In deze samenvatting voor maatschappijwetenschappen hebben we het over conflicten. Binnen de sociale wetenschappen wordt er verschillend gedacht over de betekenis van conflicten. Deze bespreken we aan de hand van vier paradigma's: het functionalisme paradigma, het conflict paradigma, het sociaal-constructivisme paradigma en het rationele actor paradigma.
8. Internationale en nationale conflicten en samenwerking en politieke besluitvorming

Een paradigma is een 'wetenschappelijke bril' waarmee een wetenschappers maatschappelijke verschijnselen op een bepaalde manier kunnen verklaren zoals criminaliteit of verschillen tussen arm en rijk
Het functionalisme wil vooral het functioneren van een samenleving als systeem verklaren en benadrukken de functies die een samenleving ontwikkelt om te blijven bestaan. Ze zien de samenleving als een op een consensus georiënteerd systeem
De conflicten gaan over dat de ene groep meer macht heeft dan de andere en dat wordt gezien als ongelijk. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld criminaliteit: een conflict waarbij een arme groep op illegale wijze probeert te verkrijgen wat een rijke machtige groep voor zichzelf heeft geclaimd
Bij de culturele benadering staat het cultuurconflict centraal. Dit is de tweespalt tussen de westerse maatschappij en diens normen en waarden en anderzijds tegenover traditionele en religieuze normen en waarden uit het land van herkomst, waar vooral de ouders nog sterk op zijn gericht
Meestal ligt een economisch conflict ten grondslag aan een handelsoorlog
Het Sociaal-constructivistische paradigma besteedt aandacht aan het persoonlijke ontwikkelingsproces waarbij individuen onder invloed van hun omgeving hun eigen sociale realiteit construeren en dus maatschappelijk en cultureel gesocialiseerd worden
Rationele actor paradigma verklaart gedrag van individuele actoren. Ze denken rationeel en worden ook wel homo economicus genoemd. Gedrag van mensen wordt bepaald door hoe zij (gezamenlijk) de werkelijkheid zien, wat ze denken dat waar is
Sociale cohesie duidt op de samenhang in een maatschappij. Naast onderzoek naar sociale ongelijkheid en identiteit is de vraag hoe samenlevingen bij elkaar blijven een van de kernvragen in de sociologie
Bij dit model gebruiken partijen enige machtsvertoon om hun gelijk te krijgen, zo niet chantage. Stakingen zijn daarvoor een middel, maar ook bijvoorbeeld verspreiding van vals nieuws en leugens via de media
Hierbij proberen de strijdende partijen gezamenlijke besluiten te nemen door consensus, overeenstemming, na overleg
Het poldermodel is de naam die gegeven wordt aan het Nederlandse consensusmodel waarin werkgevers, vakbonden en overheid met elkaar aan tafel gaan zitten om te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en lonen. Dat overleg vindt vaak plaats in de vakraad van de betreffende sector
Een schematisch beeld van hoe politieke besluiten tot stand komen en welke politieke actoren daarin een rol spelen
Het begrip ‘participatiesamenleving’ werd door koning Willem-Alexander gebruikt in de troonrede. Het leidde tot veel kritiek. Zo is de term volgens SP-leider Emile Roemer een eufemisme voor ‘zoek het zelf maar lekker uit’. De premier bestrijdt de woorden van Roemer niet alleen, hij wijst er ook op dat het woord ‘participatie samenleving’ al 20 jaar oud is. Het werd volgens hem in de jaren 90, gebruikt door PvdA-premier Wim Kok. Ook diens opvolger Jan Peter Balkenende (CDA) gebruikte het vaak. Het debat over de grenzen van de verzorgingsstaat is volgens Rutte evenmin nieuw. “Al sinds de oliecrisis (begin jaren zeventig van de vorige eeuw) zijn we in Nederland bezig om de uitgaven te temmen.”
Verschillende wetenschappelijke benaderingen geven verschillende verklaringen voor maatschappelijke veranderingen.
- Geef vanuit de marxistische benadering een verklaring voor de verandering van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving.
- Geef vanuit de marxistische benadering een verklaring voor het feit dat er al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw gestreefd wordt
om de overheidsuitgaven te beperken.
Voorbeeld van een juist antwoord:
• De ontwikkeling naar een participatiemaatschappij kan volgens de marxistische benadering gezien worden als het resultaat van een
machtsstrijd tussen de heersende klasse/klasse van kapitaalbezitters en de arbeidsklasse/lagere sociaaleconomische klasse
• In de tekst staat dat al sinds begin jaren zeventig gestreefd wordt om de uitgaven van de verzorgingsstaat te temmen en dat er lang een debat gaande is over de grenzen van de verzorgingsstaat. Aanhangers van de marxistische benadering vinden dat de heersende klasse belang heeft bij hoge winsten en kapitaalsrendementen en daarom voorstander is van bezuinigingen die de belastingen en arbeidskosten lager kunnen maken. / Aanhangers van deze benadering vinden dat vooral vertegenwoordigers van de heersende klassen/hogere klasse niet bereid zijn de oplopende kosten van de verzorgingsstaat te dragen en daarom hun politieke macht aanwenden om de verzorgingsstaat te versoberen (en dit legitimeren met het ideologische standpunt van de eigen keuzevrijheid en verantwoordelijkheid, wat ten koste gaat van de lagere economische
klassen)