2. Van der waalsbinding

Een eenheid die de de kleinste bouwsteen van de moleculen vormt.

Wordt ook covalente binding genoemd. Een binding tussen atomen waarin de atomen één of meer gemeenschappelijke elektronenparen hebben.

Het centrum van een atoom, bestaande uit protonen (positief geladen deeltjes) en neutronen (neutraal geladen deeltjes).

Hiermee geven we het aantal protonen dat aanwezig is in de atoomkern aan. Dit getal bepaalt de plek van het atoom in het periodiek systeem.

De kleinste deeltjes van een (ontleedbare stof). Een groep aan elkaar gebonden atomen met een voor de stof constante samenstelling.

Zwakke tot zeer zwakke krachten tussen atomen of moleculen. De sterkte van de binding hangt af van de grootte van het molecuul.

Een binding tussen twee dipolen. Het d+ deel van het ene dipool bindt aan het d– deel van een andere dipool

Binding die plaatsvindt tussen moleculen. Ze bevatten een waterstofatoom dat verbonden is aan een zuurstof- en/of stikstofatoom

De elektronen in de buitenste schil dit bepaald hoeveel covalente bindingen het atoom kan maken

Een mengsel van een stof in een vloeistof, wat in elkaar oplost en helder is