2. Formeel en informeel

Samenvatting voor Nederlands - Formeel en informeel

Informeel

Als je persoonlijk schrijft, laat je merken wat je gevoelens zijn: of je ergens blij om bent, of boos, bezorgd of onverschillig. Als je een kaartje schrijft voor een ziek familielid, gebruik je een informele toon. Dit is informeel en persoonlijk taalgebruik.

Formeel

Als je zakelijk schrijft, zijn de feiten (wat er is gebeurd) het belangrijkst. Wat jouw gevoelens daarbij waren, laat je daarom niet merken. Als je een schadeformulier invult, gebruik je een zakelijke toon. Je gebruikt ‘u’ en sluit af met een beleefde groet. Dit is formeel en zakelijk taalgebruik.

Hoe schrijf je informeel?

- Toon je gevoelens met woorden zoals gelukkig, jammer genoeg, helaas of fantastisch. 

-  Noem niet alleen de feiten, maar vertel ook wat jouw eigen mening daarover is. 

- Doe niet alleen algemene uitspraken, maar geef ook eens een persoonlijk voorbeeld: Mensen kunnen heel anders zijn dan je eerst denkt. (algemene uitspraak). Toen ik Tim voor het eerst zag, vond ik hem erg irritant. Nu is hij mijn beste vriend. (persoonlijk voorbeeld). 

Hoe schrijf je formeel?

- Geef de feiten waar het om gaat, kort en duidelijk weer. 

- Zeg duidelijk wat je wilt, maar blijf wel beleefd. 

- Schrijf of typ netjes en spreek de ander met u aan.

- Begin een brief of mail met een beleefde aanhef: Geachte mevrouw X (achternaam)

- Sluit een brief of mail af met een beleefde afsluiting: met vriendelijke groet, X X (jouw voor- en achternaam)

Let dus goed op bij de schrijfopdracht, lees de opdracht goed door, bepaal welke soort taal je moet gebruiken en pas de juiste toon toe, controleer je tekst hier nog eens op!