In deze video behandelen we de eerste opgave van het natuurkunde vwo-examen van 2014, tijdvak 2. De examenopgave gaat over de skydiver, en we bespreken onder andere het krachtmoment en energiebehoud. De video eindigt met een aantal tips & tricks. Je kunt deze opgave gebruiken om je goed voor te bereiden op het eindexamen en/of andere toetsen.
Examenopgave 2014 (2), opgave 1
Een fysische grootheid die uitdrukt in hoeverre een systeem arbeid kan verrichten of warmte kan produceren. De eenheid van energie is Joule
Bij elke energieomzetting blijft de totale hoeveelheid energie behouden. Dit noemen we de wet van behoud van energie. In de vorm van een formule is deze wet te schrijven als: 𝑬𝐭𝐨𝐭,𝐢𝐧 = 𝑬𝐭𝐨𝐭,𝐮𝐢𝐭. In deze formule zijn 𝐸tot,in en 𝐸tot,uit de totale hoeveelheid energie (in J) die de energieomzetter in gaat en uit komt
De kracht die loodrecht op de beweging werkt
Een vierhoek die uit twee paren van evenwijdige zijden bestaat
Een massa, opgehangen aan het uiteinde van een koord of staaf die aan de bovenzijde draaibaar is. Als de massa opzij getrokken wordt en daarna wordt losgelaten, zal de massa heen en weer bewegen onder invloed van zwaartekracht
Een kracht die een langwerpig voorwerp (bijvoorbeeld een touw) gespannen houdt; meestal doordat dit voorwerp iets kan op- of aantrekken
Bij bewegen met een constante snelheid is een voorwaartse kracht nodig om de beweging in stand te houden, tegen de tegenwerkende wrijvingskrachten in. De geleverde energie wordt omgezet in een andere energiesoort: warmte
De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatie genoemd. Je berekent de zwaartekracht met de formule Fg=G×m×Mr2: F is de gravitatiekracht, m en M zijn de massa’s van twee voorwerpen, r is de afstand tussen de zwaartepunten en G is de gravitatieconstante (Binas tabel 7A)
De maat voor het draai-effect van een kracht
Een formule om het krachtmoment van een kracht te berekenen: M = F*I, waarin M = moment (in Nm), F= kracht (in N) en I is de lengte tussen de krachten en het draaipunt (in m)