Wiskunde B

1. Vectoren en inproduct

Gegeven door:
Menno Lagerwey
Beschrijving Begrippen

In deze uitgebreide video met uitleg voor wiskunde B worden vectoren behandeld. De video begint met een korte theoretische inleiding over het concept vector. Vervolgens worden een aantal opgaven met vectoren behandeld. Daarna gaat de video verder over de vermenigvuldiging van twee vectoren, ook wel het 'inproduct'. Na deze uitleg worden er nog een aantal voorbeeldopgaven behandeld om de theorie goed tastbaar te maken.

Inproduct

Wordt ook inwendig product of scalair product genoemd. Het is een uitkomst van twee vectoren en zegt iets over de hoek die deze twee vectoren met elkaar maken

Richtingscoëfficiënt

Een waarde die de toename of afname per x aangeeft. Bij een afname is de richtingscoëfficiënt negatief, en hoe groter de richtingscoëfficiënt is, hoe steiler de lijn wordt. Een richtingscoëfficiënt is hetzelfde als het hellingsgetal

Stelling van Pythagoras

In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de omliggende zijden van de rechte hoek gelijk aan het kwadraat van de zijden tegenover de rechte hoek

Vector

Een uitdrukking van verplaatsing met een bepaalde grootte en richting

Vectorvoorstelling

De formule van een lijn, genoteerd als een vector

Wortel

Het tegenovergestelde van een kwadraat: bij worteltrekken wil je weten welk getal je met zichzelf kunt vermenigvuldigen om de uitkomst te krijgen. Je gebruikt het volgende symbool: √

E1: Meetkundige vaardigheden

E2: Algebraïsche methoden in de vlakke meetkunde

E3: Vectoren en inproduct