Productiefactoren

Heb jij economie in je vakkenpakket? Dan ken je het begrip ‘productiefactoren’ waarschijnlijk wel. Productiefactoren zijn alle middelen die van invloed zijn of die je nodig hebt voor de productie van iets. Onder productiefactoren vallen kapitaal, arbeid, natuur en ondernemen.

Wat zijn productiefactoren?

Als je iets gaat produceren, heb je daar middelen voor nodig. Je kunt bijvoorbeeld denken aan mensen (werknemers), materialen, een werkruimte en misschien ook wel machines. Al deze onderdelen noemen we productiefactoren. In de economie delen we de productiefactoren op in vier categorieën: Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap. Je kunt de afkorting KANO gebruiken om het te onthouden.

Kapitaal

Met de productiefactor kapitaal doelen we op geld verdienen doordat we iets bezitten dat door de mens is gemaakt of bedacht. Je hebt kapitaal nodig om iets te kunnen produceren. Kapitaal kan geld zijn, dat je nodig hebt om te investeren in middelen die noodzakelijk zijn voor jouw productie. Als je bijvoorbeeld een hotel wil openen, heb je kapitaal nodig om een bestaand hotel over te kopen of om een stuk grond of een gebouw te kopen.

Arbeid

Onder arbeid valt het werk dat door mensen gedaan moet worden om iets te kunnen produceren. Laten we nogmaals het voorbeeld van het hotel gebruiken. Als jouw hotel eenmaal staat, heb je natuurlijk ook nog werknemers nodig. Denk aan een kok, schoonmakers, een receptionist en restaurantmedewerkers. Het werk dat deze mensen verrichten valt dus onder de productiefactor arbeid.

Natuur

Onder de productiefactor natuur vallen alle inkomsten die verkregen worden doordat we iets bezitten dat niet gemaakt of bedacht is door de mens. Denk aan een stuk land met vruchtbare grond.

Ondernemerschap

De productiefactor ondernemerschap is iets lastiger te omschrijven, omdat het vaak een combinatie is van kapitaal, arbeid en natuur. Stel, iemand is ondernemer en heeft een eigen bedrijf opgericht. Hij is dan eigenaar van een bedrijf, wat je kunt zien als kapitaal. Als hij ook werkt voor zijn eigen bedrijf, levert hij arbeid.

In sommige gevallen komt ook de productiefactor natuur erbij; bijvoorbeeld als we het hebben over een boer. Een boer heeft een eigen boerderij (kapitaal), verricht daar werkzaamheden (arbeid) en bezit een stuk land dat hij gebruikt (natuur).

Inkomen uit productiefactoren

Als je besluit om iets te gaan produceren, doe je dat (deels) omdat je er inkomsten mee wil verdienen. Iedere productiefactor levert iets anders op. Werknemers ontvangen loon of salaris in ruil voor hun arbeid. Het inkomen dat ze verdienen, is gebaseerd op hun vaardigheden, ervaring en de vraag naar het soort werk dat ze doen. Als je kapitaal investeert in een bedrijf, dan krijg je daar rente of huur voor terug.

Mensen die land bezitten of gebruiken, kunnen inkomen verdienen door huur of pacht te ontvangen van anderen die het land willen gebruiken voor landbouw, bouw of andere doeleinden. Ondernemers verdienen inkomen door winst te maken, wat het verschil is tussen de opbrengsten van hun bedrijf en de kosten die ze hebben gemaakt.

Meer over productiefactoren

Wil je meer weten over productiefactoren en andere onderwerpen die daarmee te maken hebben? Bekijk dan al onze uitlegvideo’s voor economie! Video’s waarin productiefactoren besproken worden zijn bijvoorbeeld Inkomen en Lorenzcurve (vmbo-t), Aanbod (havo en vwo) en Monetaire en reële kringloop (havo en vwo).