Bedrijfseconomie

6. Winstverdeling

Gegeven door:
Henk de Beuker
Beschrijving Begrippen

Welkom bij deze nieuwe video met uitleg voor bedrijfseconomie. Vandaag kijken we naar de winstverdeling van een onderneming; dus, hoe gaat een bedrijf om met zijn behaalde winst? We zullen eerst kijken naar de winstverdeling van een NV, en vervolgens kijken we naar de dividendbelasting die daarbij komt kijken.

Dividend

Deel van de winst dat je aan je aandeelhouders uitkeert

Preferente aandelen

Aandelen die een vaste uitbetaling kunnen verwachten

Pay-out ratio

Het percentage van de nettowinst dat we als dividend uitkeren

Cashdividend

Een winstuitkering in de vorm van geld

Stockdividend

Een winstuitkering in de vorm van aandelen

E1. Vastleggen van financiële en niet-financiële informatie

E2: Kosten- en winstvraagstukken

Samenvatting voor bedrijfseconomie - Winstverdeling


Wat gebeurt er met winst?

De eerste vraag die we ons moeten stellen is: gaat het om een eenmanszaak, een BV of NV? Als het om een eenmanszaak gaat, dan zal de winst gebruikt worden om verdere investeringen te doen in het bedrijf, om leningen af te lossen en om jezelf salaris uit te keren, dus voor een ondernemersbeloning. Dit is dus vrij overzichtelijk, voornamelijk omdat je eenmans-aandeelhouder bent. 


In deze samenvatting gaan we kijken naar de winstverdeling van een Naamloze Vennootschap, dus een NV. Deze heeft een hele hoop aandeelhouders, die allemaal beloond kunnen worden voor hun aandeelhouderschap door middel van een winstuitkering. Laten we nu kijken hoe dat werkt. 


Winstverdeling bij een NV

We gaan dus eigenlijk verder bij het einde van de winst- en verliesrekening. Onderaan zagen we hier namelijk staan “resultaat vóór belasting”. Dit is eigenlijk de winst, vóór belasting. In het geval van een NV wordt hier dan vennootschapsbelasting, afgekort VPB, over geheven. Wat we overhouden is het “resultaat na belasting”, oftewel de nettowinst.


Oké, laten we zeggen dat onze NV een resultaat vóór belasting heeft van €200.000 en dat de VPB 20% is. De VPB is dan dus 0,2 x €200.000 = €40.000, en de resulterende nettowinst is dan €160.000. Het betalen van deze winstbelasting is altijd stap 1, dus de keuzes van het bedrijf over de winstverdeling hebben hier nog geen invloed op. Maar, hierna kan het bedrijf bepalen wat het doet met de nettowinst. 


Je kan er natuurlijk van alles mee doen, maar eigenlijk gaat het over twee opties: 

  1. Het belonen van je aandeelhouders in de vorm van dividend 
  2. Het toevoegen aan je eigen vermogen in de vorm van reserves 


Beide zijn belangrijk, want je wil vermogen in het bedrijf houden om door te investeren in verder te groeien, maar je wil het ook interessant houden om aandeelhouder te zijn. 


Aandeelhouders belonen met dividend

Bij het belonen van je aandeelhouders is het overigens nog wel van belang wat voor soort aandelen ze hebben: gewone of preferente aandelen. Hebben ze gewone aandelen? Dan kunnen ze dividend ontvangen als het bedrijf besluit de aandeelhouders te belonen met een deel van behaalde winst.


Hebben ze preferente aandelen? Dan is een winstuitkering minder vrijblijvend. In dit geval wordt er een vast dividend uitgekeerd over een bepaalde periode. Daarnaast heeft de uitbetaling hiervan ook voorrang op de gewone aandeelhouders. Preferente aandelen hebben dus kenmerken van gewone aandelen, aangezien een ze mee profiteren van een waardestijging van het bedrijf, maar ook van obligaties, aangezien ze een vaste uitbetaling kunnen verwachten, wat je kan vergelijken met de rente op obligaties en andere vormen van leningen. In het geval van preferente aandelen is het dus geen optie maar een verplichting. 


Uitkeren aan gewone aandeelhouders

Goed, stel we hebben op het moment enkel gewone aandeelhouders. Dit betekent dus dat wij zelf kunnen bepalen hoeveel van onze winst we aan hen uitkeren. Echter vinden we de tevredenheid van onze aandeelhouders erg belangrijk, dus we willen de helft van onze winst als dividend uitkeren. Het percentage van de nettowinst dat we als dividend uitkeren noemen we ook wel de pay-out ratio. in ons geval streven we dus naar een pay-out ratio van 50%. En, we hebben gezien dat we een nettowinst van €160.000 hebben, dus we betalen €80.000 aan brutodividend. Hier moeten we ook nog belasting over betalen, dus vandaar bruto. 


Cashdividend en stockdividend

De uitkering van dit dividend kunnen we dan weer op twee manieren doen, namelijk: 

  1. Een cashdividend: dit is een winstuitkering in de vorm van geld;
  2. Of een stockdividend: dit is een winstuitkering in de vorm van aandelen. Bij een stockdividend hoeven we dus geen geld uit te keren, wat voordelig kan zijn omdat we dit dan kunnen gebruiken voor andere investeringen. Wel zorgt het ervoor dat de intrinsieke waarde van een aandeel daalt, omdat we nu het eigen vermogen moeten delen door meer aandelen. 


We besluiten om €60.000 aan cashdividend uit te betalen en €20.000 aan stockdividend. Bij elkaar opgeteld is dit dus het totale bruto dividend van €80.000. Na het uitkeren van dit totale bruto dividend blijft er nog €80.000 over aan winstreserve. De winstreserve komt bij het eigen vermogen; dit geld blijft in het bedrijf en kan gebruikt worden om te investeringen te doen in de toekomst.


Als er gevraagd wordt naar de winstverdeling van een bedrijf, dan is het overzicht dat we nu hebben voldoende, waarbij we dus te maken hebben met bruto dividend en winstreserves. In de realiteit moet er ook nog belasting worden betaald over het bruto dividend, maar voor het resultaat van dit overzicht maakt het niet uit, omdat het voor het bedrijf niet uitmaakt of de €80.000 voor een deel naar de Belastingdienst gaat of direct naar de aandeelhouders; het blijft €80.000 dat moet worden uitgekeerd.


Dividendbelasting

Er kan ook gevraagd worden naar netto dividend of dividendbelasting. Er wordt namelijk nog dividendbelasting geheven over het bruto dividend. Deze belasting wordt afgedragen door het bedrijf dat het dividend uitkeert, dus de aandeelhouders krijgen in één keer het netto dividend. Zo hoeft de Belastingdienst maar één partij te controleren, in plaats van vele aandeelhouders.


Oké, we keren dus €60.000 aan cashdividend en €20.000 aan stockdividend uit en we gaan er vanuit dat de dividendbelasting 15% bedraag. Hierbij is het erg belangrijk om te onthouden dat we de Belastingdienst alleen maar kunnen uitbetalen in geld, en niet in aandelen. Als we dus alleen cashdividend uitkeren, dan is het simpel, dan nemen we gewoon 15% van het cashdividend en maken dat over naar de Belastingdienst. Echter, als we stockdividend uitkeren, dan betalen we dit dus niet uit in geld, en kunnen we ook niet 15% daarvan naar de Belastingdienst sturen, want die willen geen aandelen.


Wat we dan doen is het volgende: we berekenen de totale dividendbelasting door 15% te nemen van het totale bruto dividend, dus stock- en cashdividend bij elkaar opgeteld, in ons geval dus €80.000 x 0,15 = €12.000. Vervolgens trekken we deze belasting enkel af van het cashdividend. Het netto cashdividend wordt dan dus €60.000 - €12.000 = €48.000, terwijl het netto stockdividend gewoon hetzelfde blijft als het bruto stockdividend, dus €20.000.


Dus onthoud: dividendbelasting bereken je over het totale bruto dividend, maar wordt enkel afgetrokken van het bruto cashdividend, omdat het aan de Belastingdienst betaald moet worden met cash. De aandeelhouders ontvangen dus een netto cashdividend van €48.000 en een netto stockdividend van €20.000. 


Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze samenvatting voor bedrijfseconomie, tot de volgende keer!