Natuurkunde

17. Oefenopgave: een balk en een wip

Gegeven door:
Tom Fürstenberg
Beschrijving Begrippen

In deze natuurkunde video bespreken we het krachtmoment aan de hand van een oefenopgave over een balk en een wip. Het filmpje eindigt met een korte samenvatting.

Balans

Een evenwicht tussen twee massa’s. Als de versnelling 0 is, is de netto kracht 0

Evenwicht

De toestand van rust door een gelijk gewicht aan weerszijden van de balans

Krachtmoment

De maat voor het draai-effect van een kracht

Momentenwet

Een formule om het krachtmoment van een kracht te berekenen: M = F x I, waarin M = moment (in Nm), F= kracht (in N) en I is de lengte tussen de krachten en het draaipunt (in m)

Zwaartekracht (𝐹𝑧 )

De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatie genoemd. Je berekent de zwaartekracht met de formule Fg=G×m×Mr2: F is de gravitatiekracht, m en M zijn de massa’s van twee voorwerpen, r is de afstand tussen de zwaartepunten en G is de gravitatieconstante (Binas tabel 7A)

Hefboom

Een mechanisme waarmee de kracht die je uitoefent door beweging vergroot kan worden. Het bestaat uit een soort staaf die draait om een draaipunt

Krachtarm

De loodrechte afstand van de werklijn van de kracht naar het punt waar omheen het voorwerp kan draaien

Massa

Een natuurkundige grootheid die de hoeveelheid van iets aangeeft. Het wordt uitgedrukt in kilogram

Newton

De eenheid voor de grootheid kracht

Zwaartekracht (𝐹𝑧 )

De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatie genoemd. De zwaartekracht kun je berekenen met de formule Fz = m*g, waarbij m de massa in kilogram is en g voor de constante valsnelheid staat. Op aarde is de constante valsnelheid 9,81 m/s

Zwaartepunt

Het punt ten opzichte waarvan de massa van een object in evenwicht is

B1: Kracht en beweging

B2: Energie en wisselwerking

B3: Cirkelbewegingen en middelpuntzoekende kracht

B4: Zonnestelsel en heelal