Leer in deze kennisclip met uitleg voor natuurkunde meer over de structuur en ontwikkelingen van het heelal. We vertellen je over de manier waarop wetenschappers elektromagnetische stralingen gebruiken om het heelal te bestuderen en leggen uit hoe de oerknaltheorie is ontstaan. In dit filmpje bespreken we daarnaast begrippen als sterrenstelsels, lichtjaren, uitdijen van het heelal, kosmische achtergrondstraling en telescopen!
1. Structuren, oerknal en straling en telescopen

De ruimte waarin de aarde, planeten, sterren en eigenlijk alles wat we kunnen waarnemen zich bevindt. Andere benamingen zijn het universum of de kosmos
Bestaat uit de zon en alle planeten en hemellichamen die erom heen draaien
Een groep van vele miljarden sterren
Sterrenstelsel die bij elkaar in de buurt zitten
299 792 458 m/s
De afstand die het licht in een jaar tijd aflegt. Deze afstandsmaat wordt gebruikt om afstanden naar sterren en sterrenstelsels aan te geven
Het idee van een gigantische explosie die voor de ontwikkeling van het heelal heeft gezorgd
Straling uitgezonden door objecten in de vorm van radiogolven, microgolven, infrarood licht, zichtbaar licht, ultraviolet licht, röntgenstraling en gammastraling
Is een maat voor de gemiddelde hoeveelheid kinetische energie die een molecuul van de stof heeft
Niels Bohr kwam in 1913 met een model waarin de banen van de elektronen gequantiseerd zijn. Dit houdt in dat er alleen elektronenbanen zijn toegestaan die voldoen aan een quantisatie regel, die in vereenvoudigde vorm weergegeven wordt als(voor het waterstofatoom): waarin r de straal van de baan is, me de massa van het elektron, v de snelheid van het elektron, n het baangetal(n = 1,2,3…) en h de constante van Planck. De binnenste baan heeft baangetal n = 1. De straal r1 van deze binnenste baan heet de bohrstraal van het waterstofatoom en wordt aangegeven als a¬0. Het model leverde correcte waarden voor de energieniveaus van het waterstofatoom: (met E in eV). Waterstof bestaat uit een kern (proton) en 1 elektron. Hetzelfde geldt ook voor enkelvoudig geïoniseerd helium, ook al zitten er nu twee protonen in de kern
Een object in de ruimte, zoals bijvoorbeeld de aarde en sterren
De warmtestraling die vlak na de oerknal werd uitgezonden
Een telescoop die licht verzamelt en een uitvergroot beeld maakt van datgene waar het op gericht staat
Een radioantenne en ontvanginstallatie die gebruikt worden om radiosignalen van astronomische objecten waar te nemen
Telescopen die in een baan rond de aarde zweven en op die manier elektromagnetische straling opvangen van objecten in de ruimte
Een grote verzameling van sterren, gas en stof die door gravitatie bij elkaar gehouden wordt
Een wet die het verband tussen de maximale golflengte van de straling die uitgezonden wordt door een zwart lichaam en de temperatuur van dat zwarte lichaam beschrijft. Deze verschuivingswet is opgesteld door Wilhelm Wien