Biologie

4. Dihybride kruisingen

Gegeven door:
Margot Morssinkhof
Beschrijving Begrippen

Deze video legt uit wat dihybride kruisingen zijn en hoe je ermee werkt in kruisingsschema’s. Daarmee kunnen we uiteindelijk bepalen hoe de overerving van twee eigenschappen werkt en hoe de eigenschappen worden doorgegeven door de generaties heen.

Chromatide

De twee delen van het chromosomen, de één bevat het originele DNA en de ander het kopie

Chromosomen

Draadvormige structuren in de celkern die de genetische informatie bevatten en bestaan uit DNA en eiwitten

Chromosomenparen

In een diploïde cel (2n) komen bij de mens de 46 chromosomen voor in 23 paar chromosomen. 23 chromosomen komen van je vader, 23 chromosomen komen van je moeder

Diploïde

Twee chromosomen sets per kern (cel). Elk stel chromosomen komt van één ouder

Fenotype

De waarneembare eigenschappen van een individu

Gen

Deel van de chromosoom met de informatie voor één erfelijke eigenschap

Genotype

De erfelijke informatie in het DNA

Haploïde

Eén enkel stel chromosomen per kern (bijvoorbeeld geslachtscellen)

Recessief

Een genetische eigenschap is recessief wanneer bij een diploïd organisme deze eigenschap alleen tot uiting komt wanneer een dominant allel ontbreekt

Dominant

Een genetische eigenschap is dominant aanwezig als bij een diploïd organisme slechts één van de twee allelen van een gen tot uiting komt

Monohybride kruising

Een kruising waarbij gekeken wordt naar de overerving van één erfelijke eigenschap

M1: Stofwisseling van de cel

M2: Zelforganisatie van cellen

M3: Erfelijke eigenschappen

M4: Selectie