier kijken naar hoe verschillende politieke partijen verdeeld zijn, welke stromingen we allemaal kennen en verschillende paradigma's.

Socialisatie

is de manier waarop iemand wordt gevormd tot sociaal wezen, dus tot een lid van een groep. Het is het proces waarbij hij de normen en waarden van de groep, van de groepscultuur, in zich opneemt, internaliseert.

Functionalisme-Paradigma

denkt dat het de functie is van de cultuur om de stabiliteit en het voortbestaan van de samenleving te bevorderen. Het paradigma ziet de samenleving als een sociaal systeem gericht op consensus, overeenstemming. Wetenschapsaanhangers van deze gedachte onderzoeken bijvoorbeeld hoe politieke socialisatie met dat consensus-doel politieke cultuur overdraagt.

Postmaterialisme

Een postmaterialistische partij vindt economische groei juist minder belangrijk en legt de nadruk op het milieu en op bestrijden van sociaal onrecht.

Internationalisme

is een politieke stroming die streeft naar het vormen van een samenwerking van naties in een unie.

Nationalisme

is een politieke ideologie die stelt dat de staat als politieke eenheid moet voortvloeien uit de natie als historisch gegroeide sociaal-culturele eenheid.

Socialisme

Het wil dat de overheid, de staat, zwakkeren en minderheden beschermt en streeft naar gelijke kansen voor iedereen door verdeling van de macht en goederen, dus van economische macht. De overheid moet sociale verschillen verminderen.

Liberalisme

Deze politieke ideologie streeft van oudsher naar vrijheid van het individu, zonder bemoeienis van de overheid in de samenleving.

Conflict-Paradigma

gaat er vanuit dat je maatschappelijke verschijnselen het beste kunt verklaren uit belangenconflicten. Politieke socialisatie in opvoeding en opleiding zal de ongelijkheid in de samenleving bevorderen. Met gevolgen voor de verdeling van maatschappelijke posities naar etniciteit, gender en sociale klasse.

Confessionalisme

Dat is een politieke stroming die wil dat godsdienstige waarden de politiek beïnvloeden.

Progressief

staat voor vooruitstrevend, vrijheid bevorderend, veranderingsgezind

Rechtse opvattingen

Rechts heeft de opvatting dat economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, zonder ingrijpen van de overheid, de beste manier is om mensen gelijke kansen te geven.

Linkse opvattingen

Linkse opvattingen willen gelijkheid voor iedereen bevorderen. Het is een streven naar gelijkheid van inkomen en onderwijs (kennis) en macht. Het is de staat (overheid) die de zwakkeren in de samenleving daarbij moet helpen.

Ideologie

is een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden, meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen.

Totalitair regime

ook wel een dictatuur genoemd, binnen zo’n regime wordt gepropageerd dat de opperste leider het beste met je voorheeft en de waarheid in pacht. Hem en zijn handlangers gehoorzamen is dus het beste voor je. Bijvoorbeeld in het Turkije van Erdogan

Politieke socialisatie

het gaat hierbij om het begrip macht, dus hoe mensen de regels of normen leren die in een groep bestaan om met macht om te gaan, politieke macht wel te verstaan, dat wil zeggen: regels over het besturen van de groep of samenleving.

Conservatief

staat voor behoudend, tegen verandering of vernieuwing.

Sociaal Constructivisme-Paradigma

Dit zegt dat de groepsleden geloven in een onder invloed van de groepscultuur geconstrueerde werkelijkheid, die niet altijd klopt met echte werkelijkheid. Juist politieke socialisatie zal zo een bijna ‘’heilig geloof’’ creëren in de idealen van de betreffende ideologie.

B.1 Socialisatie, politieke socialisatie en paradigma-visies

Wil jij alles weten over politieke socialisatie, ideologieën, politieke stromingen in Nederland en paradigma’s? Dan zit je op deze pagina helemaal goed! Naast deze samenvatting raden wij jou aan om onze uitlegvideo ook te bekijken, om je nog beter voor te bereiden op het eindexamen maatschappijwetenschappen. De video wordt ondersteund door begrippenlijsten, quizvragen en oude examenvragen, zodat je ook kan oefenen voor het examen. Laten we van start gaan met het eerste onderwerp: politieke socialisatie.


Wat is socialisatie?

Socialisatie is de manier waarop iemand wordt gevormd tot sociaal wezen, dus tot een lid van een groep. Het is het proces waarbij hij de normen en waarden van de groep, van de groepscultuur, in zich opneemt, internaliseert.


Politieke socialisatie

Politíeke socialisatie is hetzelfde, alleen gaat het hierbij om het begrip macht, dus hoe mensen de regels of normen leren die in een groep bestaan om met macht om te gaan. Politieke macht wel te verstaan, dat wil zeggen: regels over het besturen van de groep of samenleving. Net als bij socialisatie zijn de socialisatoren, invloedssferen, zeg maar, hierbij:


1. Het gezin en de familie, je omgeving, het onderwijs, religie;

2. en vooral de media spelen daar nu een grote rol bij. Via de media maak je kennis met politici en hun ideeën.

3. Verder zal de sociaaleconomische klasse waar je bij hoort, je positie daarin, van invloed zijn op je politieke denkbeelden.


Mensen passen zich vaak aan, zo blijkt, aan de politieke opvattingen van de groep waar hij toe hoort. Ofwel: hier, in deze drie invloedssferen hiervoor wordt de politieke cultuur geleerd.


Ideologieën

Politieke partijen en politieke systemen houden er ideologieën op na. Dat zijn overtuigingen en standpunten en ideeën over de inrichting van een samenleving, en dan vooral wat betreft de machtsstructuren en machtsverdeling en de economische orde. Deze ideeën zijn samengebracht, verwoord, in een ideologie. Deze vormt de basis van het politieke denken en handelen van de aanhangers daarvan.


Ook in Nederland hebben alle politieke partijen zo'n beeld van hoe de samenleving er idealiter uit zou moeten zien. Deze ideeën (ideologieën) gaan over de politiek, economie en sociale cultuur.

Politiek: volgens welk systeem moet de macht worden verdeeld? Democratisch? Sociaaldemocratisch? Liberaal?

Economisch: hoe moeten de productiemiddelen tot stand komen en verdeeld (gedistribueerd) worden? Volgens een kapitalistisch systeem? Socialistisch? Ergens ertussenin?

Sociaal-cultureel: Wie mag er toegang hebben tot kennis en hoe? Of: Hoe groot mag de vrijheid zijn van een individu in een samenleving?


De standpunten hierover worden grofweg onderscheiden in drie denkrichtingen: links, midden en rechts.

Links: Linkse opvattingen willen gelijkheid voor iedereen bevorderen, desnoods door middel van ingrijpen van de overheid. Je vindt het bij sociaaldemocratische of zelf links-liberale stromingen in de politiek. Het is een streven naar gelijkheid van inkomen, onderwijs (kennis) en macht. Het is de staat (overheid) die de zwakkeren in de samenleving daarbij moet helpen.

Midden: Middenpartijen zijn niet zo uitgesproken in dit soort opvattingen. Nu een beetje links, dan weer een beetje rechts. Confessionele partijen, of links-liberale partijen vinden we hier.

Rechts: Rechts heeft de opvatting dat economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, zonder ingrijpen van de overheid, de beste manier is om mensen gelijke kansen te geven. En dat dat de meeste voorspoed geeft aan een samenleving, waarbij machtsverschillen en inkomensongelijkheid die dan ontstaan op de koop toe moeten worden genomen. De staat is er niet in de eerste plaats voor om mensen tegen elkaar in bescherming te nemen. Liberale en conservatieve partijen hangen deze gedachten aan.


Er is ook nog een ander politiek onderscheid mogelijk met de termen progressief en conservatief.

Progressief staat voor vooruitstrevend, vrijheid bevorderend, veranderingsgezind

Conservatief staat voor behoudend, tegen verandering of vernieuwing.

Overigens kan bijvoorbeeld een liberale partij behoudend zijn op economisch gebied en tegelijk vrijheid bevorderend op het gebied van individuele rechten.


Je kan dus politieke denkbeelden ideologieën en stromingen en partijen in Nederland en de wereld met allerlei aanduidingen typeren: links, rechts - progressief, conservatief, nationalistisch, etc. Maar al die partijen bij elkaar in Nederland vormen tezamen al zo'n honderd jaar lang drie politieke hoofdstromingen: confessionalisme, liberalisme en socialisme.


Confessionalisme

Dit is een politieke stroming die wil dat godsdienstige waarden de politiek beïnvloeden. Sinds de 19e eeuw bestaat dit al en het gaat over waarden van het christelijke geloof, zoals harmonie en samenwerking, en inspiratie uit de Bijbel. Huidige partijen als het CDA, De Christen Unie en de SGP horen hiertoe. Het zijn middenpartijen.


Liberalisme

Deze politieke ideologie streeft van oudsher naar vrijheid van het individu, zonder bemoeienis van de overheid in de samenleving. Dat kan gaan om persoonlijke vrijheden zoals euthanasie of abortus, maar vooral ook om economische vrijheden, zoals een vrijemarkteconomie, waarin de overheid zo min mogelijk regels stelt. Dus bijvoorbeeld een collectieve voorziening als het openbaar vervoer, kan beter uitgevoerd worden door particuliere bedrijven dan door en staatsbedrijf, - vinden ze. De VVD is zo'n liberale partij; een partij rechts van het midden.


Socialisme

Derde stroming - die overigens de laatste jaren steeds meer in betekenis afneemt - is het socialisme. Het wil dat de overheid, de staat, zwakkeren en minderheden beschermt en streeft naar gelijke kansen voor iedereen door verdeling van de macht en goederen, dus van economische macht. De overheid moet sociale verschillen verminderen. Voorbeelden: PvdA en SP. Ook GroenLinks komt voort uit een socialistische partij.


Paradigma’s

In een eerdere vwo-video hadden we het er al over dat je maatschappelijke vraagstukken in de maatschappijwetenschappen kunt bekijken vanuit zogeheten paradigma's.


• Het functionalisme-paradigma: denkt dat het de functie is van de cultuur om de stabiliteit en het voortbestaan van de samenleving te bevorderen. Het paradigma ziet de samenleving als een sociaal systeem gericht op consensus, overeenstemming. Aanhangers van deze gedachte onderzoeken bijvoorbeeld hoe politieke socialisatie met dat consensus-doel politieke cultuur overdraagt.


• Het conflict-paradigma: gaat ervan uit dat je maatschappelijke verschijnselen het beste kunt verklaren uit belangenconflicten. Politieke socialisatie in opvoeding en opleiding zal de ongelijkheid in de samenleving bevorderen. Met gevolgen voor de verdeling van maatschappelijke posities naar etniciteit, gender en sociale klasse.


• Het sociaal-constructivisme-paradigma: Dit zegt dat de groepsleden geloven in een onder invloed van de groepscultuur geconstrueerde werkelijkheid, die niet altijd klopt met echte werkelijkheid. Juist politieke socialisatie zal zo een bijna 'heilig geloof' creëren in de idealen van de betreffende ideologie.


• Het rationele actor-paradigma: Deze visie op de maatschappijontwikkeling vindt dat mensen in de eerste plaats handelen vanuit eigenbelang. Daardoor ontstaan er grote maatschappelijke verschillen. Leden van een samenleving zullen bij hun politieke socialisatie openstaan voor een ideologie, die naar hun idee hun positie zal verbeteren of bevestigen.


Door vanuit deze paradigma's samenlevingen te bekijken en vergelijken krijgt 'politieke socialisatie' steeds weer een verrassende invulling.