In deze samenvatting voor maatschappijwetenschappen gaan we het hebben over natie-en staatsvorming en de invloed van globalisering op politieke bindingen. We bespreken de functie van de staat, haar rol bij collectieve actie en globaliseringsprocessen en de positie van de nationale staat. Gebruik deze uitleg om te leren voor toetsen, SE's en het eindexamen.
13. Natie- en staatsvorming, globalisering en de Europese Unie

Een land waarin één volk de politieke macht vormt.
het proces waarbij de culturele identiteiten van verschillende gemeenschappen in een staat steeds meer op elkaar gaan lijken en de onderlinge verbondenheid steeds groter wordt.
Een land met een eigen onafhankelijk bestuur, en met een hiërarchische, politieke organisatie die gezag uitoefent over de plaatselijke bevolking.
De ontwikkeling waarbij een een gebied steeds meer als eenheid wordt bestuurd, door een overheid,vanuit één hoofdstad.
De collectieve identificatie met de natiestaat.
Een staat met één dominante natie
Een politieke ideologie die stelt dat de staat als politieke eenheid moet voortvloeien uit de natie als historisch gegroeide sociaal-culturele eenheid.
Goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden.
Verwijst naar actie die samen wordt ondernomen door een groep mensen met als doel hun toestand te verbeteren en een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Het vergroten van inspraak en medezeggenschap in een organisatie, meer specifiek in het bestuur van een overheid.
Een bewijs tonen waaruit blijkt dat je bent wie je zegt dat je bent.
Een sociaal systeem waarin de staat primaire verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van zijn burgers, zoals in kwesties van gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid.
de vrijheid van een entiteit, bijvoorbeeld een individu, organisatie of natie om zelfstandig beslissingen te nemen.
Inleiding
Ruim vijftig jaar lang gingen er in de Verenigde Naties (VN) stemmen op om een internationaal strafhof op te richten voor een mondiale strijd tegen straffeloosheid, voor internationale mensenrechten, voor veiligheid en voor stabiliteit. In 1998 werd het Statuut van Rome opgesteld voor de oprichting van het Internationaal Strafhof. In dit statuut staat welke gedragingen door het Internationaal Strafhof strafbaar worden gesteld en
dat het Internationaal Strafhof verregaande bevoegdheden heeft het internationaal strafrecht uit te oefenen. Nadat zestig staten het statuut
ondertekenden, vestigde het Internationaal Strafhof zich in 2002 in Den Haag.
Het Internationaal Strafhof onderzoekt, en berecht wanneer nodig, individuen die aangeklaagd zijn voor misdaden in de internationale gemeenschap en die tot dan toe hun berechting konden ontlopen. Het Internationaal Strafhof treedt pas op als de staat waar de misdaden
plaatsvonden niet kan vervolgen of niet wil vervolgen. Inmiddels hebben ruim 120 staten het statuut ondertekend, maar grootmachten, zoals China, Rusland, India en de Verenigde Staten, zitten daar niet bij. In 2018 dreigden de Verenigde Staten zelfs het Internationaal Strafhof actief tegen te werken. Het Internationaal Strafhof komt meer en meer onder druk te staan.
Gebruik de inleiding.
Er zijn verschillende voorbeelden van globaliseringsprocessen die de autonomie en macht van staten aantasten, zoals Europese integratie.
- Leg uit welk van deze voorbeelden van globaliseringsprocessen te herkennen is in de bevoegdheden van het Internationaal Strafhof. Gebruik in je uitleg informatie uit de inleiding over het gekozen voorbeeld.
- Leg uit dat in de bevoegdheden van het Internationaal Strafhof een geglobaliseerde wereldorde te herkennen is. Gebruik in je uitleg de omschrijving van het kernconcept globalisering.
Een voorbeeld van een juist antwoord:
• Om het Internationaal Strafhof op te richten is door meerdere staten, oftewel multilateraal, samengewerkt. Volgens de inleiding hebben zestig staten het Statuut van Rome ondertekend
• In de inleiding staat dat voor deze samenwerking de staten hun handelen op elkaar hebben afgestemd, tijdens formele onderhandelingen voor het opstellen van een statuut voor de oprichting van een internationaal strafhof, om een gemeenschappelijk doel te bereiken, zoals het vervolgen van verdachten van misdaden, die anders niet vervolgd worden.