Vervoegen van de futur proche
(Geldt voor zowel onregelmatige als regelmatige werkwoorden!)
Korte uitleg over de futur proche
Futur proche = Toekomende Tijd (dichtbije toekomst, toekomst die zich heel binnenkort gaat afspelen)
- Ik ga fietsen
- Jij gaat verkopen
- Hij gaat wonen
- Wij gaan werken
- Jullie gaan zijn
- Zij gaan maken
Stappenplan futur proche vervoegen
1) Kies de juiste vorm van de présent van aller (gaan)
2) Bepaal de infinitief (hele werkwoord) en plak deze erachter
Kies de juiste vorm van de présent van aller (gaan)
Aller (gaan) vervoegen in de présent
Ik ga = Je vais
Jij gaat = Tu vas
Hij/zij/men gaat = Il/elle/on va
Wij gaan = Nous allons
Jullie gaan/ u gaat = Vous allez
Zij gaan = Ils/elles vont
Voorbeeld 1:
Ik ga werken
1) Kies de juiste vorm van de présent van aller (gaan)
Ik ga = je vais
2) Bepaal de infinitief (hele werkwoord) en plak deze erachter
Werken = travailler
Je vais + travailler = je vais travailler
Ik ga werken = je vais travailler
Voorbeeld 2:
Wij gaan schrijven
1) Kies de juiste vorm van de présent van aller (gaan)
Wij gaan = nous allons
2) Bepaal de infinitief (hele werkwoord) en plak deze erachter
Schrijven = écrire
Nous allons + écrire = nous allons écrire
Wij gaan schrijven = nous allons écrire
Voorbeeld 3:
Zij gaan zwemmen
1) Kies de juiste vorm van de présent van aller (gaan)
Zij gaan = ils/elles vont
2) Bepaal de infinitief (hele werkwoord) en plak deze erachter
Zwemmen = nager
Ils/elles vont + nager = ils/elles vont nager
Zij gaan zwemmen = ils/elles vont nager
Voorbeelden:
Vendre Ik ga verkopen = Je vais vendre
Finir Jullie gaan eindigen = Vous allez finir
Voir Hij gaat zien = Il va voir
Perdre Zij gaan verliezen = Ils/elles vont perdre
Avoir Jij gaat hebben = Tu vas avoir
Regarder Wij gaan kijken = Nous allons regarder
Bekijk hier de volgende video waar we de conditionnel gaan vervoegen.