Deze natuurkunde kennisclip gaat over het onderwerp serie en parallel. In deze oefenopgave behandelen we een voorbeeld van schakelingen van twee lampjes.
9. Oefenopgave: twee lampjes

Een vorm van energie die opgewekt kan worden door wrijving van natuurkrachten en door verbranding
Een fysische grootheid die uitdrukt in hoeverre een systeem arbeid kan verrichten of warmte kan produceren. De eenheid van energie is Joule
Bij een parallelschakeling is overal dezelfde spanning van de bron en de stroomsterkte wordt verdeeld (I totaal = I1+ I2+ I3 etc.). De takstromen zijn evenreding met de geleidbaarheid van de takken (I1: I2 = G1: G2)
Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk, de spanning van de bron wordt gedeeld (U totaal = U1+ U2+ U3 etc.). De deelspanningen zijn recht evenreding met de weerstandswaarden (U1: U2: … = R1: R2:…) en de vervangingsweerstand is de som van alle weerstanden (R totaal = R1+ R2+ R3 etc.)
Een gesloten elektrisch circuit; er is één weg waarlangs de elektrische stroom in staat is om vanuit één pool van de bron terug te keren naar de andere
I=Q/t (Q is lading in Coulomb). 1 Ampère is 1 Coulomb per seconde
De eenheid van elektrische stroomsterkte, met het symbool A
De energie van een bepaalde hoeveelheid stof
Bij de wet van Ohm geldt de volgende regel: als de spanning verdubbelt, verdubbelt ook de stroomsterkte. De weerstand is hierbij constant
De weerstand van de hele stroomkring samengevoegd