Dosis (D)
De hoeveelheid energie die een ioniserende straling afgeeft aan een materie, wordt de dosis genoemd. D=E/m , met D in Gray, E energie in Joule en m de massa in kg
Dosisequivalent
Blootstelling aan ioniserende straling door bestraling of besmetting is altijd schadelijk. Het wordt uitgedrukt in dosisequivalent. Deze hangt af van de geabsorbeerde stralingsenergie, de lichaamsmassa en de soort straling: H= wR· Eabs/m, waarbij H= dosisequivalent (Sv), wR= weegfactor, Eabs= geabsorbeerde energie (J), m= massa (kg)
Halveringsdikte
De intensiteit van straling nadat het door een voorwerp heen is gevallen, waarin het gedeeltelijk is geabsorbeerd. Hangt af van de dikte van het materiaal en de halveringsdikte (d½). Hierbij geldt: I = I0·½d/d1/2, waarbij I = intensiteit (W), I0 = opvallende intensiteit (W), d = diepte (cm), d1/2= halveringsdikte (cm)
Isotopen
Atomen met hetzelfde atoomnummer maar een verschillend massagetal
Radioactiviteit
Het verval van onstabiele isotopen waarbij ioniserende straling vrijkomt
Besmetting
Hierbij komt de radioactieve bron in het lichaam terecht, dit is gevaarlijker dan bestraling want je kan niet weggelopen zoals bij de bestraling
Bestraling
De radioactieve bron bevindt zich buiten het lichaam, het lichaam ondervindt schade door de straling
Stralingsbeschermingsnormen
Dit is de maximale effectieve dosis in millisievert per jaar die is toegestaan
Stralingsweegfactor
Deze factor staat gelijk aan 1 voor gamma en bètastraling maar voor 20 voor alfastraling. Dit komt omdat het alfa deeltje veel groter is dan de andere deeltjes