In deze uitlegvideo voor natuurkunde vwo gaan we het hebben over Ioniserende straling. Hierbij zullen we kijken naar de deeltjes die als ioniserende straling kunnen werken. Dit zijn: alfastraling, bètastraling, gammadeeltjes en röntgenstraling. Hierbij komt alles aan bod wat je over de deeltjes moet weten. Succes met leren!
1. Ioniserende straling (soorten deeltjes)
Bestaat uit heliumkernen. Heeft een groot ioniserend vermogen, maar een klein doordringend vermogen en een geringe dracht
Een eenheid die de de kleinste bouwsteen van de moleculen vormt
Het centrum van een atoom, bestaande uit protonen (positief geladen deeltjes) en neutronen (neutraal geladen deeltjes)
Bestaat uit elektronen. Heeft een gemiddeld doordringend en ioniserend vermogen en een vrij grote dracht
De indringdiepte. Per ionisatie gaat er 10 eV verloren. Omdat energie dus gebruikt wordt, zal de energie na een tijdje op raken. Hierdoor is er een maximale indringdiepte. Deze is afhankelijk van het materiaal
Zeer kleine, negatief geladen deeltjes om een atoom
Een stralingsdeeltje dat energie bevat. Deze energie wordt vaak uitgedrukt in eV (1 = 1,602 ∙ 10−19 , zie BINAS tabel 5)
Bestaat uit fotonen. Heeft een zeer klein ioniserend vermogen, zeer groot doordringend vermogen en een grote dracht
Een geladen atoom, positief (te weinig elektronen) of negatief (te veel elektronen)
Wanneer een atoom zo energierijk wordt dat het elektronen weg kan schieten. De minimale energie voor een ionisatie ligt tussen de 2 en 4 eV (binas Tb 24). De formule voor het berekenen van de energie is: E=h*f=h·c/λ
Straling die door muren en wolken heen gaat.