In deze video behandelen we de vijfde opgave van het natuurkunde vwo-examen van 2012, tijdvak 1. De examenopgave gaat over elektrische energie, kinetische energie, de Lorentzkracht, de middelpuntzoekende kracht en andere onderwerpen. De video eindigt met een korte samenvatting. Gebruik deze kennisclip als aanvulling op je examentraining, zodat je straks goed voorbereid je natuurkunde examen kunt gaan maken!
Examenopgave 2012 (1), opgave 5

Een formule voor het berekenen van de baansnelheid is: v=2πrT. Voor een eenparige cirkelbeweging is de middelpuntzoekende kracht vereist. Deze bereken je met de formule Fmpz= m×v2r. Door de gravitatiekracht gelijk te stellen aan de middelpuntzoekende kracht en deze te delen door m, kun je de massa van een planeet of ster berekenen
De fysica van het elektromagnetische veld; een vectorveld dat de hele ruimte beslaat en uit twee componenten bestaat: het elektromagnetische veld en het elektrische veld
Met de handregel kun je de richting van de Lorentzkracht bepalen. Voor de rechterhand geldt het volgende: met de duim bepaal je de stroomrichting en met de vingers de magnetische veldlijnen richting de Lorentzkracht
Een voorwerp dat beweegt heeft energie: kinetische energie of bewegingsenergie (symbool: 𝐸k). De kinetische energie van een voorwerp hangt af van de massa en de snelheid van het voorwerp: 𝑬k = 𝟏 𝟐 ∙ 𝒎 ∙ 𝒗^𝟐 . In deze formule is 𝐸k de kinetische energie (in J), 𝑚 de massa (in kg) en 𝑣 de snelheid (in m/s) van het voorwerp
De voortstuwende kracht van een ijzeren staaf tussen twee stroomdraden en een magneet
Een kracht die op een voorwerp werkt dat in een cirkelbaan beweegt. Deze kracht zorgt ervoor dat die beweging constant naar het middelpunt van de cirkel wordt afgebogen
Een positief geladen (+1) subatomair deeltje met een gewicht van 1u
Om de spanning te berekenen kun je de formule U=E/Q of 1 V=1 J/C gebruiken
I=Q/t (Q is lading in Coulomb). 1 Ampère is 1 Coulomb per seconde
De eenheid van elektrische stroomsterkte, met het symbool A