Maatschappijwetenschappen

17. Veranderingen door staatsvorming, democratisering en globalisering

Gegeven door:
Rogier Proper
Beschrijving Begrippen

Op deze pagina met uitleg voor maatschappijwetenschappen bespreken we veranderingen in westerse samenlevingen door staatsvorming, democratisering en globalisering. Deze samenlevingen hebben zich van traditioneel naar modern ontwikkeld. Hoe dat precies in zijn werk ging, leer je met de samenvatting onderaan en/of met de kennisclip hierboven.

Staatsvorming

De ontwikkeling waarbij een een gebied steeds meer als eenheid wordt bestuurd, door een overheid,vanuit één hoofdstad.

rechtsstaat

Een staat waarin de grondslag van statelijk gezag in het recht wordt gelegd en waarin de uitoefening van dit gezag in al zijn verschijningsvormen onder de heerschappij van het recht wordt geplaatst.

depersonalisering

De ontwikkeling waarbij macht en gezag losgekoppeld worden van personen. Ze worden meer gekoppeld aan een functie.

formalisering

Officieel maken.

integratie

De opname in een (groter) geheel. Het gaat daarbij voornamelijk om de opname van personen of bepaalde bevolkingsgroepen in de maatschappij.

hiërarchie

Een manier om personen, objecten of gegevens te ordenen volgens asymmetrische relaties daartussen, waarbij meerderen met minderen worden verbonden.

democratisering

Het vergroten van inspraak en medezeggenschap in een organisatie, meer specifiek in het bestuur van een overheid.

global society

Een wereldwijde samenleving

hyperglobalist

Voorstanders van globalisering

andersglobalist

Tegenstanders van globalisering.

parlementaire democratie

Een parlementaire democratie is een representatieve democratie waarbij de burgers via gekozen vertegenwoordigers in het parlement, de wetgevende macht, invloed hebben op het beleid.

E.1 Veranderingsprocessen in ideeën en bestuursvormen

E.2 Gevolgen van veranderingen voor sociale vraagstukken

In deze samenvatting voor maatschappijwetenschappen gaan we het hebben over veranderingen door staatsvorming, democratisering en globalisering. De westerse wereld heeft zich sinds de 17e en de 18e eeuw ontwikkeld van een traditionele samenleving naar een moderne samenleving. Dit gebeurde onder andere onder invloed van de ontwikkeling van het rationalisme, zoals we in de vorige samenvatting zagen, waarbij de betekenis van wetenschap toenam en van geloof en tradities afnam.


Wat is staatsvorming?

Een staat is een bepaald gebied met haar eigen grensgebied en eigen politieke bestuur. Hoe een staat ontstaat noemen we staatsvorming. Ook wel het proces van vorming, zoals het hoofdconcept dat noemt. Sociologisch of politicologisch gezien is het de institutionalisering van politieke macht tot een staat. Want institutionalisering betekent in dit geval dat er zich een geheel van waarden en regels ontwikkelt, waarmee de leden van een samenleving (of zeg inwoners van een land) de politieke macht zó organiseren dat er een soevereine staat ontstaat. Een onafhankelijke bestuurlijke eenheid.


Die eenheid heeft als staat 6 kenmerken:

1. Het is soeverein, want die staat is onafhankelijk.

2. De macht strekt zich uit over een bepaald grondgebied.

3. De macht (en dus) staat heeft een geweldsmonopolie.

4. Er worden functies gecreëerd om de staat te continueren, functies die niet aan een bepaalde persoon of bijv. familie mogen gebonden zijn. Dit heet depersonaliseren.

5. Politieke macht binnen de staat wordt geregeld door wetten. (Niet dus door tradities, zoals vroeger). Dit heet formalisering van de macht.

6. En de staat heeft een belastingmonopolie: er wordt beslag gelegd op hulpbronnen ten bate van de samenleving, zoals ze dat in de sociologie zo mooi omschrijven. Dit heet integratie.


Democratisering en aanpak

Het toenemen van democratisering sluit aan op dat van de individualisering. Het idee van gelijkheid van individuen, zorgt ervoor dat mensen ook gelijke rechten willen. Zo kregen burgers door de tijd heen meer vrijheid en daarna politieke en sociale rechten. De definitie van democratisering is: Het vergroten van de inspraak en medebeslissingsrecht van de leden van een samenleving. Democratisering brengt ook verschillende twijfels met zich mee. Zo krijgen mensen dus ook recht om mee te stemmen bij bepaalde besluiten waar zij misschien geen verstand van hebben of belang bij hebben.


We gaan door met de twee basisontwikkelingen in het democratiseringsproces. De eerste belangrijke ontwikkeling was de uitbouw van de rechtsstaat. Daardoor kregen niet alleen ‘hoge’ mensen in de maatschappij rechten, maar ook andere groepen. De tweede ontwikkeling is het ontstaan van de volksvertegenwoordiging. De westerse samenleving kent nu een parlementaire democratie. De soevereiniteit ligt bij het volk.


Globalisering

Tot slot gaan we het hebben over punt 3: globalisering. Dit is het proces van toenemende contacten en integratie van landen, wereldwijd. Zowel economisch, politiek, cultureel, etc. Terwijl staten eeuwen geleden erg op zichzelf waren, hebben we elkaar wereldwijd sinds een halve eeuw steeds meer nodig. Het groeide het meest door:

1. Handel en industrie

2. Communicatie als tv en internet

3. Welvaart, wat het reizen bevorderde

4. Ook migratie en vluchtelingenstromen namen toe.


Hier zitten natuurlijk ook weer voordelen en nadelen aan. De voorstanders van globalisering zien kansen om een economische ontwikkeling te genereren door de internationale contacten en organisaties: meer handel, meer groei, meer werkgelegenheid. En ook door de gezamenlijke technologie de ecologische problemen aan te pakken. Tot slot hopen de voorstanders dat grotere kennis over vreemde culturen de kans op internationale conflicten kan verminderen.


Dan hebben we nog de tegenstanders, zij vinden juist dat er door globalisering meer sociaaleconomische en politieke ongelijkheid benadrukt wordt. Verder zijn tegenstanders bang dat globalisering ervoor zorgt dat er overproductie, overconsumptie, belasting van het milieu en uitputting van grondstoffen plaatsvindt. Tot slot zien tegenstanders juist dat culturele globalisering leidt tot een overmacht van de Verenigde Staten, met hun films, Google, Facebook, etc.


Paradigma's

Ook de paradigma’s kijken verschillend naar globalisering.

• Het functionalisme-paradigma kijkt vooral naar de vraag hoe globalisering leidt tot een wederzijdse afhankelijkheid van de landen in de wereld en of globalisering uiteindelijk niet tot nog maar éen wereldsysteem zal leiden.

• Het conflictparadigma kijkt naar hoe globalisering nieuwe machtsverhoudingen en ongelijkheid bevordert. De centrum-periferie-theorie speelt hierin ook een rol.

• Het sociaal-constructivismeparadigma bestudeert welke betekenis mensen aan globalisering geven. Is het bedreigend of een verrijking? In elk geval kijken ze door de opdringende media veel meer naar wat er over de grenzen gebeurt en reageren daar soms op, bijvoorbeeld door wereldwijde protestacties tegen klimaatverandering.