In deze video met uitleg voor natuurkunde gaan we verder met het onderwerp waar de in vorige video's al mee begonnen zijn, namelijk straling. We zullen nu specifiek gaan kijken naar wat de gevolgen zijn van straling en hoe dit in de medische wereld gebruikt wordt. Gebruik deze uitleg om je voor te bereiden op toetsen en het eindexamen!
3. Straling en gezondheid
Bestaat uit heliumkernen. Heeft een groot ioniserend vermogen, maar een klein doordringend vermogen en geringe dracht
Bestaat uit elektronen. Gemiddeld doordringend en ioniserend vermogen en een vrij grote dracht
Afkorting van Desoxyribo-Nucleic-Acid. Het DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme
De hoeveelheid energie die een ioniserende straling afgeeft aan een materie, wordt de dosis genoemd. D=E/m , met D in Gray, E energie in Joule en m de massa in kg
Blootstelling aan ioniserende straling door bestraling of besmetting is altijd schadelijk. Het wordt uitgedrukt in dosisequivalent. Deze hangt af van de geabsorbeerde stralingsenergie, de lichaamsmassa en de soort straling: H= wR· Eabs/m, H= dosisequivalent (Sv), wR= weegfactor, Eabs= geabsorbeerde energie (J), m= massa (kg)
Per ionisatie gaat er 10 eV (elektronvolt) verloren. Omdat energie dus gebruikt wordt, zal de energie na een tijdje op raken. Hierdoor is er een maximale indring-diepte. Deze is afhankelijk van het materiaal
Een fysische grootheid die uitdrukt in hoeverre een systeem arbeid kan verrichten of warmte kan produceren. De eenheid van energie is joule
Bestaat uit fotonen. Zeer klein ioniserend vermogen, zeer groot doordringend vermogen en een grote dracht
Een verandering in genetisch materiaal, waarbij het genotype wordt veranderd
Het verval van onstabiele isotopen waarbij ioniserende straling vrijkomt
Straling die vanuit het heelal niet door de dampkring heen komt (BINAS tabel 30E)