Economie

2. Producentengedrag monopolie

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen

Deze video gaat over het producentengedrag bij een monopolie. We kijken naar de doelstellingen die een monopolie kan hebben en hoe de situatie anders is dan bij volkomen concurrentie omdat monopolisten zelf de prijs kunnen zetten.

A2: Marktaanbod

A3: Marktmechanisme

A4: Marktstructuur

A5: Kostenstructuur en opbrengsten

A6: Consumentengedrag

A7: Producentengedrag

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
A8: Marktfalen, overheidsingrijpen en welvaart

A9. Arbeidsmarkt

Samenvatting voor economie - Producentengedrag monopolie


Wat houdt een monopolie in?

We hebben in de vorige video’s gezien dat er bij volkomen concurrentie een hele hoop producenten zijn die geen invloed hebben op de prijs. Ze hanteren daarom allemaal de marktprijs


Bij een monopolie is er maar één producent. Deze heeft vanzelfsprekend veel te zeggen over de prijs. Dit is dan ook het belangrijkste verschil met volkomen concurrentie, want de prijs die de monopolist kiest heeft effect op de afzet en daarmee de omzet. 


Grafiek van monopolie

Let op: dit gedeelte van de uitleg zul je veel beter begrijpen door de video hierboven te bekijken! Laten we even naar een grafiek van een monopolie kijken. Te beginnen met de kostenkant, want die hoeft niet per se anders te zijn dan bij een volkomen concurrentie. 


Marginale kostenlijn

We zien weer een marginale kostenlijn die schuin omhoog loopt, dus bij meer productie neemt de efficiëntie wat af; hoe meer we produceren, hoe duurder de productie per product wordt. Dit hoeft echter niet zo te zijn: de MK lijn kan ook horizontaal lopen, maar wij gebruiken even dit voorbeeld. 


Gemiddelde totale kostenlijn

De gemiddelde totale kostenlijn loopt dan weer in een boogje, aangezien we eerst dus vaste kosten hebben. Als we dan meer produceren, dan kunnen we die vaste kosten delen door meer producten, waardoor de gemiddelde kosten per product dalen. Vervolgens stijgt de gemiddelde kostenlijn weer als de MK lijn het kruist, want vanaf dat punt zijn de marginale kosten, dus de kosten voor het produceren van één extra product, hoger dan de gemiddelde kosten, waardoor het gemiddelde weer stijgt. 


Gemiddelde opbrengstenlijn

De opbrengsten zitten dus wat anders in elkaar dan bij volkomen concurrentie. We zien hier een dalende gemiddelde opbrengstenlijn. Deze geeft het verband weer tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid. Want, de monopolist kan zelf de prijs zetten, aangezien het de enige in de markt is. En hoe hoger de prijs, hoe minder mensen het willen kopen. Deze GO-lijn is dus ook meteen de Qv lijn, dus gevraagde hoeveelheid, van de totale markt! Dus GO = P = Qv. 


Let op, bij een lagere prijs is de gemiddelde opbrengst per product dus lager, maar er worden wel meer producten verkocht. Welke prijs en afzet optimaal is, moeten we dus uitzoeken. 


Marginale opbrengstenlijn

Dan nog iets opvallends. De marginale opbrengstenlijn MO loopt ook schuin naar beneden, en deze daalt precies twee keer zo snel als de GO lijn. Deze lijn geeft weer hoeveel de omzet zou stijgen als we meer zouden gaan produceren. Belangrijk om hierbij te onthouden is dat als we meer gaan produceren, de prijs dus daalt, wat ook weer effect heeft op de omzet. Daarom is deze marginale opbrengstenlijn niet gewoon gelijk aan de prijs die we vragen voor een product en daarmee de GO lijn. 


Het geeft aan hoeveel de omzet verandert als we een extra product produceren, rekening houdend met dat de prijs dan ook verandert en daarmee de omzet ook. De prijs verandert dan namelijk voor alle producten die we verkopen, niet alleen voor het extra product. 


Gemiddelde opbrengst

Één stapje naar rechts zorgt dus voor een relatief kleine verandering in de gemiddelde opbrengst, omdat de prijs voor elk product iets daalt, maar het produceren van één extra marginaal product heeft een prijseffect voor alle geproduceerde producten, omdat die allemaal goedkoper worden, waardoor het marginale opbrengsten effect van één extra product doorwerkt op alle producten en dus relatief groot is. Best ingewikkeld dus. Maar, het belangrijkste is om te onthouden dat de MO lijn bij een monopolist twee keer zo steil naar beneden loopt als de GO lijn. 


Doelstellingen monopolisten

Dan gaan we nu kijken naar de drie doelstellingen die een monopolist kan hebben. 


  1. Ten eerste het dekken van de kosten, dus break-even draaien. Dit is hetzelfde als bij volkomen concurrentie; ze draaien namelijk break-even als de kosten even groot zijn als de opbrengsten, dus GO is GTK. We zien weer twee mogelijkheden hiervoor, dus twee punten voor de break-even-afzet, waarbij kosten gelijk zijn aan opbrengsten.

 

  1. Daarnaast kan een doelstelling ook zijn om simpelweg de omzet te maximaliseren. Hierbij kijk je dus enkel naar de opbrengsten, en probeer je die zo groot mogelijk te maken. Dit doe je door net zo lang te produceren tot een extra product niks meer oplevert. We kijken dan dus naar de marginale opbrengstenlijn MO, want deze geeft aan hoeveel de omzet stijgt als we een extra product produceren. We gaan dus door tot deze lijn nul is, want tot dat punt levert elk extra product iets op. Dus, omzet is maximaal waar MO=0. 


  1. De meest gangbare doelstelling voor een bedrijf is echter om de winst te maximaliseren. De gouden regel bij het vinden van de maximale winst, dus ook bij een monopolie, is het gelijkstellen van marginale kosten aan marginale opbrengsten, want op dit punt levert het produceren van een extra product niet meer op dan het kost. Dus, waar MO=MK is de winst maximaal. 


Op de horizontale as (in de video) zien we dus de afzet q waarbij de winst maximaal is. Maar, zoals we eerder hebben aangegeven, is de prijs niet meer hetzelfde als de marginale opbrengst MO. Als we de prijs willen vinden die een monopolist moet vragen om deze maximale winst te behalen, dan moeten we naar de GO lijn kijken. We kijken dan dus welk bedrag er op de verticale as hoort bij de q voor maximale winst, maar nu op de GO lijn. Dus, we gaan recht omhoog waar MO=MK, en dan kijken we hoe hoog GO daar is, en dat is de prijs p*! 


Samenvattend, een monopolist draait break-even waar GO = GTK, het behaalt de maximale omzet waar MO = 0 en het behaalt maximale winst waar MO = MK, waarbij we de maximale-winst-prijs kunnen vinden op de GO lijn recht boven het punt MO=MK.