We bespreken het begrip 'zwaartekracht' in deze video met uitleg voor natuurkunde. We kijken naar de zwaartekrachtswet van Newton en daarna bekijken we hoe dit toegepast kan worden in het examen.
5. Gravitatiekracht

Een formule voor het berekenen van de baansnelheid is: v=2πrT. Voor een eenparige cirkelbeweging is de middelpuntzoekende kracht vereist. Deze bereken je met de formule Fmpz= m×v2r. Door de gravitatiekracht gelijk te stellen aan de middelpuntzoekende kracht en deze te delen door m, kun je de massa van een planeet of ster berekenen
Een fysische grootheid die uitdrukt in hoeverre een systeem arbeid kan verrichten of warmte kan produceren. De eenheid van energie is joule
De minimale beginsnelheid die een voorwerp moet hebben om vanaf de oppervlakte van een hemellichaam een oneindig grote afstand van dat hemellichaam te bereiken. Vont=√2GM:r
De aantrekkingskracht tussen een object en de aarde. Wordt ook gravitatie genoemd. Je berekent de zwaartekracht met de formule Fg=G×m×Mr2: F is de gravitatiekracht, m en M zijn de massa’s van twee voorwerpen, r is de afstand tussen de zwaartepunten en G is de gravitatieconstante (Binas tabel 7A)
De versnelling waarmee een object valt
De som van alle krachten
Heeft niet alleen een grootte maar ook een richting en een aangrijpingspunt
Hoeveel afstand je aflegt in een bepaalde tijdseenheid
De korste afstand tussen het beginpunt en het eindpunt
Gaat over alle objecten met een massa die op afstand een aantrekkende kracht op elkaar uitoefenen. Gravitatiekracht is dus een andere benaming voor zwaartekracht