Wiskunde

8. Tabellen 2 - Interpreteren

Gegeven door:
Jilles Douze
Beschrijving Begrippen

Hallo allemaal en leuk dat je weer kijkt naar een nieuwe video met uitleg voor wiskunde. In deze video gaan we het volgende bespreken:

1. Conclusies trekken uit een tabel.

2. Vaststellen welke waarden in een tabel zinvol zijn.

A1. Verbanden

A2. Tabellen

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
A3. Grafieken

A4. Woordformules

Samenvatting voor wiskunde - Tabellen 2: Interpreteren


Conclusies trekken uit een tabel

Voor je eindexamen wiskunde moet je uit een gegeven tabel conclusies kunnen trekken over de bijbehorende situatie. Hoe dit precies werkt kunnen we het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Laten we kijken naar de volgende tabel (zie video hierboven).


In deze tabel staat per klas hoeveel leerlingen er in die klas zitten. Dus in klas 4a zitten 23 leerlingen, in klas 4b zitten 38 leerlingen, en in klas 4c zitten 29 leerlingen. In deze situatie moeten wij de volgende vraag beantwoorden:


Elise zegt dat er in de drie klassen samen minder dan 85 leerlingen zitten. Heeft Elise gelijk?


We weten dat in klas 4a, 23 leerlingen zitten, en 4b heeft 38 leerlingen en 4c heeft er 29. Als we deze bij elkaar optellen krijgen we 23 + 38 + 29 = 90 leerlingen in totaal.


Dat zijn er meer dan 85, dus Elise heeft geen gelijk.We hebben hier dus op basis van een tabel, we hebben namelijk uit de tabel gehaald hoeveel leerlingen er in elke klas zitten, een conclusie getrokken; namelijk dat Elise geen gelijk heeft.


Vaststellen welke waarden zinvol zijn in een tabel

Dit zullen we behandelen aan de hand van het volgende voorbeeld. Er is van een groep van 120 mensen bijgehouden hoeveel euro ze hebben uitgegeven op vakantie. Dit is weergegeven in de volgende tabel:



In de tabel staat in de eerste rij het bedrag, en in de tweede rij staat hoeveel mensen dit bedrag hebben uitgegeven. In deze situatie moeten we de volgende vraag beantwoorden:


Wat is het hoogste bedrag dat door iemand is uitgegeven op vakantie?


Zinvolle waarden: voorbeeld

Laten we hiervoor even goed naar de tabel kijken. Als we kijken naar de eerste kolom, dan zien we dat 35 mensen 1000 euro hebben uitgegeven. Dan zien we daarnaast staan dat 40 mensen 2000 euro hebben uitgegeven. 25 mensen hebben 3000 euro uitgegeven, en 20 mensen hebben 4000 euro uitgegeven. Tenslotte zien we als laatste dat 0 mensen 5000 euro hebben uitgegeven.


Je zou dus in eerste instantie denken dat het hoogste bedrag dat is uitgegeven 5000 euro is. Maar als we goed kijken in de tabel, zien we dat niemand 5000 euro heeft uitgegeven. Dus deze waarde is niet zinvol in deze situatie. Het hoogste bedrag dat is uitgegeven is dus 4000 euro en niet 5000 euro. Hier hebben we dus vastgesteld dat de waarde van 5000 niet zinvol is in deze situatie, omdat niemand 5000 euro heeft uitgegeven.