Natuurkunde

4. De tweede wet van Newton

Gegeven door:
Emiel Woutersen
Beschrijving Begrippen Examenvragen

In deze natuurkunde uitlegvideo gaan we specifiek kijken naar de tweede wet van Newton. We besteden veel aandacht aan deze tweede wet, omdat het een veel voorkomende wet is en waarschijnlijk ook voor zal komen op het natuurkunde examen.

De tweede wet van Newton

De versnelling is recht evenredig met de kracht, maar omgekeerd evenredig met de massa 

Helling

Een schuin oplopend of aflopend vlak op straat of in een landschap

Normaal kracht

De kracht die loodrecht op de beweging werkt

Resulterende kracht

De optelling van krachten in dezelfde richting min de krachten in tegengestelde richting 

Versnelling

De toename in snelheid van een voorwerp per eenheid van tijd

Wrijvingsarbeid

Bij bewegen met een constante snelheid is een voorwaartse kracht nodig om de beweging in stand te houden, tegen de tegenwerkende wrijvingskrachten in. De geleverde energie wordt omgezet in een andere energiesoort: warmte

Zwaartekracht (𝐹𝑧 )

De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatie genoemd. Je berekent de zwaartekracht met de formule Fg=G×m×Mr2: F is de gravitatiekracht, m en M zijn de massa’s van twee voorwerpen, r is de afstand tussen de zwaartepunten en G is de gravitatieconstante (Binas tabel 7A)

Vectorgrootheid

Een vectorgrootheid heeft niet alleen een grootte, maar ook een richting en een aangrijpingspunt

Valversnelling

De versnelling waarmee een object valt

Eenparig

Met een constante snelheid

Momenteel zijn er nog geen examenvragen voor deze video.
B1: Kracht en beweging

B2: Energie en wisselwerking

B3: Cirkelbewegingen en middelpuntzoekende kracht

B4: Zonnestelsel en heelal