Deze video gaat over de tweede opgave van het natuurkunde examen van 2014, tijdvak 1. Deze examenopgave gaat over krachtmetingen, en we bespreken onder andere weerstand, de omlooptijd en een diode. Je kunt deze video gebruiken als onderdeel van je examentraining, zodat je straks goed voorbereid bent!
Examenopgave 2014 (1), opgave 2
Een onderdeel dat de stroom slechts in één richting doorlaat
Een diode die licht geeft als er stroom door gaat. Leds gebruiken weinig energie en gaan lang mee
De kracht die loodrecht op de beweging werkt
De tijd die een hemellichaam er over doet om één keer om het hemellichaam waar het een satelliet van is te draaien
Bij een parallelschakeling is overal dezelfde spanning van de bron en de stroomsterkte wordt verdeeld (I totaal = I1+ I2+ I3 etc.). De takstromen zijn evenreding met de geleidbaarheid van de takken (I1: I2 = G1: G2)
Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk, de spanning van de bron wordt gedeeld (U totaal = U1+ U2+ U3 etc.). De deelspanningen zijn recht evenreding met de weerstandswaarden (U1: U2: … = R1: R2:…) en de vervangingsweerstand is de som van alle weerstanden (R totaal = R1+ R2+ R3 etc.)
Om de spanning te berekenen kun je de formule U=E/Q of 1 V=1 J/C gebruiken
De eenheid voor elektrische potentiaal en elektrische spanning, aangegeven met het symbool V
De eigenschap van materialen om de doorgang van een elektrische stroom te belemmeren
De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatie genoemd. De zwaartekracht kun je berekenen met de formule Fz = m*g, waarbij m de massa in kilogram is en g voor de constante valsnelheid staat. Op aarde is de constante valsnelheid 9,81 m/s