Biologie

10. Uitscheiding

Gegeven door:
Quirine Hakkaart
Beschrijving Begrippen

Zoals je in de vorige video’s hebt kunnen zien, komt er een heleboel je lichaam in. Dit kan er niet allemaal blijven; je lichaam scheidt ook dingen uit. Hoe dat in zijn werk gaat, leer je op deze pagina met uitleg voor biologie. We focussen ons voornamelijk op de nieren, maar ook de rest van het uitscheidingsstelsel komt naar voren. Zorg ervoor dat je ook de begrippen die besproken worden begrijpt. Een aantal begrippen staat uitgelegd onder de video.

Ader

Een bloedvat dat voor de terugvoer van het bloed naar het hart zorgt

Merg

Het centraal gelegen deel van een orgaan, bijv. niermerg, merg van de stengel

Schors

Weefsel dat aan de buitenzijde van een orgaan ligt, bijv. nierschors of hersenschors

Slagader

Een bloedvat dat zorgt voor het transport van bloed van het hart naar de rest van het lichaam

Nieren

Zuiveren het bloed van afvalstoffen en het vocht en zoutbalans van je lichaam regelen

Uitscheidingsorganen

Longen, lever en nieren

Hormonen

Voor handhaven constant inwendig milieu

Koolhydraten

Dit valt onder de brandstoffen, ze bestaan uit suiker moleculen

Eiwitten

Zijn opgebouwd uit ketens van aminozuren, dit wordt gebruikt als bouwstof

Alvleesklier

Zorgt ervoor dat er enzymen worden aangemaakt die helpen bij het afbreken van voedsel. En maakt insuline aan om de bloedsuikerspiegel in balans te houden

Dunne darm

Voegt gal toe van dat wordt gemaakt in de lever en wordt opgeslagen in de galblaas. Dit zorgt ervoor dat de vetter emulgeren, het vet wordt kleiner

B1. Het lichaam in stand houden

B2. Reageren op prikkels

B3. Bescherming en antistoffen

B4. Gedrag bij mens en dier

In deze samenvatting gaan we het vooral hebben over de nieren, want dat zijn de belangrijkste organen in het uitscheidingsstelsel. Ze liggen achterin je buikholte, vlak naast je ruggengraat.


Waaruit bestaat het uitscheidingsstelsel?

De belangrijkste organen van het uitscheidingsstelsel zijn je nieren. Daar heb je er twee van, maar je moet er minimaal één hebben om te kunnen overleven. Werken je nieren niet goed, dan kan het zijn dat je moet dialyseren. Dan wordt in het ziekenhuis of in een dialysecentrum je bloed door een machine gezuiverd. 


Je nieren bestaan uit drie verschillende onderdelen: het nierschors, het niermerg en het nierbekken. De buitenste laag heet het nierschors. Een handig ezelsbruggetje hierbij is dat je kunt denken aan het schors van een boom, want dat zit ook altijd aan de buitenkant.


Onder het nierschors ligt het niermerg. Hier vindt de daadwerkelijke zuivering van het bloed plaats: er worden afvalstoffen en overtollige stoffen uit het bloed gehaald. De urine, wat in het niermerg gevormd wordt, bestaat dus uit deze afvalstoffen en overtollige stoffen. Deze overtollige stoffen kunnen lichaamsvreemde stoffen, overtollig water en overtollige zouten zijn.


De urine die in het niermerg wordt geproduceerd, wordt opgeslagen in het nierbekken. Vanuit daar leiden de urineleiders de urine van de nieren naar de urineblaas, ook wel gewoon de blaas genoemd. Zodra deze bijna vol is, gaat er een seintje naar je hersenen, die jou vertellen dat je naar de wc moet. Zodra je op de wc zit, wordt de urine uit de blaas gelaten door de urinebuis. Een handig ezelsbruggetje om dit te onthouden, is dat de urineBuis altijd naar Buiten gaat. Dus, Buis en Buiten beginnen allebei met een B.


Welke functies hebben de nieren?

Nu we weten uit welke onderdelen het uitscheidingsstelsel bestaat, is het tijd om wat dieper op de nieren in te gaan. We gaan daarom nu de vraag beantwoorden welke functies de nieren hebben. Dit zijn er drie.


1. Zuiveren van afvalstoffen

Allereerst hebben de nieren als functie om je bloed te zuiveren van afvalstoffen. Een voorbeeld van zo’n afvalstof is ureum. Er gaat veel bloed naar de nieren om gezuiverd te worden: 25% van wat het hart per hartslag uitpompt, komt via de nierslagaders bij de nieren terecht. Daar wordt het gezuiverd, en als dat gebeurd is, wordt het bloed via de nierader weer terug naar de onderste holle ader geleid. 


2. Regulatie van de vocht- en zoutbalans

De tweede functie van de nieren is de vocht- en zoutbalans van je lichaam regelen. Dit kun je zelf ook gemakkelijk aan je urine zien. Is je urine heel donker, dan is er weinig vocht in je lichaam over en zul je dus meer moeten drinken. Is de kleur licht, dan drink je genoeg, of heb je zelfs te veel vocht in je lichaam


3. Hormonen aanmaken

De derde functie van de nieren is het aanmaken van hormonen. Hierbij kun je denken aan een hormoon om je bloeddruk te regelen, het aanmaken van rode bloedlichaampjes te bevorderen en een hormoon om actief vitamine D in je lichaam aan het werk te zetten.