Geschiedenis

8. Nieuwe verdragen, de VN en dekolonisatie

Gegeven door:
Richard Mozes
Beschrijving Begrippen

We bespreken op deze pagina de verdragen en dekolonisatie in de wereld ten tijde van de Koude Oorlog. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen van het wantrouwen en de angst tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie? Waarom werd de VN opgericht en welke politieke en economische pakten werden er gesloten? Dat en meer leer je met behulp van deze samenvatting voor geschiedenis.

B1. De Eerste Wereldoorlog

B2. Het Interbellum (1919 - 1939)

B3. De Tweede Wereldoorlog

B4. Europa, de Wereld en de Koude Oorlog

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
B5. Een Nieuwe Wereldorde, vanaf 1900

Welke militaire verdragen werden er gesloten tijdens de Koude Oorlog?

Het westen, onder leiding van de Verenigde Staten, en het oosten, onder leiding van de Sovjet Unie – stonden na de Tweede Wereldoorlog lijnrecht tegenover elkaar. Beide zijden sloten daarom verschillende militaire verdragen.


1. NATO / NAVO

De NATO is wat we in Nederland de NAVO noemen: de Noord-Atlantische Verdrags-Organisatie. Dit was een westers militair bondgenootschap dat in 1949 werd opgericht. Amerika, Groot-Brittannië, Canada, Frankrijk, Nederland en België spraken af om elkaar te verdedigen in geval van oorlog. Een aanval op een NAVO-lid zou beschouwd worden als een aanval op alle NAVO-leden. Volgens het Verdrag van Potsdam mocht Duitsland eigenlijk geen eigen leger meer hebben, maar omdat het westen het gevaar uit het oosten zó groot vond, werd deze eis opgeheven. West-Duitsland mocht lid worden van de NAVO.


2. Warschaupakt

Als reactie op de NAVO sloot het oosten ook een militair bondgenootschap: het Warschaupakt. Alle satellietstaten rond Rusland werden hier lid van. Het doel was hetzelfde als bij de NAVO.


Welke economische verdragen werden er gesloten tijdens de Koude Oorlog?

In 1950 werd er met de Verklaring van Schuman voorbereidt op een nauwere samenwerking op economisch gebied in West-Europa. Met hetzelfde doel werd in 1951 het Verdrag van Parijs getekend, waarin de EGKS werd opgericht. EGKS staat voor Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Zes landen – Duitsland, Frankrijk, Italië, België Nederland en Luxemburg – konden nu staal en kolen verhandelen zonder in- of uitvoerrechten te betalen.


In 1957 werd in het Verdrag van Rome de EGKS uitgebreid tot de EEG: de Europese Economische Gemeenschap. Dit bood een ruimere markt, voor meer producten dan alleen kolen en staal. Als reactie hierop vormde het Oostblok de soortgelijke organisatie ‘Comecon’.


In 1968 werden de douanerechten in de zes landen van de EEG afgeschaft en kwam er een gemeenschappelijk beleid voor handel en landbouw. Ook kwamen er subsidies, om de concurrentie meer uit te schakelen. In de jaren 70 en 80 kwamen er steeds meer Europese landen bij de EEG. In 1992, bij het Verdrag van Maastricht, besloten ze om met verkiezingen een Europees Parlement op te richten. De naam veranderde van EEG in de EU; de Europese Unie.


De Verenigde Naties (VN)

De oprichting van de VN was geen reactie op de oost-west-verhoudingen, maar speelde wel een belangrijke rol in de Koude Oorlog. De organisatie hielp namelijk mee om een uitbraak van een militaire confrontatie tussen Amerika en de Sovjet Unie te voorkomen.


De VN was in feite een voortzetting van de Volkenbond, die aan het einde van de Eerste Wereldoorlog opgericht werd. De Verenigde Naties bestond in het begin uit 51 landen, die vrede en veiligheid in de wereld wilden. De leden wilden samenwerken op het gebied van internationaal recht, mensenrechten en de wereldeconomie. Zo wilden ze de verschillen tussen arme en rijke landen overbruggen.


Onderdeel van de VN is de organisatie Unicef, dat probeert om de rechten van de kinderen in de wereld te beschermen. Ook helpt de VN om cultureel erfgoed te beschermen. Inmiddels zijn 193 landen lid van de VN.


De veiligheidsraad van de VN

De veiligheidsraad van de VN onderzoekt op verzoek van leden conflicten in de wereld en neemt besluiten daarover. Zo kan het voorkomen dat de raad besluit dat er ergens militair ingegrepen moet worden. De organisatie heeft een eigen legereenheid: de Witte Helmen. Dit is niet altijd zo eenvoudig als het klinkt. De vijf permanente leden van de veiligheidsraad – Frankrijk, China, Rusland, Groot-Brittannië en Amerika – hebben een vetorecht. Dit wil zeggen dat zij het recht hebben om een actie te verbieden: ‘veto’ betekent ‘ik verbied’ in het Latijn.


Dekolonisatie

Na de Tweede Wereldoorlog zijn veel kolonies zelfstandig geworden – ofwel gedekoloniseerd. Het proces van onafhankelijkheid heet dekolonisatie. Vooral de landen Frankrijk, Groot-Brittannië, België, Nederland, Portugal en Spanje hadden van oudsher veel koloniën. Ze raakten deze kwijt om verschillende redenen:


1. In de koloniën was het nationalisme al jaren gegroeid: ze wilden geen eigendom meer zijn van het westen. Hun eigen volk moest het land besturen.

2. Veel inheemsen – bewoners van een bepaald grondgebied die daar al woonden voordat kolonisten het er overnamen – hadden intussen een opleiding gedaan in de koloniserende landen om later te kunnen helpen met besturen. Eenmaal terug in het geboorteland kwamen ze erachter dat ze de kolonisatoren eigenlijk helemaal niet nodig hadden.

3. Op scholen kwamen de leerlingen in contact met de westerse waarden van democratie en vrijheid. Dat wilden zij natuurlijk ook.

4. Het racistische en arrogante gedrag van de westerse elite in deze landen zette kwaad bloed.

5. Doordat de overheersende landen het druk hadden met de wereldoorlog in hun eigen land, verloren ze de macht in de koloniën.

6. Amerika en de Sovjet Unie moesten niet hebben van kolonisatie. De Verenigde Staten waren zelf ook een kolonie geweest en de Sovjet Unie vond kolonialisme een typisch westerse en kapitalistische uitbuiting.

7. Binnen de koloniserende landen zelf begonnen steeds meer mensen deze hegemonie – gedwongen overheersing – af te keuren, vooral binnen politiek linkse bewegingen.


Dekolonisatieprocessen

De dekolonisatie ging in twee fases:

1. Azië (1947). Groot-Brittannië trok zich terug uit India en Pakistan. Nederland - dat Indonesië en Nieuw Guinea bezat -, Portugal – bezat Angola en Mozambique –, Frankrijk -bezat Algerije en Indochina – en België, dat Kongo bezat, verdedigden hun bezit met geweld tegen onafhankelijkheidsbewegingen. Zij werden hierin niet gesteund door andere landen. Nederland gaf Indonesië in 1949 op en Frankrijk deed afstand van Indochina in 1954. Indochina bestond uit Vietnam, Laos en Cambodja.


2. De tweede golf was in de jaren 60 en 70. Zo verloor Frankrijk Algerije in 1962 en raakte Portugal Angola, Mozambique en Guinee Bissau kwijt. Vrijwel alle landen in Afrika werden zelfstandig


Ondanks hun zelfstandigheid bleven veel oud-koloniën economisch afhankelijk van het westen, die hun bezittingen en grote bedrijven of plantages daar behielden. De wist ging dus nog steeds naar Europa en de levensstandaard van de plaatselijke bevolking bleef daarom laag. Het ongecontroleerde kapitalisme heeft heel wat narigheid en ellende veroorzaakt in de wereld.